+ Plus

Toeren De Harz

Het ligt zo voor de hand, het kwik laat zich eindelijk weer van zijn warme kant zien en dus duik je ter omarming van het nieuwe motorseizoen voor een weekendje de Eifel in. Of de Ardennen. Niets mis mee, maar doe het dit jaar eens anders. Kies Truthahn in plaats van Ardennerham en haas in plaats van kartoffelsalat. Oftwel, kies Harz! Het is een beetje een vergeten gebied, de Harz. Iedereen kent het, weet vaak zelfs ook wel ongeveer waar het ligt, maar er heen gaan? Nee, het lijkt voor veel motorrijders, ondergetekende inclusief, een bijna vastgeroeste traditie om steevast het seizoen te beginnen met een weekendje Eifel of Ardennen. En ook de korte toerweekendjes gedurende het seizoen voeren veelal naar deze populaire motorgebieden. Het voelt natuurlijk ook als een veilig vangnet, die garantie van een prachtige omgeving met schitterende stuurwegen. Beide gebieden stellen ook nooit teleur, maar echt verrassend kun je het zoveelste bezoekje aan Gerolstein, Adenau of Koblenz natuurlijk ook niet noemen.Wellicht een goede reden om komende lente de jaarlijkse voorjaarsretraite eens in een andere hoek te zoeken, in de Harz zoals gezegd. Deden wij ook, al betrof het eerlijkheidshalve in ons geval niet de maagdenreis van het motorseizoen, maar juiste de laatste ervan. En die voerde allereerst vanaf Oldenzaal zo’n driehonderd kilometer in oostelijke richting. Niet de meest fraaie kilometers, al is het vier- tot zesbaans asfaltleed dat het Ruhrgebied in stukken snijdt geen haar beter. Wel snelle kilometers, ondanks de talloze ‘baustellen’ die om de zoveel tijd de snelheid er noodgedwongen weer uithaalt, duiken we ruimschoots binnen de vier uur de A7 weer af het binnenland in. Richting Gosslar om van daaruit de laatste kilometers af te leggen naar onze uitvalsbasis voor de komende twee dagen, Hotel Niedersachsen in het minuscule plaatsje Bockswiese. Een mooi authentiek etablissement gerund door de Nederlanders Henk en Wilma Veldhuis. Twee motorliefhebbers uit Coevorden die tijdens hun vele motorreizen zo werden bevangen door de schoonheid van het gebied, dat ze twee jaar geleden besloten hun hectische banen in Nederland te verruilen voor een bestaan als hotellier in het door hen zo geliefde gebied.Veel fantasie hoef je overigens niet te hebben om hun keuze te begrijpen. Amper twee kilometer na het verlaten van de snelweg ontvouwt zich een landschap dat bijna niet harder kan contrasteren met de omgeving waar we de laatste pak ‘m beet drie uur mee geconfronteerd werden. Een prachtig glooiend en vooral bosrijk heuvellandschap, de frisse aanblik van diverse meren en eindelijk sierlijke bochten rond de hemelse vormen van de natuur. In de verte ontwaren we ook al de eerste toppen van het Harz massief, Duitslands meest noordelijk gelegen middelgebergte. Geen Alpen hoogstandjes hier dus, maar met de top een fiere 1.142meter in de lucht geeft de hoogste berg van het gebied, de Brocken, toch blijk van enige hoogte ambitie. Ondanks dat we nu nog op de ‘begane grond’ van de Harz staan, is het al wel duidelijk dat het gebied beduidend hoger licht dan de omringende contreien. Meldde de boordcomputer een kleine zestig kilometer geleden in de buurt van Hannover nog dat het een aangename 15 graden was, hier is het een stuk frisser en geeft het kwik krap tien graden aan. Niet alleen een gevolg van de ligging trouwens, het is inmiddels al een uurtje of zes en de zon heeft duidelijk aan kracht ingeboet. De laatste zonnestralen laten nog net met een uiterste krachtsinspanning hun warme gloed op aarde vallen, maar verliezen toch uiteindelijk de strijd tegen de dichte begroeiing langs de weg. De lokroep van het slingerende asfalt is behoorlijk aanlokkelijk, toch besluiten we om rechtstreeks door te gaan naar het hotel. Een beslissing die grotendeels is bepaald door het feit dat het strak een kilometer na de snelwegafslag is gaan miezeren. Over slechte timing gesproken, zeker in de wetenschap dat het hier de rest van de dag prachtig weer was. “Geen zorgen, de vooruitzichten voor morgen zijn goed hoor”, weet Henk Veldhuis ons niet veel gerust te stellen, terwijl hij druk doende is met het laden van toerroutes in de GPS van één van zijn gasten. We hadden ze al gespot, de stuk of tien