Mijn Trots – Ronald Hoekstra

« Terug naar Mijn Trots

Als enige van de hele familie niet motorrijden, dat kan niet. Vond ook het zusje van Ronald Hoekstra (47), die hem daarom voor zijn 35e verjaardag een rijles cadeau gaf. Meer aansporing had de boomlange Fries niet nodig, na dat eerste uurtje in het zadel werd direct de zoektocht naar een passende motor gestart. Twaalf jaar later is het enthousiasme nog net zo groot als toen, met deze Fazer 1000 als onberispelijk middelpunt.

“Ja, één lesje, meer had ik niet nodig om verslaafd aan het motorrijden te raken. Na dat eerste lesuur ben ik ook meteen naar een motor gaan zoeken, dat werd gezien mijn postuur op aanraden van mijn zwager een FJ1100. Die vonden we in de vorm van een opknapper, mijn zwager heeft toen motorische gedeelte voor zijn rekening genomen, ik de esthetica. Na het slagen voor het rijbewijs kon ik dus meteen aan het toeren. Altijd met veel plezier met die FJ blijven rijden, tot ik een auto van de zaak kreeg. Kon onze eigen auto de deur uit en daarmee kwam er wat geld vrij, waarvan ik mooi een andere motor kon kopen. Ik kwam al snel op een Fazer uit, die is groot, beetje naked en daar hou ik wel van en je hoorde er veel goede dingen van. Een sportieve motor, maar niet té, eigenlijk een beetje een alleskunner.

De Fazer bleek echter nog een beetje te prijzig voor mijn budget, dus moest ik specifiek op zoek naar een schadegevalletje. Op de één of andere manier kwam ik toen bij deze, destijds nog champagnekleurige motor terecht. Die had scheef in een weiland gelegen, waarbij onder meer het stuur in de tank was geslagen. Daarnaast was ‘ie ook niet al te best onderhouden. Met mijn ervaringen met de FJ in het achterhoofd leek het opknappen evenwel best behapbaar. Kwestie van een nieuwe teller, stukje nieuwe kuip, beetje poetsen, nieuwe stickers en daarmee zou ik er wel komen. Maar dan begin je en blijkt er toch wel wat meer kapot dan gedacht. Het begon met de voorkuip en de tellers, die waren beide helemaal kapot, dat wist ik. Ook zat er een scheur in het kontje en de al genoemde deuk in de tank. Maar dan haal je het plastic eraf en blijkt er overal wel iets kapot. En krassen op het blok, stuur krom, velgen gecorrodeerd, op een gegeven moment had ik echt het idee een pekelfietsje te hebben gekocht. Enkel het frame bleek achteraf helemaal intact en dat is ook het enige onderdeel dat niet is gespoten. Het gekke is, op een gegeven moment kom je op een punt dat je jezelf realiseert dat ‘ie écht slecht is. Samen met m’n vrouw heb ik toen besloten om er dan ook maar de tijd over te doen. Niet in een half jaar de boel afraffelen, maar echt de tijd pakken die nodig is. Vervolgens ben ik heel systematisch te werk gegaan. Eerst alles uit elkaar gehaald en aansluitend met het werkplaats- en onderdelenhandboek bij de hand onderdeeltje voor onderdeeltje alles nalopen. Zag ik bijvoorbeeld bij de startmotor dat er twee schroefjes verkeerd waren, dan bestelde ik aan de hand van het onderdelenboek de juiste exemplaren, deed deze vervolgens in een bakje, met het bewuste onderdeel en het bijbehorende zakje met beschrijving. En zo liep ik de hele machine na. Op een gegeven moment stonden er wel drie- à vierhonderd bakjes met onderdelen in de garage.

Tja, ik ben niet technisch en achteraf bekeken heb ik de Fazer misschien toch met een iets te roze bril bekeken. Ik wilde een nieuwe motor en dit was er eentje die me aansprak, maar eigenlijk had ik hem gewoon moeten laten staan. Waarschijnlijk had ik voor vijfhonderd euro meer een veel betere fiets kunnen kopen. Van de andere kant, doordat hij zo slecht was heb ik hem ook helemaal uit elkaar gehad en is ‘ie nu weer in nieuwstaat. Heb er ook nog een hoop van geleerd ook, al duurde dat leerprocesje natuurlijk wel wat langer dan voorzien. Maar goed, ik ben nogal perfectionistisch aangelegd en nu is de Fazer wel precies zoals ik wil. Hij is niet alleen gerestaureerd namelijk, maar ook nog voorzien van tal van persoonlijke details. Van meer standaard accessoires als bijvoorbeeld de uitlaat en mooie hendeltjes, tot eigen ontworpen stickers en de eveneens zelf bedachte kleurstelling. Anderhalf jaar is ‘ie nu klaar en wat betreft de motor heb ik eigenlijk geen wensen meer. Wel op een ander vlak, ik wil toch eens beter gaan leren motorrijden. Met de FJ ben ik al eens in een bocht gevallen en afgelopen zomer ben ik met deze in Duitsland in een droge sloot gereden, op een kleine scheur in het kontje na gelukkig geen schade. Maar komend jaar worden het circuittrainingen, cursussen en de hele reutemeteut, ik moet fatsoenlijk die bocht door!”