Amsterdamse motor nummer één herrieschopper
De gemeente Amsterdam heeft met drie ‘geluidsflitskasten’ onderzoek gedaan naar geluidsoverlast. Motoren gingen het meest over de vooraf gestelde grens van 83 decibel heen. Geen oude lawaaibakken overigens, maar relatief jonge motoren.
Onderzoeksinstituut TNO deed op drie plaatsen metingen met camera’s en geluidsmeters. De camera registreerde naast de snelheid ook het kenteken en daarmee het bouwjaar en type voertuig. TNO verrichtte de meting op vijftien meetdagen en daarbij werd 408 keer de 83 decibel overschreden. Die kaap is niet voor niets. Hierdoor blijven bussen en vrachtauto’s – die omwonenden meestal niet als hinderlijk ervaren – buiten het onderzoek.
Vermeende herriemakers als brommers gaan in de praktijk helemaal niet veel in de fout. Dat geldt dus niet voor motorfietsen. Die zorgen het vaakst voor geluidsoverlast, gevolgd door automobilisten. Het meeste lawaai komt voort uit vervangingsdempers, overenthousiast optrekken en hoge toerentallen. De leeftijd van een motorfiets doet er niet toe. De meeste geluidsbakken zijn geregistreerd tussen 2015 en 2021. Alleen is er daarna waarschijnlijk nog even een ander pijpje op gezet.
TNO doet ook aanbevelingen om de geluidsoverlast te reduceren. Handhaving is lastig door gebrek aan capaciteit bij de verkeerspolitie. Extra flitskasten zijn een wapen tegen lawaaierige hardrijders. De maximumsnelheid kan naar beneden en daarmee het geluidsniveau. Het onderzoeksinstituut pleit verder voor inrij- en gebiedsverboden. Een ‘lawaaipaal’ die ‘flitst’ bij teveel geluid is een mogelijke oplossing, maar nog ver weg.