motoren op de binnenplaats van het hotel. Nederlanders allemaal, die, in tegenstelling tot ons, unaniem de hele dag hadden uitgetrokken om zich via een veel aantrekkelijker toeristische route een weg naar hier te banen. De enige goede manier natuurlijk.Onder de Nederlandse motorrijder mag de Harz dan nog niet zo wijdverbreid populair zijn, hetgeen ongetwijfeld ook deels te maken heeft met de iets langere afstand er naar toe, heel anders is dat het geval bij onze oosterburen. Ieder weekend stromen de gemotoriseerde tweewielers in groten getale toe, maar door zijn uitgestrektheid kampt het gebied gelukkig niet met de filefenomenen zoals je die op de bekende Alpenpassen nog wel eens tegenkomt. Die populariteit heeft bovendien tot gevolg dat de toeristische industrie wel raad weet met motorrijders, zo bleek bij een kort bezoekje aan de VVV in Goslar. We leggen de hand op een speciale motor landkaart, met een zestal voorgedrukte toerroutes, die ’s avonds als basis wordt gebruikt voor onze ‘plan de campagne’ voor de komende dagen. En dat wordt een makkelijke, want wat we perse willen zien is het Nationalpark Harz, Bodethal en het vakwerkdorpje Stolberg. En mocht de tijd het toelaten ook nog even een blik werpen op de Harzer Schmallspurbahn en één van de vele voor het publiek opengestelde ‘Bergwerke’, oftewel mijnen. In willekeurige volgorde en met de nadruk op het bochtenplezier tussen de plaatsen in. Kortom: gewoon rijden!De volgende ochtend rond een uur of half negen draaien we de kern van Bockswiese uit, buigen af in zuidelijke richting om via Clausthal naar het Nationalpark Harz te gaan. Nadat we eerst nog een kort bezoekje hebben gebracht aan de indrukwekkende staafkerk van Hahnenklee, een klein dorpje op een kilometer of drie rijden van het hotel. De lucht is nog diepgrijs en het houten godshuis, dat zijn oorsprong vindt in Scandinavië, is gehuld in een dikke nevelmantel. Het oogt bijna luguber daardoor, maar ook imponerend. Ondanks dat het voorkomen anders doet vermoeden is het gebouw helemaal zo oud nog niet. Hahnenklee, van oudsher een mijnwerkersstadje, ontwikkelde zich vanaf 1882 als kuuroord. De toenmalige kerk werd al snel te klein om onderdak te bieden aan de stroom toeristen en dus werd er in 1907 een nieuw, houten gebedshuis gebouwd. Absoluut de moeite van een bezoek waard, maar we gaan toch snel verder. De dikke laag mist boven het Lautenthal maakt namelijk, nu de zon wat hoger aan de hemel komt, plaats voor een kraakheldere blauwe lucht. Het door de ochtenddauw nog wat vochtige wegdek zuigt de warmte gulzig op en na een kleine tien kilometer rijden is het asfalt al kurkdroog. Net als in alle bergachtige gebieden bepaalt de natuur hier de loop van de wegen, simpel een rechte (polder)lijn van A naar B is domweg geen optie. Dat vertaalt hier in een stuurparadijs waarbij je bochten van volledig uiteenlopend kaliber ten deel vallen, en allemaal bedekt met een laag asfalt uit het lakenstrak schap. Dat nodigt uit tot een energieke motortango, iets dat de wegbeheerders hier duidelijk onderkennen en daarom het enthousiasme wat proberen te bekoelen door waarschuwingsborden met daarop een motorrijder in Rossi-stijl en de bijbehorende tekst ‘Sturzgefahr’ voor een reeks van snelle bochtencombinaties te plaatsen. Een gewaarschuwd mens telt voor twee, al lijkt het er verdacht veel op dat de aanblik van een dergelijk bord voor veel piloten juist aanleiding is om zich even extra schrap te zetten.Wij houden het echter vooralsnog bij een meer gereserveerd tempo, domweg omdat er hier veel te veel te zien is. Qua oppervlakte mag de Harz dan met een lengte van een kleine 110 en breedte van maximaal veertig kilometer redelijk bescheiden zijn, ondanks dat we nog niet zo gek veel kilometer hebben gereden, presenteert het gebied zich wat natuurschoon betreft als bijzonder veelzijdig. Hoogvlaktes maken plaats voor naald- en loofbossen, die op hun beurt weer worden afgewisseld door legio stuwmeren en indrukwekkende rotspartijen. De variëteit aan landschappelijk schoon is hier werkelijk ongekend. Met name de vele stuwmeren geven de streek een fris en eigen gezicht. Zeventien middelgrote tot grote bekkens kent de Harz, dat als één van de meest regenrijke gebieden van Duitsland geldt. Deze