+ Plus

Reizen Nordrhein-Westfalen

Grote steden, grote industrie en grote autowegen. Wie alleen aan deze stereotypen denkt als het gaat om Noordrijn-Westfalen, ziet duidelijk iets over het hoofd. Deze Duitse deelstaat heeft namelijk heel wat meer te bieden dan enkel het betongrijze, oersaaie Roergebied. Stap maar eens achterop!

Weet je nog wat een fluxcondensator is? De doos uit de bekende jaren ’80 filmhit ‘Back to the Future’ waarmee je door de tijd kunt reizen. Ik heb dat ding aan boord, neem ik aan. Ik wilde naar de radiotelescoop van Effelsberg gaan, een soort van grootse slakom met een doorsnee van 100 meter, die zelfs het kleinste windje tussen onze aarde en het einde van het universum niet ontgaat. Maar volgens mij ben ik decennia terug gezet in de tijd. Daar waar ik nu net ben gestopt, is van de enorme slakom nog maar net een koffieschoteltje overgebleven. En het ding ziet eruit alsof het dateert uit de vroege kinderjaren van Mr. Spock. En dat allemaal midden in de Eifel. Hier klopt iets niet!
De fluxcondensator is vrij snel ontmaskerd. Mijn eigen tijdmachine prijkt midden voor me op het stuur en luistert naar de afkorting GPS. OK, ik moet toegeven dat de sprong in de tijd ook te wijten zou kunnen zijn aan een bedieningsfoutje van de GPS-condensator. Van de andere kant, wie weet er überhaupt dat de Eifel helemaal vol is geplaatst met interstellaire luisterposten. Als er ‘telescoop’ in het adres staat, dan moet dat toch wel die in Effelsberg zijn, was mijn ietwat naïeve gedachte een tijdje terug ten onrechte, zo blijkt. Aan de andere kant is deze mini-telescoop, die luistert naar de naam Astropeiler, misschien zelfs wel sierlijker dan het reuzengeval dat hier ergens in de nabije omgeving bivakkeert. In ieder geval word je met je motorfiets niet zomaar binnengelaten bij de 100 meter doorsnee schotel, bij deze wel.
Aangemoedigd door deze toevallige vondst start ik mijn twin en zet koers naar de Rijn. Een uurtje later rijzen er melkkleurige wolken boven de rivier op. Onder de kleurloze hemel kronkelt de anders zo pittoreske drakenrots zich als een draak met buikpijn. De veerpont brengt ons naar de ‘Schäl Sick’, de andere zijde van de Rijn waar de Germanen huishielden gedurende de Romeinse periode. Achter Bad Honnef worden we begroet door een steeds bochtiger wordend weggetje, weggedoken onder een ondoordringbaar bos. De komende tijd zullen we de hemel even niet meer zien en moeten we het tempo aanpassen. Aan de wegrand dicteren borden met getallen in rode cirkels het tempo. Even soepel warmdraaien voor de volgende etappe. Niet eens zo gek eigenlijk. Ik weet ook al wat me daar te wachten staat: het Bergisches Land, ofwel Bergse Land. Bovendien ontmoet ik er ook mijn twee reisgenoten voor de komende dagen: Andy en Bernd.

De hemelse melkkleurige smurrie is ondertussen vertrokken. We rijden onze neus achterna, precies zoals het ons maar net uitkomt. Links, rechts en weer links. Hohkeppel, Thier, Gimborn. Onrustige provinciale wegen, zomergroene ronde bergtoppen. Noordrijn-Westfalen is de Duitse deelstaat met de meeste industrie. Welke industrie? Hier in de achterkamer van Keulen en het Roergebied is er, gelukkig welteverstaan, niet veel meer van te zien. De omgeving is frisgroen, het Roergebied is niet meer dan een vermoeden van een ver verwijderde werkelijkheid. Tijd voor een korte koffiepauze bij een van de vele Bergse stuwdammen. Er verschijnt een brede grijns op Bernds gezicht: “Dat had ik nou niet gedacht, dat het hier zo waanzinnig mooi zou zijn.” “Ben je al een keertje in het Sauerland geweestdan? Het Rothaargebergte?” “Nee.” “Nou, dan wordt het straks nog een stuk beter!”
Voor het zover is, gaan we eerst nog met een grote boog in zuidelijke richting. Vanaf Ruppichteroth het Siegtal in. Tien kilometer lang over een geasfalteerde weg langs kreupelbos, zonder ook maar een enkele stad of groot kruispunt tegen te komen. Ik rijd voorop, Andy komt er achteraan met zijn Nuda en Bernd komt er hobbelend als een gemotoriseerde monoliet achteraan. Ik ben hier al een tijdje niet meer geweest. Blijkbaar te lang, anders had ik het wel geweten: de altijd bijzonder onderhoudende B256 is richting Waldbröl gedurende het weekeinde voor motoren gesloten. Enkele meters verderop klimt een merkwaardige wegomlegging in dezelfde richting de berg omhoog. Helemaal zo slecht nog niet!
“Weet jij wat dat hier is?” Bernd wijst telkens weer op de menukaart. Zojuist zijn we aangekomen bij een pensionnetje tussen Lister- en Biggesee. Waarschijnlijk waren we nog wel een stukje verder gereden als we niet allemaal zo een knorrende maag hadden gehad. Het is de hoogste tijd voor het avondeten en Bernd wordt geconfronteerd met een culinair raadsel: “Wat is Potthucke?” De waardin verschaft opheldering: een schaal of pot aardappeldeeg met een worstvulling. Omdat het deeg vaak achterblijft (hucken) in de schaal (Pott) heet het geheel Potthucke.

