Nieuws

Reizen Noord-Argentinië

De planning was een korte loop door het woestijngebied aan de voet van het Andesgebergte, met bezoekjes aan enkele stoffige stadjes, zoutvlaktes, buitenaards mooie gekleurde landschappen en zicht op met sneeuw bedekte vulkaantoppen. Die korte loop werd een maandenlange prachtexpeditie waarbij we onder meer zochten naar de authentieke Argentijnse gaucho’s!

Het is een werkelijke bitterkoude dag wanneer we op de Paso de Jama, op 4.200 meter hoogte, de grens van Chili naar Argentinië oversteken. De wind gaat als een razende tekeer en doet verwoede pogingen om ons met motor en al van de weg te blazen. Uitgeput zijn we, wanneer we aankomen bij een klein hotel langs de weg. De eigenaar stelt ons de gebruikelijke vragen. Waar komen we vandaan? Waar gaan we heen?

Deze keer echter blijkt de eigenaar een uitbundige prater met een schat aan waardevolle informatie, die hij sneller deelt dan wij kunnen absorberen. De forse man maakt het zich gemakkelijk aan onze tafel in het café/restaurant. Zijn Engels is meer dan goed genoeg om een fatsoenlijk gesprek te voeren en dat is maar goed ook. In het Spaans komen wij helaas nog altijd niet verder dan het bestellen van bier en een schamel dankjewel. “Weten jullie dat volgende maand in Salta het festival ter ere van de Guacho’s plaatsvindt?”, vraagt hij. En legt vervolgens uit dat de gaucho een legendarische folklorefiguur is, die eruitziet alsof hij zijn paard rechtstreeks uit een westernfilm naar het echte leven heeft gereden. Deze nomadische Argentijnse cowboys verzorgden in vroegere tijden het vee dat op de uitgestrekte haciendas (boerderijen) rondtrok. Zij dragen kenmerkende rode poncho’s, leren laarzen, koeienhuiden als beenbescherming en opvallende hoeden. Elk jaar rond 17 juni verkleedt de stad zich om een ode te brengen aan haar meest tot de verbeelding sprekende burgers. Het festival is niets minder dan een weekend vol parades en uitgebreide feesten met barbecues. En laat dat ons nu als muziek in de oren klinken!

“Het zijn de gaucho’s van Güemes en zij herdenken tijdens het festival hun geliefde commandant Martín Miguel de Güemes”, vervolgt onze gastheer zijn verhaal. “Een echte Argentijnse held, geboren op 8 februari 1785. Hij vocht voor onze nationale onafhankelijkheid en heeft er een groot aandeel gehad dat de Argentijnse nationale vlag vandaag de dag zo trots wappert.”

Salta is niet heel ver weg, via de snelste weg zouden we er in een uurtje of zes zelfs kunnen zijn. Maar we willen natuurlijk veel meer zien. En ondanks dat we behoorlijk wat tijd tot aan het festival hebben, drukt onze gastheer ons op het hart dat we waarschijnlijk niet voldoende tijd hebben alle mooiste onverharde wegen, warme stadjes en meest schilderachtige landschappen van dit deel van Argentinië aan te doen. Hij omcirkelt daarom een aantal plaatsen op onze kaart die we minimaal moeten bezoeken. De kennis van de plaatselijke bevolking heeft ons al vaker op onvergetelijke plaatsen gebracht, die we anders nooit zouden hebben ontdekt. Google biedt maar tot zeker hoogte uitkomst, maar wil je mooie plaatsen zien waar niet veel toeristen komen, praat dan met de lokale bevolking.

De krabbels op de kaart lijken wel op mazelen, zoveel stippen zitten erop. Uit eigen onderzoek bleek dat reizigers in het algemeen niet heel veel tijd doorbrengen hier. De reden ook dat we een week of twee voor deze regio hebben uitgetrokken. Nu dringt het tot ons door: of die mensen jagen de Ruta 40 af of op om te kunnen zeggen ‘been-there-done-that’, of er is echt niets te zien. We gaan echter uit van de kennis van onze nieuwbakken vriend en besluiten om het een kans te geven. We trakteren de gastheer nog op een biertje en gaan aansluitend naar onze kamer.

