Mijn Trots: Ria de Witte en haar CB500T Caf

« Terug naar Mijn Trots

Hun eerste projectje samen was “een beetje slecht afgelopen”. De gerestaureerde Honda CB200E uit 1975 liep eerst belabberd en daarna in de soep. Dus gingen Ria de Witte en echtgenoot Louis van den Broeke dit keer maar voor wat anders. Omdat Ria “helemaal leip was van caféracers” werd het deze CB500T uit 1976. Tweemaal bleek scheepsrecht.“Achteraf bleek er een scheur te zitten in de cilinderwand van die CB200. Die ging openstaan wanneer het blok warm was, maar dat zag je met het blote oog niet. Dat verholpen, maar toen we weer gingen rijden bleef van de linker carburateur het vlotter hangen. Liep ‘ie nog maar op één poot en ‘pof’… gat in de zuiger. Alles krijtwit aan de binnenkant. Ja, toen hadden we zoiets van ’moven met dat ding’. Tegen de CB liepen we bij toeval aan. Hij stond ergens tegen de Belgische grens aan te koop. Nou, wij gaan kijken en daar stond ‘ie, in een schuurtje ergens helemaal in een hoekie weg gedouwd. En echt, het ding zag er niet uit, een grijze muis, roestig, helemaal niet mooi gespoten. En hij had ook al acht jaar niet meer gelopen. Maar de compressie leek in orde dus daarom hebben we ‘m toch maar afgetikt en meegenomen. Toen ben ik in mijn volle enthousiasme op het internet gaan spitten en zoeken. Kijken hoe ‘ie origineel was, maar ook wat anderen er van hebben gemaakt. Ik ben helemaal leip van caféracers, dus dat moest het worden. Die lage clip-ons zaten er al op, net als zo’n oud Black Bomber tellertje van de oude CB450 uit de jaren zestig. Dat was een schitterend mooi ding dus ook die moest blijven. Wel wilde ik de belangrijke onderdelen, zoals de remmen, grotendeels origineel laten. Dat wel een beetje de stijlkenmerken van die fiets intact bleven, zeg maar. Nadat ik had bepaald hoe ik ‘m wilde hebben volgde een maandenlange strooptocht op allerlei beurzen om alle onderdelen bij elkaar te krijgen.En dan begin je hè, we hebben hem gewoon helemaal kaal geplukt. Of we, Louis beter gezegd, die is meer van het technische gedeelte. Geef hem iets met een zuigertje en een motor en hij is uren zoet. Eerst hebben we het frame laten stralen en poedercoaten, en ook het blok is helemaal opnieuw opgebouwd. Dit blokkie is trouwens van een CB450. Het originele motortje hebben we op een gegeven moment wel aan het lopen gekregen, maar er zat een verschil van drie bar tussen beide cilinders, dat werkte dus niet. Zo kom je wel meer dingen tegen. Dan was ik op internet onderdelen aan het zoeken voor de volgende stap, kwam Louis binnen met ‘dit en dit is ook verrot’ en dan ga je daar weer achteraan. Alleen is niet voor alles een kant-en-klaar oplossing voorhanden. De carterontluchting bijvoorbeeld zit normaal in de luchtfilterbox, maar die is er natuurlijk niet meer. Kwam Louis met het idee om twee zuigers op elkaar te solderen en daar komt nu de carterontluchtingslang in uit. Dat is dan toch net een leukigheidje. Het meest moeilijke, en dat hadden we niet verwacht, was wel de extra remschijf voor. Het duurde al lang voor we geschikte onderpoten hadden gevonden, en toen moest ook nog van alles aangepast worden. Naaf inkorten, andere lagers d’r in, kilometeropnemer modificeren en dan nog een rechter remklauw erop. Maar daarvan paste de remleiding weer niet op het spatbord omdat deze niet origineel meer was. Om kort te gaan, alleen daar zijn we al weken zoet mee geweest.Al met al nam de bouw zo’n anderhalf jaar in beslag, maar dat heeft ook een andere reden. We hebben twee kindertjes en doen naast ons reguliere werk ook nog wat onderhouds- en opknapwerk voor anderen. Puur om dit te kunnen bekostigen. Echt gekke dingen doen zit er financieel niet in, het is niet zo dat we effe met een dikke portemonnee gaan winkelen. De uitdaging was voor ons om op een goedkope manier samen iets te bouwen, maar wel met goede spullen. En dat is gelukt. Het gaat te ver om te zeggen dat het een kind van ons is geworden, maar ze moeten er niet aankomen, want dan…oehoehoeh…dan word ik groen!”