Met vertraagd hanengekraai verlaten we het pension en rijden we het vroeg in de ochtend Sauerland door. Vakwerkidylle pur sang, verzorgde dorpspleinen, land van de duizend bochten. Hoewel duizend? Als ik het zo globaal even bekijk, zijn het er waarschijnlijk wel meer. Welnu, dat zullen we meteen even checken. Naar boven, op naar het eerste hoogtepunt, naar de Hohe Bracht. In een vloek en een zucht zit ik al op vijftien bochten. Hup naar beneden, naar Lennestadt. Nog eens vijfentwintig. Meteen na Oberhundem raak ik voor het eerst in de war. De geweldige serpentinebochten verlangen de volle 100% van mijn toch al bescheiden concentratie. 38? Of waren het er toch veertig? Ah, kom op, het zijn er vast veertig geweest. Het begin van de bebouwde kom van Bad Laasphe. Hoe spreek je dat eigenlijk uit? Laaspe of Laasfe? Eh, momentje! Hoeveel bochten had ik nou geteld?
Voor ons is Bad Laasphe het point of return. Nog een aantal meters en dan zouden we in Hessen zijn. Onze toer richt zich echter op Noordrijn-Westfalen en daar is nog meer dan voldoende te beleven, Hessen bewaren voor een volgende keer! De Kahler Asten, het Weserbergland, en al wat nog meer staat vol ongeduld op ons bezoek te wachten. En de tijd is niet eindeloos. Dadelijk is het al drie uur en we zijn amper vooruitgekomen. Daarentegen is het plezier des te vetter. Dat was in januari 2007 was het wel eventjes in Sauerland. Orkaan Kyrill maaide in het Sauerland zoveel hout om, dat de boswachters voor het wegvoeren daarvan een colonne vrachtwagens nodig hadden van de Noordpool tot aan Kaapstad. Dat bleek een utopie, het hout bleef daarom liggen en de sporen van de storm zijn zelfs nu nog te zien. Maar dat heeft ook zo zijn voordelen, vertelt ons een ingezetene. “Sommigen denken dat wij achterlijk zijn, omdat het hier zo afgelegen is en op sommige plaatsen de tijd lijkt stil te hebben gestaan. Dat is natuurlijk onzin, we weten heel goed wat er allemaal gebeurt op aarde, we kunnen het alleen niet zien omdat het verstopt lag achter al die bomen.” Inderdaad openbaart zich nu menig panorama dat tot 2007 eeuwenlang verscholen lag achter al het hout. Niet alleen vanaf de Kahler Asten, de op een na hoogste berg van de deelstaat. De hoogste berg, de Langenberg, wil eigenlijk niemand kennen. Een saai geheel en bovendien maar 1,3 meter hoger dan de Kahler Asten, dat telt eigenlijk niet. Hij ligt ook nog eens veel verder verwijderd van Winterberg, het centrum van de après-bikers en skidronkaards.
De duizend officiële bochten verdwijnen zo langzamerhand in de achteruitkijkspiegels. Op zich spijtig, ware het niet dat daarvoor in de plaats de duizend inofficiële bochten van het Teutoburger Wald zich aan het voorwiel melden. Ergens hier heeft Hermann, de oude Cherusk, de Romeinen getrakteerd op een dusdanig pak rammel dat ze eerst even geen zin meer hadden in Germanië. Waar het robbertje vechten precies heeft plaatsgevonden, daar ruziën de experts tot op de dag van vandaag nog over. Een fluxcondensator zou wat dat betreft nu best even handig zijn. Eventjes 2003 jaren terug in de tijd en we zouden het weten.
Dapper is men hier vandaag de dag trouwens ook nog. De laatste meters door het Noordrijn-Westfaalse achterland leiden ons naar de Köterberg. Al van veraf prijkt de telecommunicatietoren boven de horizon. In zijn schaduw verzamelen zich supersporters, cruisers, enduro’s, gewoonweg alles met twee wielen en een motorblok. Dit tot ongenoegen van de dorpsbewoners direct onder de ontmoetingsplaats. Meerdere krantenartikelen die zijn opgehangen aan de muren van het Köterberghaus gaan over het absurde gevecht om de berg. Ik ruk mijn aandacht los van de blaadjes en draai me om naar Andy. Die zit op een houten barrière en laat langzaam warm bronwater door zijn keel stromen, terwijl hij in oostelijke richting kijkt. Windkrachtcentrales, ergens verder beneden de Wezer en in de verte glinstert de Harz. Een zomer zoals een zomer hoort te zijn. En ook een motortocht zoals een motortocht hoort te zijn. En daarginds gaat het gewoon weer verder!

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...
Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...