+ Plus

Vergelijkingstest 4 crossovers

Crossover-motoren zijn perfect om een korte of zelfs de grote vakantie op twee wielen door te brengen. Vier fabrikanten hebben elk hun eigen ideeën over de perfecte allrounder. Een gezamenlijke tour laat zien welk concept het beste is.

Het is tijd. Tijd om terug te schakelen. Tijd om… de tijd te vergeten. Tijd om op de motor te stappen. Het maakt niet uit of het een drieweekse vakantie is of gewoon een lang weekend. Niets is beter voor de ziel dan het verkennen van mooie landschappen op een motorfiets en je verhitte geest af te koelen in de luchtstroom. Gewoon toeren, misschien van tijd tot tijd zelfs sportief door bochtencombinaties swingen. Vrij zijn.
Als je tegen deze tijd dromerig naar het plafond van het kantoor staart, is het echt de hoogste tijd. Voor een motorvakantie heb je niet alleen tijd nodig, maar ook een echte allrounder onder je kont. Dergelijke grensoverschrijdende motoren voor alle gelegenheden, staan al enkele jaren bekend als crossovers. Tot deze soort behoren zeker de gloednieuwe Yamaha Tracer 9GT, de BMW F900XR en de twee Italianen Ducati Multistrada 950S en MV Agusta Turismo Veloce 800 Lusso SCS.
Wat is de beste vakantiefiets en welke motorfiets past bij wie? Vragen die alleen onderweg beantwoord kunnen worden. De koffers zijn gepakt (zie kader op bladzijde XX), de “out-of-office-reply” is ingesteld en de smartphone staat uit. We zijn klaar om te gaan. Vier motoren worden ’s morgens vroeg wakker op de binnenplaats. Twee tweecilinders en twee driecilinders. De krachtigste van het hele stel is de dit jaar tot 890cc gegroeide CP3 triple van de Yamaha Tracer 9GT. Het blok spint fluweelzacht, maar tegelijkertijd met een rauwe stem. In de bebouwde kom loopt het blok bijna compleet trillingsvrij. Hij reageert soepel op gascommando’s en schiet zelfs vanaf lage toeren relatief fel naar voren. De Tracer 9GT heeft een subliem stevig koppel. Ontspannen rond hobbelen, geen probleem. Een versnelling hoger of lager? Het maakt niet uit.
Voorbij het plaatsnaambord draait de driecilinder net zo vrolijk toeren. De triple die ook dienst doet in de naakte MT09 verandert bij hoge toerentallen in een krachtsporter. Hij gaat makkelijk door tot 10.000 omwentelingen per minuut.
Waar de motor van de Yamaha vraagt om de volgende versnelling, komt de tweede driecilinder echt tot zijn recht. Met 798 cc heeft de MV Agusta Turismo Veloce 800 Lusso SCS een iets kleinere cilinderinhoud, maar het buit zijn toerenreserve goed uit. Zijn algemene vermogenscurve is vlakker dan die van de Yamaha, maar piekt met een opmerkelijke 108 gemeten pk.
Het in het zadel alles overstemmende inlaatgeluid – ondersteunt door een mechanisch knarsen – geeft liefhebbers een zeer speciaal vakantiegevoel. Aangenaam genoeg, blijft deze MV akoestisch onopvallend als hij bij het passeren voorbij komt. Wie zijn ontspanning haalt uit een vleugje raceflair, en het maken van toeren begint zijn welness-vakantie buiten de stadsgrenzen het best op de Turismo Veloce.
Als ontspanning echter uw definitie van vakantie is, dan is de BMW F900XR uw motor want het is duidelijk de meest comfortabele. Zijn tweecilinder met verzette kruktappen is het toppunt van kalmte en voorspelbaarheid. De BMW trekt niet alleen een kaarsrechte vermogenslijn op de testbank, maar loopt ook uiterst vibratieloos. Hij heeft bij het schakelen weinig kracht nodig en gaat net als de Tracer 9 GT zeer soepel van zijn plek om dan bovenin door te pakken. De BMW rijder kan compleet ontspannen smalend lachen naar de MV-rijder. Van zijn kant kijkt die meewarig toe naar zoveel vermeende verveling. Twee motorfietsen die qua concept en prestaties zo op elkaar lijken (zie tabel op bladzijde 26), kunnen nauwelijks meer van elkaar verschillen.
Achter hen geniet de bestuurder van de Ducati Multistrada 950S van een heel ander gevoel. Een echte V-twin is onder hem aan het werk. Met alles wat daarbij hoort zoals: een machtige krachtsontwikkeling vanuit het midden, ritmische vibraties over het gehele toerenbereik en een matige soepelheid onder de 4000 tpm. Zo krachtig als de Ducati de concurrentie voor kan blijven in het middengebied, zo ruw hobbelt hij door steden en dorpen. Vooral op licht hellende wegen vertoont de Twin een uitgesproken constant schokken bij lage toerentallen dat we van het voorgaande Euro-4 model niet kennen.

