Nieuws

Reizen Gorges du Verdon, Frankrijk

Het is zonder twijfel één van de meest mooie kloven van Europa en herbergt een ware schat aan geologische herinneringen aan deze prachtige planeet. Samen met vrienden duik ik de indrukwekkende omgeving rond de Franse Gorges du Verdon in, adem de lucht van avontuur en vier de terugkeer van een gevoel dat in de vergetelheid was geraakt!

Weet je nog hoe het voelde wanneer je als klein kind een grote verrassing te beurt viel? Weet je nog dat je probeerde die bijna onvoorstelbaar grote opwinding in één woord samen te vatten? Dat was natuurlijk altijd gedoemd om te mislukken. Meestal kwam er niet veel meer uit dan alleen maar een ‘Phoe!’. En als je helemaal plotseling werd overvallen door verbazing leek het wel of er een teug valse lucht ontsnapte: ‘Pfffoeoeoe!’ En dan met de nadruk op ‘pf’. Maar laten we onszelf niet voor de gek houden, niet alleen de dagen van de kindertijd liggen al lang en breed achter ons, ook de oprechte verbazing is door de stroom van beelden, video’s en ervaringen inmiddels behoorlijk verschraald. Het is al snel een kwestie van ‘gezien’, ‘ken ik al’ of ‘iets soortgelijks heb ik ooit eens gedaan’. En dat is eigenlijk heel erg jammer. De herinnering aan die oprechte blijdschap en onverwachte gebeurtenissen blijft echter. Iets dat waarschijnlijk voor iedereen in meer of mindere mate wel geldt. Daarom ben ik ook zo opgetogen momenteel, want ik wacht op een plek waar de heropleving van ‘pfffoeoeoe’ heel dicht in de buurt is!

Idyllische huizen, kabbelende fonteinen, zwevende ochtendrust. In alle stilte zitten Raoul en Thierry bij hun motorfietsen voor onze herberg in Moustiers-Sainte-Marie op mij te wachten. Ik ben iets te laat uit bed gekomen. En dat terwijl juist ik degene was die gisteravond zo hoogdravend hamerde op een vertrek bij zonsopgang. Maar ja, om zes uur ’s ochtends vertrekken zonder ontbijt is niet voor iedereen weggelegd. En dat ondanks dat er toch wel iets heel bijzonders op de planning staat!

De boomstammen ogen nog bleek in het vroege ochtendlicht, het wateroppervlak dof. Zou de zon al hoog aan de hemel staan, dan zou het ongelooflijke smaragdgroen van het Lac de Sainte-Croix het netvlies op alle mogelijke manieren prikkelen. De foto’s die we later van het meer maken, zien eruit alsof we alle filters van de foto-app op onze smartphones vol aan het werk hebben gezet. Toch is het alpiene water van de Verdon niet gekleurd door Photoshop, maar door erosie van kalksteen en microscopische flora. Op dit moment is er echter nog helemaal niets te merken van het optische spektakel dat zich over ongeveer een half uur hier bij het meer, maar veel meer nog in de Gorges du Verdon, gaat ontvouwen. In plaats daarvan treft een ander fenomeen ons met volle kracht!

Grillige kalkstenen wanden flankeren de weg, bizarre rotskegels nestelen zich op het netvlies en na een negentig graden bocht naar links, is het daar ineens. Als opgejaagd door een onvermoeibare turbine slaat de tegenwind uit de kloof plotseling vol tegen lijf en leden. Het trekt aan het stuur, geselt het lichaam. De nacht die nog niet helemaal uit het fysiek was geschud, is bij ons alle drie ineens verdwenen. Weg vermoeidheid, hallo opperste concentratie! We hebben maar één doel: weg uit deze wind. Volgende bocht, eerste uitkijkpunt! Hier stoppen is echter bijna onmogelijk vanwege de brute, aanhoudende rukwinden. Achter de voorlaatste bocht neemt de storm echter net zo hard af als ‘ie opkwam. Zelfs het gerinkel van de kleppen in de cilinderkoppen is ineens hoorbaar. Wat was dat? Een micro-orkaan?

