+ Plus

Reizen Roemeni

Roemenië: het ruige randje van de EU. Hier leven nog lynxen en beren, een beetje corruptie is de overheid niet vreemd, de bevolking brouwt massaal de meest twijfelachtige, zwaar alcoholische drankjes en dan hebben we het nog niet eens over graaf Dracula. Maar Roemenië is meer dan dat, een land bijvoorbeeld ook met overweldigend natuurschoon, aardige inwoners én magnifieke wegen. Tijd voor een eerste kennismaking! Een korte vliegreis brengt ons naar Boekarest, waar we warm worden onthaald door Daniel en zijn vrouw. Die halen werkelijk alles uit de kast gehaald om ervoor te zorgen dat mijn drie motormaatjes en ik ons welkom voelen in dit Centraal-Europese land. En dat voelen we ons, na de maaltijd kan ik geen pap meer zeggen, zo buitengewoon zijn de kookkunsten van Gabriella. De maaltijd sluiten we af met țuicã, een door Daniel thuisgestookte pruimenjenever. Na een korte discussie, het echtpaar wil zelfs hun bed afstaan, waar uiteraard geen sprake van is, gaan we gestrekt om alvast over ons Roemeens avontuur vooruit te dromen. De volgende ochtend worden tanktassen en zadelrollen opgeknoopt en we gaan te zadel. Ik heb mijn eigen Suzuki over laten komen, de rest heeft lokaal gehuurd. Na enig sleutelwerk, zoals zekeringen vervangen, ketting spannen, banden pompen, spiegels vastzetten, koppelingspeling stellen om de ergste slip te reduceren, gaskabel smeren en vering afstellen, doen de BMW F650’s het echter wel aardig. De verkeersregels in Roemenië zijn niet zoveel anders dan in Nederland, maar worden wel wat luchtiger geïnterpreteerd. Hier zal er echt geen haan naar kraaien wanneer je over een doorgetrokken streep inhaalt, met een open uitlaat rijdt of wat riant claxonneert, om maar eens wat te noemen. En dat karren getrokken door een ezel ook op de snelweg kuieren, ach dat is nu eenmaal de best lollige realiteit. Boekarest laten we vlot achter ons, waarna het land ons direct al zijn weidsheid toont. We zetten koers richting de stad Pitesti, tanken bij een tankstation waar mijn GSX-R een nette 19 liter blijkt te kunnen absorberen en drinken ergens een voortreffelijke Turkse koffie. Hebben ze hier blijkbaar toch iets positiefs overgehouden aan enkele eeuwen overheersing door de Ottomanen. Snel verder! Op de snelweg lijkt er niet echt een snelheidslimiet te gelden, althans niet voor de Porsche Cayenne’s, die wij dan maar vrolijk volgen. Ver boven de 200 staat het (ezels)verkeer echter niet toe. Maar goed ook, met een dergelijke snelheid zijn die zebrapaden op de snelweg ook best lastig in te schatten. We gaan secundair rijden en hier geeft één van die F650’s de geest. Niets meer. Helemaal dood. De brandstofpomp weigert dienst en wij duwen het kreng de bosjes in, leggen er een slot om en bellen het verhuurbedrijf. Die stemmen gelukkig toe een vervangende machine te brengen. De tijd doden we met een lunch van heerlijk gegrild vlees en onderwijl mokken de Nederlanders over de slechte kwaliteit van de geleverde motorfiets, terwijl de Roemenen in ons gezelschap op hun beurt de geweldige service van het verhuurbedrijf loven, dat zomaar een vervangende tweewieler komt leveren. Anderhalf uur later verschijnt een gele BMW K1200S en kunnen we onze weg vervolgen. Niet veel verder ligt het klooster Horezu. Dit is in de 17e eeuw opgericht door prins Constantin Brâncoveanu, die de culturele ontwikkeling van zijn land tot persoonlijk doel maakte. Opzienbarend, zeker in een tijd die werd overheerst door oorlogen. En daar zijn er nogal wat van gevoerd in deze regio, want Roemenië bevond zich altijd tussen Azië (Turken/Hunnen/Russen) en Europa (Romeinen, Habsburgers en Hongaren) in, en was daarom een echte conflictzone. Afijn, het klooster is een meesterstuk van de Brâncovean-stijl en staat terecht op de Unesco werelderfgoed lijst. De serene rust is overwelmend en hoewel de locatie geen reusachtige afmetingen kent, is de bijzondere sfeer voelbaar tot op het bot. De kapel met prachtige gouden decoraties vormt daarbij een schril contrast met het strak vormgegeven exterieur. Een heel ander contrast ontpopt