+ Plus

WK Superbike Misano, San Marino

Een gokje voorkwam dat Jonathan Rea in Misano zijn vijfde WK Superbike-dubbel van het seizoen kon noteren. De Kawasaki-coureur zag teamgenoot Tom Sykes domineren in de eerste race, maar direct na afloop wist Rea waaraan het had gelegen. Met de softere band was hij in de tweede wedstrijd weer de sterkste. Michael van der Mark finishte beide malen als tiende.

Hoe uitzonderlijk Jonathan Rea dit jaar ook presteert, in Misano trok hij niet de meeste aandacht. Tweevoudig Superbike-wereldkampioen en viervoudig 250 cc-wereldkampioen Max Biaggi vierde voor eigen publiek zijn comeback. Biaggi, die vijf dagen na de race 44 werd, begon verbluffend. Na twee trainingen op vrijdag zorgde hij voor een kleine sensatie met de snelste tijd, maar ‘Grande Max’ was de eerste die de verwachtingen wenste te temperen. Oké, als Aprilia-testcoureur had hij dit jaar al flink wat kilometers in de benen, gaf hij toe, maar twee maal de competitie aangaan op zondag was volgens hem toch een ander verhaal. Op het circuit waar hij in zijn kampioensjaren 2010 en 2012 dubbels pakte, kwalificeerde Biaggi zich na ruim twee jaren afwezigheid zeer verdienstelijk als vijfde. In de eerste race kwam hij in de openingsronde bijna in botsing met wereldkampioen Sylvain Guintoli en de kopmannen waren uiteindelijk inderdaad te snel voor Biaggi. De oude meester finishte als zesde, een prestatie die hij in de tweede race herhaalde. Dat hij Torres – in de eerste gecrasht in duel met Biaggi – in de slotfase achter zich hield, zal op zijn minst voor gemengde gevoelens hebben gezorgd bij de Spanjaard en zijn crew. “Later in de middag was de asfalttemperatuur tien graden hoger en dat was beter voor ons”, vertelde Biaggi. “In de eerste wedstrijd was het verval van de achterband te groot en daardoor kwam ik te kort. Aan het eind van de tweede race was ik snel. Jammer dat we maar 21 rondjes hadden. Maar ik ben heel tevreden. We hebben het hele weekend geen fout gemaakt en ik ben er ook op blijven zitten.”
Het gebrek aan wedstrijdritme speelde Biaggi wel parten. “Ik was in het begin niet agressief genoeg. Die agressiviteit, die scherpte verlies je als je stopt.” Vooraf was ook sprake van een tweede optreden in Sepang begin augustus. “Ik zou het graag willen, maar we weten nog niet of het allemaal mogelijk is. De Aprilia-leiding moet dan nog wel groen licht geven.”