Deel van het nieuwe plan is om stukjes van de Ruta 40 te pakken en de leuke dorpjes eraan te verkennen. Stadjes als Cafayate bijvoorbeeld, dat in de wijnstreek ligt. De legendarische Ruta 40, of Nationale Route 40, is de langste weg van Argentinië en een van ’s werelds grootste rij-avonturen. Hij loopt van noord naar zuid door Argentinië, parallel aan het Andesgebergte, van La Quiaca aan de Boliviaanse grens tot Cabo Vírgenes in de provincie Santa Cruz, het meest zuidelijke punt op het continentale grondgebied van Argentinië. De route beslaat meer dan 5.200 kilometer en doorkruist elf provincies, twintig reservaten en nationale parken, dertien grote meren en zoutmijnen, 126 bruggen en 26 bergpassen.

Hij brengt je bovendien tot een maximale hoogte van 5.000 meter. Niet de hele route is zo enerverend en daarom slaan we delen over om door de bergen te rijden over oude zandwegen. Sowieso pakken we zoveel mogelijk onverharde wegen, simpelweg omdat deze meer avontuurlijk zijn. Voor offroadliefhebbers is het hier een waar walhalla. De meeste wegen zijn in goede staat, relatief hard, maar zoals altijd met interessante stukken zand, wasbord, rotsen en verhoogde middenruggen. Dat vereist weliswaar opperste concentratie, maar daarvoor in ruil krijg je een plezierniveau dat tegen de tien aanschurkt. Voeg de nodige bergpassen en enkele serieuze single-tracks aan de mix toe en je hebt alle ingrediënten voor een onvergetelijke reis. Dat gezegd hebben, een fout is hier zo gemaakt en de hulpdiensten zijn niet om de hoek. Dat maakt het rijden nog veel prikkelender.

De volgende dag voert de route ons dwars door het grootste zoutmeer in Argentinië, de Salinas Grandes. Deze uitgestrekte zoutvlakte ligt slechts 180 meter boven de zeespiegel en is de derde grootste zoutvlakte ter wereld. We maken een korte stop, waar ons wordt verteld dat we niet alleen op het zoutmeer mogen rijden. Dat wordt dus helaas de omweg via Seclantes, wat nog een behoorlijk eind rijden is.
Seclantes, een klein dorpje aan de Ruta 40, ligt ongeveer 160 kilometer ten zuiden van Salta. We hebben er afgesproken met een Zuid-Afrikaans/Duits koppel dat er een oase voor reizigers is begonnen. Johan en Martina, beiden doorgewinterde motorreizigers, hielden zo van het gebied en van Argentinië, dat ze een kleine boerderij buiten Seclantes kochten. Met de hulp van reizigers creëerden ze tegen kost en inwoning een prachtige, kleine en kleurrijke hut met een open keuken aan de zijkant. Volledig zelfvoorzienend en off-the-grid. Op een open veld met een kleine wijngaard is er ruimte voor tenten gemaakt.

Het is de perfecte uitvalsbasis om de regio wat te verkennen en om de motorlaarzen ook een paar dagen rust te gunnen. We genieten van de omgeving, maar vooral ook van hun ongelooflijke gastvrijheid. Het stel is beroemd om de beste steenovenpizza’s van heel Zuid-Amerika en die laten we ons dan ook goed smaken. ‘s Avonds kijken we tot laat naar de Melkweg, terwijl we de verschillende route-opties bespreken.

Die brengt ons in eerste instantie weer terug naar het noorden, naar de Boliviaanse grens en Abra del Acay, het hoogste punt van de Argentijnse Ruta 40 op 4.972 meter. De onverharde piste schrijft pret in hoofdletters, al transformeert de weg in het regenseizoen tot een glibberig monster dat bijna niet te bedwingen is. In de winter daarentegen, is het er stervenskoud. Vaak is het landschap op grote hoogte weinig indrukwekkend, behalve cactussen en kort gras is er doorgaans weinig te zien. Hier echter zijn de glooiende heuvels in een bonte kleurenpracht gehuld en voorzien de omringende bergtoppen in een indringend panorama.