 

Het V2-gerommel uit de uitlaat is discreter en onderdrukt dan voorheen. Een pluspunt voor ontspannen toeren en vooral in de stad. Maar van vrijheid geniet je niet in de stad, maar in de ongerepte natuur. In beboste valleien, tussen velden, op smalle passen. Hier troont de Multistrada-rijder troont boven alle andere uit. De Multi is de enige met een 19” voorwiel. De in vergelijking ver naar voren geplaatste voetsteunen leveren de meest gematigde zitpositie op.
Terwijl de drie concurrenten een soort naked bikes zijn met hoog stuur, comfortabel zadel, windbescherming en zijkoffers, is de Ducati gebaseerd op een toerenduro. De betekent niet dat het ook niet sportief kan. Al kort na de kennismaking geeft de Duc veel vertrouwen in het betere bochtenwerk. Zeker omdat de motor altijd trouw blijft aan de gekozen lijn en met toenemende snelheid – ondanks het grote voorwiel – zeer handelbaar blijft. Het brede stuur maakt het, ongeacht de snelheid, gemakkelijk om te manoeuvreren.
Nu het toch over vlotte stuurfietsen gaat: in termen van wendbaarheid valt de hyper-wendbare MV Agusta op. Zo compact als op de Turismo Veloce zit je op geen van de andere crossovers. Het stuur bijna recht voor je borst, het voorwiel bijna onder je kont. MV is verreweg de meest wendbare in het bochtenwerk. Helaas mis je in de gewenningsfase vaak de lijn. Niet aan de buitenkant, maar aan de binnenkant. Krappe bochten zijn Turismo-terrein. In wijde bochten kantelt het altijd iets te ambitieus te ver naar binnen.
Daarvan hebben de BMW en Yamaha geen last. Beide sturen iets minder makkelijk in, maar wel veel neutraler. De Tracer 9GT blijft de hele bocht stabiel, de F900XR slechts minimaal minder. Wel biedt de BMW, in tegenstelling tot de Yamaha, veel hellingshoek. Bij ambitieus sportieve passages raken de voetsteunen van de Tracer als enige het wegdek. Na een tijdje “sporten” worden we overmand door het verlangen naar aangenaam toeren. Op smalle wegen waar het asfalt meer putjes vertoont, is het landschap vaak op zijn mooist. Met zijn lange veerwegen van 170 millimeter voor en achter maakt de Multistrada 950 hier goede sier. De semi-actieve dempende vering absorbeert in de softe modus betrouwbaar alle schokken. Het stelbereik van de Öhlins-voorvork en achterdemper is ook nog eens zeer breed. Daarom is het eerder genoemde stevig rijden met een harde setup van de vering geen probleem.
Eveneens semi-actief dempen de Kayaba voorvork en achterdemper op de Yamaha Tracer 9GT. De twee voorgeprogrammeerde standen verschillen voornamelijk in het feit dat de zachtste van de twee (A2) de demping minder progressief over de veerweg opbouwt. Bij de hardere afstelling (A1) duikt de vork beduidend minder bij het remmen. Ook het doorzakken van de achterkant bij het optrekken neemt af. In beide instellingen voelt de Tracer beschaafd aan, maar het kan door de kortste veerweg (v/a 137/130 millimeter) de Ducati niet bijhouden in termen van comfort. Trouwens ook niet in vergelijking met de BMW. Die heeft ook lange veerwegen (170/172 millimeter), maar past alleen de demping aan de achterzijde semi-actief aan. De dempingsmodi “Dynamic” en “Road”, doen hun naam alle eer aan (Dynamic maakt de achterzijde aanzienlijk stugger), maar de zachtere Road-instelling werkt harmonieuzer met de niet-verstelbare voorvork. De respons van de voorvork en de schokdemper van de BMW en de Ducati is eersteklas en een tikkeltje beter dan die van de MV Agusta. De Turismo Veloce heeft bij de luxe Lusso-variant eveneens een semi-actief rijwielgedeelte. De voorvork biedt veel comfort, maar grote oneffenheden bereiken de billen van de rijder via de merkbaar minder gevoelige en in verhouding stevig aanvoelende achterdemper. Hier gebruikt MV niet half zo handig de lange veerwegen (v/a 160/165 millimeter) als zijn concurrenten.
Als uniek en comfortabel kenmerk heeft de Turismo Veloce met de extra aanduiding SCS een Rekluse koppeling. Die bevrijdt het hendel aan de linkerkant van het stuur van alle taken. Het voelt ongebruikelijk om na een pauze, inclusief een motorwissel, de eerste versnelling in te schakelen en gas te geven. De zware koppeling herinnert je er elke keer aan dat hij wel werkt, maar niet gebruikt wil worden. Niet bij het wegrijden en niet bij het schakelen. Zolang je door de versnellingen tikt met de quickshifter werkt het goed. Trek je echter “heel klassiek” het koppelingshendel (iets te lang) in, dan wordt de aandrijving onbedoeld verbroken. Alleen een gasstoot – die zelden past bij de rijsituatie waarin je terugschakelt – herstelt dat. De les die we hieruit kunnen trekken: gebruik het hendel gewoon niet, tenzij het absoluut noodzakelijk is. Zoals bijvoorbeeld bij het manoeuvreren op de parkeerplaats met mogelijk een duopassagier. Daarbij kan wat fijnafstelling nodig zijn.
De duopassagier zit overigens hoog op de Turismo Veloce met de bestuurder ver onder hem. Het levert een duidelijk zicht naar voren op. Zelfs op de tweede rij biedt de MV een fatsoenlijke zitplaats. De hoge positie heeft wel een grote invloed op het rijgedrag. Het maakt de MV wat instabieler. De BMW kan beter overweg met een passagier, maar biedt hem slechts een karig en hard zadeltje. Het meest comfortabel zit de passagier op de Tracer 9GT. Die biedt een aangenaam zitkussen, een gematigde kniehoek en veel ruimte. Die situatie is vergelijkbaar op de Ducati. Al maakt de wat achterover gestrekte zitpositie een buikspiertraining van achterop zitten.
Op de laatste etappe naar het hotel slingert een goed aangelegde weg de berg op en af. Bij de haarspeldbochten moeten de allrounders herhaaldelijk hard aan de bak. De Brembo remmen van de Multistrada 950S oefenen in eerste instantie de meeste kracht uit en doseren het fijnst. De Yamaha en BMW stoppers voelen minder scherp aan, ondanks een even voorbeeldige vertraging. Bij de MV Agusta heeft de dosering te lijden onder de kleine slag van het remhendel. Bovendien grijpt het ABS uit Varese vroeg in. De Tracer 9GT doet dit beter. Het Japanse ABS houdt de achterkant net genoeg op de grond. Het feit dat het ABS op de Yamaha als enige slechts een stand kent, valt totaal niet op.

