Mijn Trots: Michel Gijtenbeek en zijn R1200GS

« Terug naar Mijn Trots

Via rebelse, allesbehalve doorsnee machines als een zescilinder Honda CBX1000, een tot supermotard omgebouwde XT600 en een bullige Honda CB1300 – “in mijn ogen de nieuwe CBX” – naar een BMW R1200GS. Qua rijden een ontzettend fijne machine, vindt Michel Gijtenbeek, alleen get rode kleurtje bevalt hem een stuk minder. En dus liet ‘ie door Van Harten de in zijn ogen saaie boxer transformeren in een kleurrijke karakterbak!

“In 1978, ik was zestien, kwam de Honda CBX op de markt. Twee jongens uit de straat hadden er eentje. Ik reed nog op een Kreidlertje, maar wist toen al dat als ik ooit ging motorrijden, het zo’n ding zou worden. Dat duurde echter nog even, tot 1992 om precies te zijn. Daarvoor reed ik altijd illegaal, dat kon toen nog, maar in ’92 vond ik het wel tijd om het rijbewijs te halen. De CBX kwam er toen ook, we kwamen hem tegen op de Motor Beurs Utrecht. Een prachtmachine, mijn eerste en nog altijd grootste liefde. Ik heb hem ook nog steeds. Hij is zelfs compleet gerestaureerd, moest ook wel nadat ik in 2001 een vrachtwagen tegenkwam en het ding total loss reed. Van het verzekeringsgeld heb ik een XT600 gekocht, en die omgebouwd tot supermoto. Daarmee rij je alleen niet eventjes naar het buitenland, en omdat de restauratie van de CBX toch wat langer duurde, kocht ik er toen een CB1300 bij. Een viercilinder weliswaar, maar in mijn ogen toch wel een beetje de nieuwe CBX. Een mooie, maar niet bepaald praktische motor op langere reizen. KTM kwam echter toen net met de 990 Adventure, ik kocht toen zo’n nieuwe Dakar-uitvoering. Geen succes, het was een van de eerste injectie-modellen en daar viel niet mee te rijden. Bokken, stoten, na anderhalf jaar was ik dat ding zo ver-schrik-ke-lijk zat, dat ik hem weer wilde inruilen op een CB1300 of iets soortgelijks. Bij de motorzaak stond toen net een man die deze R1200GS, met alles erop en eraan wat je maar kunt wensen, wilde inruilen. Zijn broer had een Hayabusa en hij wilde er ook een. Kon ik mijn KTM met een klein beetje extra geld ruilen tegen deze toen nog rode BMW, die net een jaar oud was. Dat was wel even een ding zeg. In noem het maar mijn rebelse periode, moest je altijd op dikke nakeds of streetfighters rijden, op Duitse motoren gaven we altijd af. Sterker nog, op een BMW wilde je nog niet dood gevonden worden. Maar gaandeweg de jaren zag ik de modellijn veranderen en die Adventure vond ik stiekem toch wel mooi. Tja, als je dan zo’n buitenkansje krijgt, dan pak je die. Achteraf gezien ook echt de juiste keus, vanaf de eerste dag was ik verkocht. Vier weken na de koop gingen we er al mee naar Italië en dat was echt een openbaring. Zoals gezegd, alles zit erop en eraan. Dure spullen, zoals dat ESA, waarvan ik altijd dacht, dat geld geef ik er nóóit voor uit. Maar nu je het gewend bent, wil je het op een volgende motor ook absoluut weer. Kortom, een geweldige fiets vond ik het. Maar saai, zó saai. Het is die kleur rood. Ducati rood is mooi, maar dit was gewoon …nou ja…saai. We hadden de motor in onderhoud bij Van Harten in Amersfoort en die maken altijd van die mooie specials, dus ben ik maar eens gaan informeren. In de showroom stond toen een K1300 in dat Lava Orange, dat vond ik wél mooi. In de winter van 2009/2010 is ‘ie toen uit elkaar gegaan en overgespoten. Hebben we meteen alle beschermdelen zwart laten poedercoaten. Zwart met oranje dus, dat vind ik gewoon een prachtige combinatie, misschien wel een KTM-erfenisje nog. Direct heb ik ook dat goedkope plastic huggertje vervangen door een carbon exemplaar en de buddy laten overtrekken, met een wat steviger vulling erin. Een Akrapovic demper zat er al op, maar omdat de motor toch uit elkaar lag heb ik er ook meteen een passende bochtenset onder gegooid met een Power FRK en K&N-filter. Als verrassing had mijn vrouw Pieta geregeld dat er nog een donkere ruit werd gemonteerd. En Van Harten zelf had nog passende BMW embleempjes geregeld, dat maakte het echt af. Bij de onthulling dacht ik meteen: ‘Ja, nu is ‘ie klaar’. Maar toen waren we met vrienden in Luxemburg en reed ik op een gegeven moment op de motor van een vriend achter mijn eigen motor. Toen viel me op dat de achterkant eigenlijk wel heel erg standaard GS was. Dat plastic zilveren rekje, die koffersteunen, daar was ik in ene niet meer happy mee. Ik wilde eigenlijk dat RVS rek van de Adventure, maar dat past helemaal niet. Maar ik dacht, als ik dat rek nu gewoon aan de voorkant afzaag en de bevestigingspunten verander, dan zouden de vario koffers er precies onder moeten kunnen. Dus een rek gekocht en omgebouwd, het paste. Nu heb ik het Adventure rek, zwart gepoedercoat trouwens, maar dan met de koffers van de gewone GS. En drie weken geleden heb ik de knipperlichten nog aangepast. Eigenlijk is het enige dat ik nu nog wil een windgeleider in kleur en de koffersteunen zelf zwart. Ja, en dan is ‘ie écht klaar!”