Op de terugweg maken we een omweg naar Iruya, een klein dorp met ongeveer duizend inwoners. Het pittoreske stadje ligt aan de Iruya rivier, genesteld in het dramatisch ogende Altiplano landschap. Het is de plaats waar de condor leeft en wanneer je de stad binnenrijdt, bekruipt je het gevoel dat de tijd er stil heeft gestaan. Alleen al vanwege de pittoreske plaatselijke kerk, Iglesia Nuestra Senora del Rosario y San Roque, die uit 1690 stamt. Het plaatsje ligt middenin een ravijn, met slechts één onverharde toegangsweg. Wanneer het regent, kan er niemand in of uit.

De bewuste weg telt talrijke slingers, haarspelbochten en ronduit gevaarlijke afdalingen. Hoge kliffen van honderden meters hoog omzomen op veel plaatsen de weg, die ook nog eens verschillende rivieren doorkruist en eindigt bij Abra Del Cóndor, een hoge bergpas op 3.942 meter hoogte. Dan daalt de weg plotseling richting Iruya in, waarna we door een rivierbedding rijden en via een andere kloof naar San Isidiro gaan. Het ontdekken van het gebied voelt als een kind op zoek naar paaseieren. De meest fantastische wegen brengen ons naar nóg oogverblinder plekken. Het is hier simpelweg oogstrelend mooi.

Alle puzzelstukjes vallen hier in elkaar: prachtige rotslandschappen, regenboogkleurige en vuurrode bergen, okergele woestijnen waar lama’s rondzwerven, houtskoolgrijze lavastromen, prachtige zonsop- en ondergangen, de frisse lucht, enorme stiltes, zwarte vulkaankegels en schilderachtige stadjes met kleurrijke pleinen en maagdelijk wit gekalkte koloniale kapelletjes. Maar bovenal is het de vriendelijkheid en hartelijkheid van de mensen die me raken!

We hebben bericht van Johan. Er waren wat twijfels over het doorgaan van het gaucho festival, maar hij weet te melden dat het definitief doorgaat. Moeten we dus snel een overnachtingsplaats in Salta reserveren. Op weg naar het festival stoppen we bij de Cerro del Hornocal, ook wel het gebergte met veertien kleuren genoemd. Een waar spektakel van pastelkleuren op een bergmassief, dat nog indrukwekkender oogt dan de regenboogbergen in Peru, die we ooit bezochten.

Het is vrijdag wanneer we eindelijk Salta binnenrijden, met op sleeptouw ontelbaar veel gaucho’s. We zijn net op tijd voor het festival. ’s Avonds kondigen enorme vreugdevuren met rooksignalen het begin van de festiviteiten aan. Het wordt een uitbundige avond. Gaucho’s in hun traditionele kleding verzamelen zich met hun paarden bij de vuren rond het monument en bewaken deze de hele nacht. De prachtig verklede vrouwen met hoeden met brede rand maken de plaatselijke folklore compleet.
Op zaterdag begon de officiële parade rond de klok van drie. Duizenden deelnemers, unaniem in kleurrijke kleding gehuld, marcheren door de straten en volgen de bijna tweeduizend guacho’s te paard. Allemaal houden ze van hun paarden, de traditie en de gezelligheid. Alles verloopt opvallend rustig, er is nagenoeg geen politie op de been om de festiviteiten en mensenmassa in goede banen te leiden. Alles verloopt vloeiend, zonder enige problemen. Ja, het is een gecontroleerde chaos, maar ik kan ongehinderd foto’s maken en de mensen kunnen doen wat ze willen.

Die vrijheid is eigenlijk kenmerkend voor het hele noordelijke deel van Argentinië. Hier ligt authenticiteit, het gevoel van vrijheid en het leven van het land dicht bij het hart. Alleen al over deze regio kun je een boek vol schrijven.
Dat blijkt eens temeer een paar dagen later tijdens een kortstondig verblijf in het meer zuidelijk gelegen Cafayate, waar waarschijnlijk enkele van de allerbeste wijnen van Argentinië, zo niet van de wereld, door kleine bodega’s worden geproduceerd. De woestijnachtige levensstijl verleent een zekere relaxte charme aan de plaats met zijn talrijke familiezaken en drukke restaurants rond de centrale plaza. We hebben inmiddels veel van de wereld gezien, maar weinig plaatsen hebben ons zo in het hart gesloten als deze regio!

Gerelateerde artikelen

Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...
Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...