worden tegenwoordig naast het opwekken van stroom, ook gebruikt voor drinkwaterwinning. De aanleg van de eerste stuwdammen hadden echter een andere reden. Het smeltwater dat in de lente vanuit de bergen naar beneden stroomde vormde eertijds een te grote belasting voor het rivierenstelsel van het gebied. Door het aanleggen van een dammen creëerde men stuwmeren die in de lente dienst deden als spaarbekken en het overtollige smeltwater opvingen. Bijkomend voordeel was dat de waterkracht ook konden worden toegewend voor het aandrijven van pompen en machines voor de mijnbouw, een ander fenomeen waar het gebied bekend om staat. De aarde is hier rijk aan zilver, lood en zink en pas in juni 2007 sloot de laatste nog actieve mijn haar deuren. En daarmee kwam er een einde aan een meer dan drieduizend jaar oude traditie, die tegenwoordig echter nog altijd vele toeristen naar het gebied lokt.Inmiddels zijn we aangekomen in het Nationalpark Harz, een prachtig natuurpark (beslaat ongeveer 10 procent van de totale Harz) rondom de hoogste berg van het gebied, de Brocken. Een bosrijk gebied ook, dat in tweeën is gedeeld door de voormalige grens tussen de DDR en de BRD. Enkel een gedenkteken en een breed pad door het woud, dat wel wat wegheeft van een brandgang, herinnert nog aan het duistere verleden. Onvoorstelbaar eigenlijk, badend in de warme middagzon ligt het woud er namelijk bijzonder vriendelijk bij en verwelkomt het motorpubliek met open armen. En dat is, dankzij het aangename weer, vandaag en masse op de been. Zonder dat de wegen er overspoeld door raken overigens, op een verdwaalde Ford Ka na laten de auto’s zich vandaag maar weinig zien. En dat ondanks dat er ook aardig wat ‘normale’ toeristen op de been zijn, zo blijkt wel uit de overvolle Harzer Schmalspurbahn stoomexpress die we tegenkomen bij Drei Annen Hohne en niet veel later andermaal in Wernigerode. Een prachtige historische stoomtrein die dwars over de Brocken voert over een 1000 millimeter breed spoor, hens de naam ‘schmalspur’.De middag is inmiddels al ver gevorderd, daarom besluiten we tot een korte stop bij het motortrefpunt ‘An der Rappbode’. Niet veel meer dan een kleine Imbiss (snackbar) met immense parkeerplaats aan de oevers van het Rappbode stuwmeer, dat echter door een dijk aan het zicht is onttrokken. Kijken vanaf de dijk over het meer mag, maar dan wel na overhandiging van een handvol knaken. Die ik dan weer liever spendeer aan een obligate currywurst, we zijn hier in Duitsland tenslotte, en een koude cola.Weer in het zadel zetten we de neuzen richting Stolberg. Niet via de snelste weg, wel via de mooiste. En die voert door het Bodedal, meer specifiek van Treseburg naar Thale. Tien adembenemend mooie kilometers onder een groene bladerdek met links van ons ferme rotspartijen en rechts de levendige Bode, die zich een weg tussen de rotsen door meandert. De Bode ontspringt op de Brocken en heeft gedurende enkele duizenden jaren dit fabelachtig mooie dal uitgesleten in het keiharde graniet om ons heen. Zo mooi, dat je er eigenlijk twee- of zelfs driemaal doorheen moet om de ongerepte schoonheid volledig tot je te kunnen nemen.Schoonheid van een heel andere soort vinden we even later in Stolberg. Een vakwerkdorpje dat zo lijkt weggelopen uit een sprookje van de gebroeders Grimm, puur gebouwd ter vermaak van de toeristen. Toch is Stolberg allesbehalve een flauwe schertsvertoning van valse façaden, het dorp leeft echt. Het is niet zozeer de aanblik van één vakwerkhuis dat het bijzonder maakt, al zijn alle panden afzonderlijk al domweg schitterend, maar het feit dat uitsluitend vakwerkgebouwen het uitzicht hier bepalen. Geen moderne architectonische delicten die de synergie van de gebouwen verpest, maar een warm en sluitend geheel van bouwkundige ambacht. En afwisselend, de bouwstijl mag dan overal hetzelfde zijn, de verschillende uitvoeringen en kleuren van de huizen – probeer dat er bij een gemiddelde Nederlandse welstandscommissie eens doorheen te krijgen, knappe jongen die dat lukt – geven het dorp een speelse, bonte uitstraling. Alweer variatie dus, een wederkerend thema hier in de Harz zo lijkt het. Afwisselend vat wat dat betreft treffend samen waar de bergachtige streek hier voor staat. Net als ‘verrassend’, ‘bijzonder’, ‘aangrijpend’ en ‘overdonderend’. En meer redenen heb je niet nodig om het stuurgenot eens een keer in een andere windrichting te zoeken. Toch?