Trajectcontroles België zijn Belgenmop voor motorrijders
Belgische motorrijders ontspringen vaak de dans bij trajectcontroles omdat de gebruikte apparatuur meestal van voren fotografeert. Wel zo handig als er alleen een nummerplaat achterop zit.
Bij een trajectcontrole maken camera’s twee foto’s. Eentje aan het begin van het traject en eentje aan het einde. De gemiddelde gereden snelheid wordt berekend door de tijd die tussen die twee kiekjes zit. De boete volgt daarna als vanzelf. Alleen schieten de meeste camera’s alleen van voren en op die platen zien ze waarschijnlijk alleen breed grijnzende motorrijders.
Het is geen rocket science dat een foto van achteren de oplossing is voor alle problemen. Toch ligt het niet zo eenvoudig. De voorste nummerplaat is vaak minder vuil en daardoor dus beter leesbaarder. Bovendien brengt een foto van voren de inzittenden in beeld en dat is handig bewijsmateriaal als er iets niet helemaal in de haak is.
Natuurlijk haast de Belgische politie zich om te zeggen dat sommige trajectcontroles weldegelijk van achteraf beelden maken. Die knagende onzekerheid blijft dan toch hangen. Bovendien zijn ook de gewone flitspalen en mobiele controles tegenwoordig een zekerheidje bij onze zuiderburen