zich wanneer we worden aangesproken door een hoogbejaarde monnik, die eerst geïnteresseerde vragen stelt over ons, ons leven, onze motorfietsen en vervolgens begint te orakelen over het feit dat hij vroeger ook motor reed. Op een getunede (!?) Jawa tweetakt. Na dit enigszins onwerkelijke levensbeschouwelijke intermezzo slingeren we de motoren weer aan, want we hebben nog een stevige rit te gaan. Vandaag willen we namelijk een lusje maken zodat we een naar verluid prachtige bergpas, de TransAlpina genaamd, kunnen rijden. Een uistekende keus o blijkt, een tien met een griffel voor dat strakke asfaltlint! Het weer is prachtig, het asfalt als nieuw en breed, de hellingen lekker, de uitzichten ruig en de bochten grotendeels wijd en snel met een enkele haarspeld ertussen. Echt een schitterende pas, die in 1935 door koning Carol II werd geconstrueerd. We vlammen vanuit Ranca naar boven over de ‘67C’, maar worden resoluut ingehaald door drie superbikes die ‘stevig aan hun veter trekken’, zoals één van onze Achterhoekers het noemt. Ik haak aan, maar dit tempo zou ik zelf nooit kunnen of willen rijden op deze onbekende weg. De knieglijders aaien over de grond en uiteindelijk tekenen hun achterbanden fijne zwarte strepen op het Roemeense asfalt, kicken hoor. Mijn GSX-R kwispelt van plezier en ik ben blij met de nieuwste Bridgestone S20’s, die net voor deze trip gemonteerd zijn. Aangekomen op het hoogste punt van de TransAlpina stuit ik op wat openlucht stalletjes waar artisanale producten als jam, honing en andere zaken worden verkocht. Vanaf hier laat ook de afdaling zich in zijn volle glorie aanschouwen, en die biedt behoorlijk wat krapper bochtenwerk. We gaan snel door, want we moeten nog door tot Voineasa, onze overnachtingsplek. Het wordt echter snel donker en ook blijkt de verharde weg op te houden. De laatste 60 kilometer rijden we over een onverharde weg welke eruit ziet alsof hij net gebombardeerd is, zoveel kuilen en gaten. We sukkelen met een gangetje tussen de 30 en 50 km/uur en hier is de Gixxer niet echt voor gemaakt, mijn polsen al helemaal niet. Voineasa blijkt een klein bergdorp, waar we worden begroet door een kudde geiten in de straten. We slapen in het enige hotel aldaar, dat prima voldoet en waar de motoren op de binnenplaats gestald mogen worden. Helaas is er geen restaurant, maar het dorpsfeest is een prima alternatief, waar riant bier wordt verkocht. De menukaart beperkt zich vandaag tot Mititei, pittige rolletjes gehakt, en gerookte forel die in de bergrivieren wordt gevangen. Dit wordt in de open lucht op een geïmproviseerde lange barbecue boven een kolenvuurtje bereidt. Ons diner bestaat uit twee gerookte forellen, twee hompen brood, een schep mosterd en twee halve liters bier. De kosten van dit topmaal: 5 euro! Er is bovendien live muziek, waarbij met name de steeds meer aangeschoten trompettist behoorlijk op de zenuwen werkt. De volgende ochtend blijkt dat er geheel tegen de verwachting in tóch een ontbijt is georganiseerd. En niet te kinderachtig! In de leeggeruimde garage staat een geïmproviseerde tafel gevuld met lekker pure producten. De blokjes wit spek smaken me goed, vallen echter niet bij iedereen in even goede aarde. Eigenlijk typeert dit ontbijt wel het denkproces in Roemenië: er wordt niets beloofd, weinig toegezegd, maar uiteindelijk komt alles wel voor elkaar. Een beetje sarcast zou nu kunnen opmerken, dat dit het tegenovergestelde lijkt van hoe de Westerse wereld in elkaar steekt. Bij ons Angelsaksische bedrijfsmodel lijkt men de korte termijn te prevaleren ten faveure van grote bonussen voor de directie. De tweede dag volgt de weg de Olt, een mooi meanderende rivier waarbij we worden begeleid door de diepst blauw denkbare hemel. Na een lus te hebben gereden komen weer terug bij de stad Râmnicu Vâlcea, gelegen aan de voet van de Karpaten. Vanaf hier zijn de pijlen gericht op de Transfãgãrãșan. Deze 90 kilometer lange pas over het Fãgãrãșan gebergte verbindt de provincies Walachije en het noordelijker gelegen Transsylvanië met elkaar. Onvermijdelijk om nu te vermelden