+ Plus

Motortaxi’s in Afrika

Zo klinkt een gangbaar begroetingsritueel in het Oost-Afrikaanse Tanzania. Ook wijdverbreid in het land zijn de ‘Boda-Boda’s; motortaxi’s, die je als het moet naar het meest afgelegen hoekje van het land brengen. Als Boda-Boda-passagier uit het buitenland wordt je met een heel uitbundig en hartelijk ‘Jambo’ begroet.

Uit de op de valbeugels gemonteerde luidsprekers dreunt Bongo Flava, een in Tanzania erg geliefde muzieksoort, die haast lijkt te versmelten met het stampen van de 150 cc ééncilinder chopper. Een 60-liter-trekkingrugzak hangt over de schouders en steunt op het brede bagagerek van de machine, waarvan het langgerekte zadel ook makkelijk drie volwassenen en in geval van nood zelfs een hele familie zou kunnen verstouwen.
De dertig graden tropenhitte wordt door de rijwind tot een aangenaam warme deken terug gekoeld, terwijl de motor soepeltjes langs dicht op elkaar staande bananenbomen, lilakleurige Bougainvillea en brede acacia’s suist. De weg van rode aarde slingert, klimt en daalt met krappe bochten en diepe gaten door een vruchtbaar landschap. Uit de bosschages langs de rand van de weg duiken af en toe nieuwsgierige apen op, terwijl spelende kinderen rennend en wild zwaaiend achter de motoren aan rennen. Bont uitgedoste vrouwen, balancerend met immense karaffen boven op hun hoofd, knikken ons vriendelijk toe en vanuit de schaduw onder de afdakjes van de vele kleine winkeltjes groeten rustende oudere mannen ons met een hartelijk ‘Jambo’, wat ‘hallo’ of ‘hey’ betekent. Zo worden hier gebruikelijk ‘Muzungus’, blanke toeristen, begroet. Wij, twee Muzungus, reizen door het Usambara-gebergte, gelegen tussen de Kilimanjaro en de Indische Oceaan. Het gebied is ongeveer zo groot als de Duitse Eifel en telt vele ruim 2.000 meter hoge bergtoppen. Daar willen we rondtrekken. Was de bedoeling. Daar zou ook het bij bloemenliefhebbers zo geliefde Usambara-viooltje in het wild moeten groeien. En die wilden we uiteraard graag zien, was de bedoeling.
Maar we hebben geen enkel viooltje kunnen vinden en ook de aanschaf van een paar nieuwe wandelschoenen was overbodig, want we zitten alleen nog maar op de motor. Eigenlijk had mijn liefste me voor deze reis een motorverbod opgelegd, als redacteur van een motorblad ben ik immers beroepsmatig al meer dan genoeg met de motor onderweg. En de laatste paar keer had ik de door ons geplande wandeltochten ook al eigenhandig omgezet in koffie-met-gebak-toertjes in het zadel van een dikke cruiser. Ik had me dus tandenknarsend ingesteld op een motorvrije, actieve vakantie door het Usambara-gebergte.

Maar dat pakt dus anders uit. Gelukkig. Müllers Farm, ons doel van deze dag, ligt nog steeds een dikke zeventien kilometer verderop. En naar Mtae, waar het Usambara ruim 1.000 meter steil naar beneden afloopt en waar beneden het Mkomazi National Park met zijn olifanten en antilopen zich voor je uitstrekt, is het nog drie dagmarsen lopen. Poeh. De met tent, proviand en slaapzakken gevulde zware zak op de rug trekt me als een worstelaar naar beneden. Zweet druppelt van mijn voorhoofd en mijn shirt is na de laatste klim zeiknat geworden. In het volgende dorp hangen in de schaduw een paar jongeren rond hun motoren. “Jambo!”, roepen ze en wenken ons. We vragen of er ergens een bus rijdt. Ja, misschien. Vervoersmogelijkheden als een bus zijn er in deze uithoek van het Usambara er nauwelijks, en bovendien is de dienstregeling verre van betrouwbaar. De mensen hier maken daarom veelvuldig gebruik van Boda-Boda’s, motortaxi’s. Ze wijzen naar hun motoren, eencilinder viertakten uit China en India en van merken waar we bij ons in Europa vaak nog nooit van hebben gehoord. Boxer, King Lion, Huoniao, Sanlg of Shineray. Onderdelen voor de 10 pk sterke 125’s tot 175’s, die als een trekker ieder type weg aankunnen, koop je hier gewoon bij de kiosk, net als de benzine in plastic flessen. ‘Hakuna Matata’, geen probleem! Boda-Boda’s kunnen hier iedere afgelegen berghut bereiken, de rijders bezorgen ook bouwmaterialen, levensmiddelen, brandhout en soms wordt zelfs een zieke oma achter op de motor gezet om een arts te bezoeken.
We zijn overtuigd! Een kleine blaar op de voet voldoet als medische indicatie om ook een motortaxi te nemen. De prijs is er ook naar. Binnen drie kwartier bereiken we Müllers Farm. Mijn liefste is gegrepen door deze rijervaring – zo dicht op het land en zijn bevolking, het is bijna als wandelen! De rest van onze ‘Usambara-expeditie’ brengen we door op de duozadels van de Boda-Boda’s, vergezeld door een aanstekelijke mix van Bongo-Flava-muziek en viertakt-sound. Een perfecte vakantie!

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...
Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...