Met een tweede en eerste plaats was Jonathan Rea echter ook in Misano weer de grote man. De keus voor een hardere band typeerde hij na afloop van de eerste race als ‘een gokje dat je kunt nemen als je zo ver voor staat’, maar dat hij in de tweede wedstrijd voor ander rubber zou kiezen, stond al meteen vast. En met succes, want Rea won zijn elfde race van het jaar. In de eerste race pakte polesitter Tom Sykes al meteen de kop en stond die ook niet meer af. Rea kwam vanaf de vierde plek, maar claimde pas in de voorlaatste ronde de tweede plaats nadat hij lang in gevecht was met het Ducati-duo Davide Giugliano en Chaz Davies. Ruim drie seconden achter Sykes zorgde Rea voor weer een Kawasaki-dubbel, terwijl Davies zijn teamgenoot Giugliano achter zich liet en zo voor het 800e Ducati-podium in het WK Superbike zorgde.
Vorig jaar won Sykes beide Superbike-wedstrijden; die prestatie wist hij dit maal niet te herhalen. Hoewel hij nog wel zes ronden op kop reed, was hij geen partij voor Giugliano en Rea die hem in de zevende ronde passeerden. Sykes heroverde de tweede plaats even toen Rea een zeldzaam foutje maakte, maar vanwege gebrek aan grip moest hij het tempo drastisch drukken. Ook Leon Haslam – vierde in de openingswedstrijd – en Davies lieten de vleugellamme Sykes fladderen. Drietiende voor Biaggi finishte een balende Sykes als vijfde – en dat terwijl Rea ‘op zeker’ met een andere achterband de hardnekkig tegenstand biedende Giugliano zes ronden voor het einde afloste als leider in de race. De temperamentvolle Italiaan was op vrijdag twee keer gecrasht. Hinkend beklom hij na afloop het podium met Rea en Haslam.
Michael van der Mark en Sylvain Guintoli wisten vanaf vrijdag dat hun Honda’s het erg moeilijk zouden hebben met de concurrentie van Kawasaki, Ducati en Aprilia. Van der Mark kreeg in de eerste vrije training de schrik van zijn leven toen hij in de snelste bocht van het circuit met 263 km/u onderuit ging en zo’n 70 meter over het asfalt gleed. “Ik wilde sneller door die snelste bocht, maar dat bleek niet mogelijk”, kon Van der Mark nog enigszins lachen om de brokken. Van der Mark was er beter aan toe dan zijn zwaar beschadigde machine. De slechte weekendopening kreeg een vervolg op zaterdag toen Van der Mark zich slechts kwalificeerde als vijftiende, zijn slechtste startplaats van het jaar. Dat hij maar 1,4 seconde langzamer was dan polesitter Sykes maakte de teleurstelling er weinig minder om. “In de vierde vrije training konden we een goede stap maken (Van der Mark was daarin veelbelovend vijfde, FW) en zelf reed ik ook beter”, oordeelde de Rotterdammer over zichzelf. “Maar hoewel ik met veel vertrouwen aan de Superpole begon, leek niks te werken. Ik probeerde het met een raceband en met een qualifier, maar de tijd kwam gewoon niet.” In die afsluitende vierde vrije training was Van der Mark sneller dan in de kwalificatie.
Op zondag startte Van der Mark uitstekend: zijn tiende plaats uit de openingsronde wist hij te verbeteren tot een zevende plaats voor zijn als negende gestarte teammaat Guintoli, maar door een elektronisch probleem verloor hij tijd. “Dat is dit jaar al een paar keer gebeurd”, baalde Van der Mark. “Ik had juist wel een goed gevoel en ik was behoorlijk snel. Dat ik tiende werd achter Sylvain (op 0,2 seconde, FW) was behoorlijk teleurstellend.”
De tweede race verliep niet beter. Het grootste deel van het tweede bedrijf was Van der Mark wederom in een verbeten gevecht verwikkeld met Guintoli om de negende plaats. “Vanaf de start had ik al weinig grip”, merkte de Nederlander. “Tegen het einde kon ik het gaatje met Sylvain toch weer dichten. Die ging langs (BMW-coureur) Badovini en ik kon mee. Ik wilde in de laatste ronde nog aanvallen, maar Sylvain was te sterk. Ik denk dat dit momenteel ons maximum is, want we rijden beide bijna dezelfde tijden.”
Van der Mark, die in Misano voor het eerst kennis maakte met zijn Suzuka-teamgenoot Casey Stoner (op bezoek bij zijn vrienden Chaz Davies en Leon Camier), handhaafde zich in de tussenstand op de achtste plaats.
In de Supersport-race deed Jules Cluzel goede zaken. De Fransman won voor PJ Jacobsen en Lorenzo Zanetti. Klassementsleider Kenan Sofuoglu kon met weinig plezier terugkijken op zijn honderdste WK Supersport-race. In de voorlaatste ronde passeerde hij Zanetti, om vervolgens onderuit te glijden. In de eerste ronde was hij al bijna in botsing gekomen met Jacobsen. Sofuoglu raapte zijn Kawasaki weer op en pakte met een elfde plaats nog vijf punten.

Lees meer over

BMW Ducati Honda Kawasaki

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...
Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...