dat TopGear deze weg, luisterend naar code 7C, uitriep tot mooiste rijervaring ooit, nadat ze er met Italiaanse supercars overheen geknald waren. Dat was zeker een stimulans om deze trip te maken. De pas in aangelegd tussen 1970 en 1974 in opdracht van Ceausescu en maakte deel uit van zijn verdedigingsplan, maar er wordt ook gefluisterd dat hij is aangelegd om de TransAlpina te overtroeven. Het eerste deel slingert lekker tussen de bergwand en de Arges rivier, waarbij het achterland zich als typisch Alpenlandschap presenteert, met veen dennenbomen en groene alpenweiden. Al snel bereiken we de Vidrarudam, gebouwd in 1965 en destijds met zijn lengte van 305 meter en hoogte van 165 meter één van de grotere stuwdammen ter wereld. De dam genereert 400 GWh aan elektriciteit, genoeg voor zo’n kleine 200.000 huishoudens. Aansluitend begint de echte klim naar het hoogste punt op 2.134 meter. De maximum snelheid is 40 km/uur, maar da’s meer een indicatie van de gevaarlijkheidsgraad dan een gebod. Al ligt dankzij de talloze haarspeldbochten de gemiddelde snelheid inderdaad niet hoog. De balhoofdlagers zijn zowat versleten van het sturen als we eindelijk boven arriveren bij het Baleameer. Dit gletsjermeer dient sinds 2006 elke winter als grondstofleverancier van het ijshotel dat er wordt gebouwd. Deze is in gebruik van november tot en met april. Van ijs is vandaag gelukkig geen sprake, wel van een waanzinnig uitzicht op zowel de zuidelijke kant waar we omhoog zijn gereden zijn, als de prachtige afdaling aan de noordzijde die uitloopt in een schitterende vallei. De afdaling is spectaculair dankzij een combinatie van zeer krappe hairpins, het feit dat er veel te zien is en het toch wel erg slechte asfalt. Het is brokkelig met extreem veel lengterichels, en dat vinden tweewielers nu eenmaal niet lekker. Toch maakt deze ongewone combinatie de uitdaging des te groter en is elke meter een genot. Op weg omlaag koop ik nog snel een pot honing en hoop maar dat deze niet lekt in mijn tanktas. Een T-splitsing markeert het einde van de pas, waarna we rechtsaf slaan naar Fagaras, waar we zullen overnachten. De motoren moeten buiten staan en dat is weinig geruststellend. Maar goed, eerst maar eens aperitieven in de stad. Na een aardige Roemeense rode wijn en een aantal sensationele hapjes gaat het terug naar het restaurant bij ons hotel. Aansluitend aan het diner worden we aldaar getrakteerd op Palinka, het sterke broertje van de Tuicã, de pruimenjenever die we bij Daniël thuis kregen. Wij heffen het glas en proosten. En daarbij blijft het niet bij slechts één keer. Laten we het zo stellen, die nacht val ik in een bijzonder diepe slaap en de volgende ochtend maak ik niet mijn meest flitsende start ooit. Vandaag rijdt iedereen, mezelf incluis, opvallend tam. We gaan naar Bran Castle, ooit de residentie van graaf Vlad III ‘Tepes’, die model stond voor Bram Stoker’s Dracula. Zijn bijnaam luidde Vlad Tepes, Roemeens voor ‘spies’. Driemaal raden wat hij met zijn tegenstanders deed. De graaf voerde een bikkelhard en wreed schrikbewind, maar zorgde wel voor rust en vrede in een roerige tijd in een oorlogsgebied. Het was geen man van taakstraffen of verzachtende omstandigheden, het een bijna bizar om te zien dat zijn kasteel best lief en gezellig aandoet. Het kasteel staat niet ver bij Brasov vandaan en vanaf daar leidt een vierbaansweg naar Ploiesti. We rijden stevig door, als op een gegeven moment rechts van mij, op de invoegstrook, een motorfiets met hoge snelheid invoegt, naar links lelt waarna het gas nog verder opengaat. Ik volg en zodra ik dichterbij kom, meen ik er een jongedame met blote benen achterop te ontwaren. Best asociaal van de bestuurder, zo neem je je vriendin toch niet mee? Op het moment dat ik nog dichterbij kom, zie ik echter dat ze zelf rijdt! Helm met donker vizier, zwart lederen rock & roll jack, blote benen, maar dan wel kekke racelaarsjes eronder. Ze besluit nog wat kolen extra op het vuur te gooien, ik volg, uiteraard volop genietend van het uitzicht van het opwaaiende rokje. En ze gaat ervoor, links