Het is windstil en die gelegenheid nemen we te baat om te stoppen bij een parkeerplaats. Het gevoel van lichte angst maakt plaats voor een mengeling van emotie en verbazing. Mijn pupillen verwijden zich als die van een achtjarige met Sinterklaas. Daar beneden stroomt de meanderende rivier door de in kalksteen uitgesleten canyon. Als een herinnering aan het verleden van onze aarde. Niet alleen de rivier voert terug in het verleden, dat geldt ook voor mezelf.

Mijn allereerste motorreis bracht me enigszins toevallig naar de Verdon, waarvan ik alleen een paar halfbakken foto’s had gezien. Het was een beetje een noodzakelijk kwaad. De hoge Alpenpassen waren nog bedekt met sneeuw en dus onbegaanbaar. Er moest een alternatief plan worden bedacht en toen ik me de bewuste foto’s herinnerde, was het besluit snel gemaakt. Vanuit het oosten reed ik de Gorges du Verdon in, de weg was avontuurlijk, het asfalt misschien nog wel meer. Als jonge adolescent op twee wielen was ik eigenlijk van plan om hier het beschikbare vermogen van mijn eencilinder er tot op de laatste druppel uit te wringen. Maar terwijl ik door de kloof raasde, veranderde ineens alles. Ik keek m’n ogen uit, in plaats van jagen werd het ervaren. Ik ontdekte feitelijk de schoonheid van natuur en landschap. Twee keer reed ik de volledige Gorges, ongeveer honderd kilometer waarin mijn sociale vaardigheden op motorgebied gestalte kregen. Motorrijden is meer dan alleen met het mes tussen de tanden bochten aaneenrijgen. Na een korte blik op de kaart bleek dat ik de omweg over de noordelijke bergkam over het hoofd had gezien, een fout die ik meteen goedmaakte. En toen: ‘Pfffoeoeoe!’. Sindsdien word ik aangetrokken door de Verdon als vliegen door stroop.

De Gorges du Verdon is uniek. Toen ik een medereiziger ooit eens mijn voorliefde voor de kloof opbiechtte, die als bijnaam de Grand Canyon du Verdon draagt, en die persoon riposteerde met de opmerking dat deze niet te vergelijken viel met de échte Grand Canyon in de VS, voelde ik me een beetje op de tenen getrapt. Nee, hij is inderdaad niet te vergelijken met de échte Grand Canyon, al was het alleen al vanwege de grootte. Maar waar je bij de Amerikaanse tegenhanger enkel langs de rand kunt lopen, wanneer je tenminste niet een paar dagen de tijd hebt om een afdaling te maken, rij je er hier middenin. Dwars door die diepe scheur in moeder aarde. De kloof duwt de weg als tanspasta uit een tube voor zich uit, die uiteindelijk uitkomt op het nog mistige plateau van La Palud.

Het enige gehucht op weg naar Castellane is net aan het ontwaken. Een gevlekte kat drentelt over de weg en met een metaalachtig geratel gaan net de luiken van de Bar de la Place open. Een café. Thiery’s vragende blik voelt bijna als een onuitgesproken smeekbede. Ik moet er bijna om lachen: “We zijn toch niet voor niets voor dag en dauw opgestaan om vervolgens alsnog de galavoorstelling te missen?” Hij knikt met enige tegenzin, terwijl hij naar een gordijn van mist wijst.

De geur van rozemarijn en tijm prikkelt de neusvleugels. Herinneringsgeuren. De boordcomputer geeft inmiddels een aangename 20° Celsius aan en de Provençaalse geuren stromen als een gratis luchtverfrisser langs het vizier. Tijdens het rijden bespeur ik ineens een onopvallend bord: ‘Route des Crêtes’. Achter het bord boort zich een lange rechte lijn naar de horizon. Raoul vliegt er dapper op af op zijn Ducati, Thierry volgt als gestoken door een wesp. Is dit nu het gevolg van het gebrek aan koffie? Het lange rechte stuk houdt het voor gezien en het asfalt slingert zich via een haarspeldbocht verder omhoog. Raoul werpt zijn Duc behendig door de bochten, Thierry’s remlichten flikkeren als een discobal en ik tik de boxer een paar versnellingen terug om de aansluiting niet te verliezen. Het verslavende spel voert ons iets te snel langs de mooiste plekken van de kloof, maar dat is niet zo’n probleem. Over een paar bochten stoppen we toch. Bij een koraalrif!