________________________________________INFODe Harz behelst het prachtige (natuur)gebied rond het Harz massief, Duitsland’s meest noordelijk gelegen middengebergte met als hoogste top de 1.142 meter hoge Brocken. De streek kenmerkt zich voornamelijk door de vele riviertjes en stuwmeren die het landschap doorkruisen, en de rijke mijnbouwgeschiedenis. Her en der vind je verlaten mijnschachten die veelal nog dienst doen als museum, in sommige schachten mag je zelfs nog echt afdalen.Ook motorrijders komen hier volop aan hun trekken, is het niet om de vele bezienswaardigheden te bezichtigen dan wel omdat je er gewoon fabuleus kunt rijden. De Harz ligt immers op en rond een bergmassief en waar bergen zijn, zijn bochten. Bovendien is het gebied zo uitgestrekt dat het er zelfs in het weekend nog relatief rustig is op de weg.REISDe Harz ligt op een relatief bescheiden afstand rijden van Nederland. Vanaf Oldenzaal is het nog zo’n driehonderd kilometer (kleine drie uur rijden zonder files) tot Goslar, zeg maar de poort tot de Harz. Via de A1/E30 de grens over en vervolgens de A30/E30 blijven volgen tot Bad Oeynhausen. Dan via de A2/E30 richting Hannover, daar pak je vervolgens de A7 /E45 richting Kassel. Bij afslag 63 eraf (kunt eventueel doorrijden tot afslag 66) en borden Goslar volgen.Doe je het liever rustig aan, op internet staan diverse toeristische routes richting de Harz. Duurt langer, maar is ook veel leuker.WANNEERDe Harz ligt relatief hoog waardoor de gemiddelde temperatuur lager ligt dan in het omringende land. De winter is er streng, je kunt er dan ook skiën, en houdt langer aan dan hier. Dat maakt dat het er in april nog best koud kan zijn, ’s nachts zeker, maar ook overdag. Vanaf mei schommelt het kwik er gemiddeld minimaal tussen de 15 tot 20 graden en is het er prima toeven. Hetzelfde gaat ook op voor het naseizoen, in september zijn de temperaturen nog meer dan aangenaam, maar daarna loopt het hard terug.LEZERSAANBIEDINGHenk en Wilma Veldhuis van Hotel Niedersachsen organiseren in 2010 twee MotoPlus weekenden. Tijdens een driedaagse motortoer krijg je als MotoPlus-lezer de gelegenheid om tegen een speciaal tarief kennis maken met de prachtige Harz. Het MotoPlus-arrangement* omvat twee overnachtingen met ontbijt en avondeten, diverse toerroutes en een klein aandenken. Tevens wordt er één van de avonden een barbecue verzorgd, waarbij er bij voldoende aanmeldingen ook live muziek aanwezig is. De kosten bedragen € 99,00 per persoon op basis van een tweepersoonskamer en exclusief toeristenbelasting à 2 euro per persoon per nacht. De toeslag voor een éénpersoonkamer bedraagt 10 euro. Het MotoPlus Harz-weekend* vindt plaats op de volgende data:- 28 t/m 30 mei 2010- 27 t/m 29 augustus 2010Je kunt je voor één van beide weekenden direct aanmelden bij Henk en Wilma Veldhuis van Hotel Niedersachsen. Daarbij s.v.p. vermelden dat het het MotoPlus-arrangement betreft.Hotel NiedersachsenWiesenstraβe 12D-38644 Goslar (OT Hahnenklee-Bockswiese)T +49 (0)53-255 2860E hotel_niedersachsen@t-online.deI www.hotel-niedersachsen-harz.deCONTACTHarzer Verkehrsverband (toeristenbureau)Marktstraße 45D-38640 GoslarT +49 (0)53-213 4040E info@harzinfo.deI www.harzinfo.de/* (prijs)wijzigingen voorbehouden

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda e-Clutch

Eerste Test Honda e-Clutch

11 april, 2024

Een oplossing voor een niet bestaand probleem? Dat sluimerde onderweg naar de presentatie van de nieuwe Honda ...
Eerste Test CFMoto 450MT

Eerste Test CFMoto 450MT

11 april, 2024

Met de 450MT kan CFMoto zo maar eens vol in de roos schieten. De allroad is fraai gelijnd, lijkt op papier alle ...
Eerste Test Kawasaki Ninja 500

Eerste Test Kawasaki Ninja 500

11 april, 2024

Kawasaki en Ninja zijn net zo’n onlosmakelijke combinatie als de Dikke en de Dunne, Johan Cruijff en nummer 14 en ...
Eerste Test Honda CBR600RR

Eerste Test Honda CBR600RR

11 april, 2024

Ooit was supersport een gouden klasse, waarin de Japanse fabrikanten vele duizenden units verkochten, maar rond ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-