 

De uitrusting van de Yamaha is daarentegen wel merkbaar simpel. Bij de eerste blik op het dashboard, dat bestaat uit twee naast elkaar geplaatste displays, kunt u wel raden dat de Tracer aan de onderkant van de prijsklasse zit. Maar aan de andere kant bespaart Yamaha niet op veiligheidsvangnetten als tractie- en wheelie-control. Ze vervullen hun elektronische taken onopvallend. De elektronicapakketten van BMW (tegen meerprijs) en Ducati (standaard op de S-versie) scoren beter in de vergelijking omdat ze fijnzinniger afregelen en omdat de dashboards er veel moderner uitzien. Ook die van de MV, maar die reflecteert zo sterk in tegenlicht dat hij moeilijk is te lezen. Tijdens het rijden, moest bijna elke MV-rijder gewaarschuwd worden door de rijder voor hem dat de richtingaanwijzer nog steeds aan stond. Het groene licht in het dashboard kan alleen geraden worden en de concentratie erop vermindert met de tijd.
Voordat we echt moe worden en zon volledig ondergaat bereiken we onze eindbestemming. We kijken hoe de motoren afkoelen en zijn blij dat we de tijd vergeten zijn. Met elk van de vier motoren op een andere manier. Dus uiteindelijk is er een objectieve winnaar, maar ook vier persoonlijke favorieten.

Motoplus-CONCLUSIE
1. Ducati Multistrada 950S
Comfortabel, krachtig en uitstekend uitgerust. Op stuurwegen laat de Multi niets te wensen over en geeft een subliem gevoel. Alleen bij lage snelheden rijden de anderen iets soepeler.

2. Yamaha Tracer 9GT
Een opmerkelijk debuut voor de nieuwe Tracer. Met een evenwichtig rijgedrag, goede uitrusting en de zeer elastische driecilinder, biedt hij het meeste waar voor zijn geld.

3. BMW F900XR
Wie liever ontspannen toert, vindt in de F900XR een trouwe metgezel. Hij heeft geen zwakke punten en levert overal onopvallend. Helaas wekt hij ook niet veel emotie op.

4. MV Agusta Turismo Veloce 800 Lusso SCS
Als tegenhanger van de BMW, speelt de MV Agusta altijd op de voorgrond en wil geconcentreerd bereden worden. Elke reis is veeleisend, maar ook bijzonder opwindend.

Gerelateerde artikelen

Eerste Test BMW CE 02

Eerste Test BMW CE 02

29 februari, 2024

Het is geen motor, maar ook geen scooter. Nee, de elektrische CE 02 van BMW is een heuse ‘eParkourer’: een ...
Eerste Test Yamaha MT-09

Eerste Test Yamaha MT-09

29 februari, 2024

Time flies when you’re having fun! In dat licht beschenen biedt Yamaha’s MT-09 klaarblijkelijk rijplezier ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-