Het grind op de parkeerplaats knispert onder de banden, terwijl boven ons gieren in de thermiek zweven. De laatste nevelslierten verdwijnen in de zon. “C’est incroyable, dit is ongelooflijk”, fluistert Raoul alsof hij iemand zou kunnen storen. Maar behalve ons gezelschap is er niemand op de kliffen van Trescaire. Dat verandert ongetwijfeld in de loop van de dag, wanneer talrijke campers van sportklimmers hier neerstrijken. Honderden meters abseilen in een indrukwekkend en warm meer, waarin koraal is gemuteerd tot bergen. Hardnekkige macchia heeft zich erin vastgebeten. Achter ons knisperen banden in het grind. Klimmers? Nee, twee dames uit Engeland. ‘Gosh!’, roept er een, wat ik interpreteer als ‘pfffoeoeoe!’. De tijd die ze nodig heeft om alles met haar mobiele telefoon vast te leggen, sterkt me in de gedachte dat ik het bij het rechte eind heb wat betreft de schoonheid hier. De hoeveelheid MB’s die je nodig hebt om de volledige impact van het landschap vast te leggen, is oneindig. Thierry schraapt intussen hoorbaar zijn keel. “Koffie?” Hij grijnst.

Tussen de gestreepte rotswanden klinken de sonore klanken van onze tweecilinders. Het asfalt verschrompelt als een oude sinaasappel. We zijn in de Clues, een bijna volledig ingesloten wereld waar de ruige, vaak uitstekende rotsen het asfalt begeleiden. Wie het gesteente kan lezen, herkent de geschiedenis van de vorming van de Alpen. Bergreuzen omhoog gestuwd door de botsing van continenten. Dan ineens tegemoetkomend verkeer. Een bus laveert om de rotsen heen en gaat toch wel akelig dicht richting Raouls Ducati. Mijn hartslag stijgt, maar Raoul stuurt nonchalant langs de bus en loodst ons als door een geheime doorgang uit het labyrint van de kloof. Castellane. Koffie. Croissants!

Met suikerspiegel en cafeïnegehalte weer op niveau, keren we het levendige plein van Castellane de rug toe. De zon heeft nu flink aan kracht gewonnen. Kleine cumuluswolkjes drijven in het verder oneindige blauw. De rit naar de ‘Rive gauche’, de ‘linkerkant’ van de Verdon, voert ons aanvankelijk ver weg van de kloof. Hoe mooi die ook is, we zijn inmiddels ook wel erg blij dat we eindelijk gewoon kunnen rijden. En hoe! We slingeren over de D71 als de bal in een flipperkast op zoek naar een highscore. Steeds weer heeft de regio iets bijzonders voor ons in petto: de brug over de afgrond van Artuby, de tunnel bij de Balcons de Mescla. Dan wijken de bergen en vervagen de rotsen. In een laatste bocht gaat de Verdon over in het smaragdgroene Lac de Sainte-Croix. Eindelijk is het uitzicht weer vrij, ontmoet een prachtige, nieuwe horizon. Pfffoeoeoe!

Gerelateerde artikelen

Eerste Test CFMoto 450MT

Eerste Test CFMoto 450MT

11 april, 2024

Met de 450MT kan CFMoto zo maar eens vol in de roos schieten. De allroad is fraai gelijnd, lijkt op papier alle ...
Eerste Test Kawasaki Ninja 500

Eerste Test Kawasaki Ninja 500

11 april, 2024

Kawasaki en Ninja zijn net zo’n onlosmakelijke combinatie als de Dikke en de Dunne, Johan Cruijff en nummer 14 en ...
Eerste Test Honda CBR600RR

Eerste Test Honda CBR600RR

11 april, 2024

Ooit was supersport een gouden klasse, waarin de Japanse fabrikanten vele duizenden units verkochten, maar rond ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-