en rechts wordt er ingehaald, waarbij ook de vluchtstrook en zelfs de rijbanen van het tegemoet komende verkeer door haar niet worden geschuwd. Na een kilometertje of vijftig zijn de F650’s riant uit beeld. Omdat ik mijn motor in Plloiesti moet afgeven bij de terminal van Wim Bosman Transport, duik ik een tankstation in. Al snel verzamelt een deel van de groep zich en tot mijn verbazing zie ik de jongedame op de zwarte GSX-R daar ook ineens. We spreken elkaar en met een grote lach bedankt ze ons voor de ‘great ride’. Waardeert het bovendien dat ik zo beleefd was om haar niet in te halen. Ze heeft tenslotte ‘slechts’ een 750, dus dat had volgens haar met mijn duizend makkelijk gekund. Met elke zin die ze uitspreekt, stijgt het Joe Bar-gehalte van onze ontmoeting. Wel een waardige afsluiting van onze rondrit door het geweldige Roemenië. Een wijds land waar nog heel veel zaken puur zijn, soms wat rauw en ruig, maar ook heerlijk om te zien dat mensen niet altijd in zo’n keurslijf zitten, zoals wij nogal eens plegen te doen. Een verademing! ________________________________________ INFO ROEMENIË Ligging: Zuidoost-Europa, aan Zwarte Zee Buurlanden: Bulgarije, Servië, Hongarije, Oekraïne en Moldavië Hoofdstad: Bucuresti, oftewel Boekarest Afstand vanaf Utrecht: 2.170 km tot Boekarest Oppervlakte: 238.000 km² (5½ keer Nederland) Inwonertal: 19,3 miljoen Taal: Roemeens, nauw verwant aan Italiaans Schrift: Latijns, alfabet bestaande uit 28 letters, met de toevoeging van verschillende diakritische tekens (ã, â, î, ș en ț) Munteenheid: Leu (meervoud Lei), 1 euro is 4,5 Lei Tijdverschil: +1 uur (GMT+2) Klimaat: in Roemenië heerst een typisch landklimaat, dus hete zomers en barre winters. Landschap: de Karpaten is een bergketen die dwars door Roemenië loopt en mede daardoor is er een diversiteit aan landschappen. Er zijn brede stranden, maar ook uitgestrekte oerbossen, waar veel wild leeft. Daaronder Europa’s grootste populatie lynxen, wolven en beren. Beste Tijd: voor motortochten over bergpassen is juni tot midden september het meest geschikt. Wetenswaardigheden: nadat de Russen Roemenië bezetten tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het een socialistisch/communistische staat. In 1967 werd Ceaușescu benoemd tot staatshoofd, hij groeide uit tot een echte dictator, waarbij persoonsverheerlijking zijn voornaamste strategie was. Onder zijn dictatuur waren onderdrukking en marteling aan de orde van de dag, al hechtte Ceaușescu ook veel waarde aan een uitgekiend onderwijssysteem en uitgebreide gezondheidszorg voor het hele volk. Na de volksopstand in 1989 werden hij en zijn machtsbeluste vrouw Elena na een kort schijnproces geëxecuteerd. Hierna begon de periode van vrije markteconomie. Sinds 2007 is Roemenië lid van de EU. Contact: www.romaniatourism.com, www.welcome2romania.ro ________________________________________ [KADER MOTORFIETS TRANSPORT] MOTORFIETS TRANSPORT De 2170 kilometer naar Boekarest zijn uiteraard prima te rijden, maar met slechts vijf dagen tot onze beschikking besloten wij te vliegen. Omdat het met je eigen motorfiets toch het fijnst rijden is, ben ik toen eens naar mogelijkheden voor motortransport gaan zoeken en kwam zo terecht bij Wim Bosman Transport. Die hebben namelijk sinds enige jaren een enorm warehouse in Ploiesti, op slechts 50 kilometer van Boekarest. Bovendien beschikt de firma sinds kort over specifieke motorfietskratten. Mijn Suzuki was daarbij wat extra ingepakt, onder andere met wat doeken om de tank en uitlaat, en werd perfect getransporteerd. De prijs is afhankelijk van hoeveel haast je hebt en de groepsgrootte, maar reken op een bedrag tussen de 250 en 300 euro per motorfiets. Bijkomend voordeel, je kunt ook behoorlijk wat bagage meegegeven zodat je lekker licht kunt reizen in het vliegtuig. [Bild Motortransport]

Lees meer over

BMW Suzuki

Gerelateerde artikelen

Eerste Test BMW R1300GS Adventure

Eerste Test BMW R1300GS Adventure

31 oktober, 2024

Afgelopen juli greep BMW haar eigen Motorrad Days in Garmisch Partenkirchen aan om de jongste Adventure-exponent ...