Mijn Trots – Michael Fernhout

« Terug naar Mijn Trots

Een allroad-rijder van het eerste uur, zo kun je Michael Fernhout (47) het best omschrijven. Na twee Africa Twins, een batterij GS’en en een KTM 1190 Adventure R landt hij begin 2015 in het zadel van een 1290 Super Adventure. Weliswaar voorzien van een paar accessoires, maar verder redelijk standaard. Dat standaard is er echter inmiddels wel vanaf: “Het begon ineens te borrelen.”

“Het motorrijden dank ik eigenlijk aan een goede vriend van me. Dat is zelf een redelijk fanatieke rijder en hij had destijds zoiets van, ‘dat is ook wel wat voor jou. En ik heb wel wat leuks voor je staan.’ Eerste wilde ik niet, maar hij bleef maar doordrammen. Bijna semi-verplicht heb ik toen een jaar of achttien geleden mijn rijbewijs gehaald en die motor van hem gekocht, een Africa Twin. En ik was verkocht! Twee heb ik er van gehad, maar op een gegeven moment wilde ik een motor met de koffers mooi geïntegreerd. Een Varadero was me te weinig offroad en zo kwam ik uiteindelijk bij een R1150GS terecht. Die vond ik weliswaar helemaal niet mooi, maar hij reed fantastisch. Vanaf dat moment heb ik ongeveer elke twee jaar een nieuwe GS gekocht, ik was absoluut verknocht aan dat model, werd zelfs voorzitter van de BMW GS Club Nederland. Maar na problemen met de cardan, die niet naar mijn zin werden opgelost, kwam ik voorjaar 2013 op een KTM 1190 Adventure terecht. De voorzitter van de GS Club op een KTM Adventure? Het kan verkeren inderdaad. Hoe dan ook, in de 1190 zaten natuurlijk wat kinderziektes, dat heb je nu eenmaal met een nieuw model, maar dat werd allemaal keurig opgelost. Halverwege 2014, mijn 1190 was net een jaar en paar maanden oud, kreeg ik een 1290 Super Duke mee als leenfiets. Fantastisch sterk blok, maar lang niet zo agressief op het gas als mijn 1190. Bij terugkomst zei ik toen letterlijk tegen mijn dealer: ‘Als je nu dit motorblok onder mijn 1190 hangt en er nog een dertig liter tank op zet, dan mag je hem van mij zo noteren!’ Drie maanden later vertelde hij dat de 1290 Super Adventure met dertig liter tank er kwam. Zijn we naar buiten gelopen, hebben een inruilprijs voor mijn motor bedacht en elkaar de hand geschud. Ik heb deze 1290 dus blind gekocht, er waren op dat moment nog niet eens foto’s van.
In april 2015 werd ‘ie geleverd en is het eerste jaar heb ik er 23.000 kilometer mee gereden. Het enige dat ik buiten het reguliere onderhoud heb hoeven doen, is tanken, verder helemaal niets. Hij was toen ook nog redelijk standaard, ik had enkel wat KTM Powerparts gemonteerd. Dekseltjes en potjes, dat werk, maar geen ingrijpende zaken. Ergens in september vorig jaar begon het echter ineens te borrelen, wat nu als ik hem eens laat wrappen? In de showroom stond namelijk een Super Ténéré in matgrijs, mooie kleur, zeker in combinatie met zwart. Alleen gaat wrappen prima met grote oppervlakken, maar kleine delen met hoekjes en gaatjes, dat is bijna niet te doen. Het idee van een andere kleur liet me alleen niet meer los en toen heb ik voor mezelf toch maar de knoop doorgehakt. Zwart met grijs moest het worden en we doen het goed of helemaal niet. Geen gedoe met rollertjes en spuitbusjes, maar gewoon goed. Al pratend en tekenend ben ik samen met RB Motoren uiteindelijk tot dit ontwerp gekomen. Je krijgt dan vooraf wel een computertekening met hoe het ongeveer gaat worden, maar het blijft natuurlijk een gok. Er is altijd de kans dat het helemaal nergens naar lijkt. Maar als je nooit wat waagt, ga je ook nooit wat winnen. In de loop van februari van dit jaar heb ik hem gebracht en eind februari kreeg ik hem terug. Hij is niet alleen overgespoten, maar bijvoorbeeld ook de stickers op de tank zijn zelf ontworpen, door Peter van RB dan. En omdat hij toch onderhanden werd genomen, heb ik meteen de gelegenheid te baat genomen om er nog wat extra accessoires bij op te zetten. Een carterbeschermer bijvoorbeeld. Die was aluminiumkleurig, maar deze heb ik zwart laten poedercoaten. Verder zitten er nu ook een automatisch kettingsmeersysteem van Pro-oiler, zwartgrijze flessenhouders en koplampgrilletje op. Én zo’n beetje elk oranje dekseltje uit de Powerparts-catalogus. Voor het contrast, maar ook omdat een KTM zonder oranje geen KTM is. Ondanks de lichte twijfels vooraf zijn we – ik, RB Motoren en de spuiter – erg tevreden over het eindresultaat. Hij is in ieder geval helemaal naar mijn zin. Alleen is het de vraag hoe lang ik er nog mee blijf rijden. Volgend jaar staat er 40.000 kilometer op de teller en dat is voor mij altijd wel het moment om hem in te ruilen. Ik zou bijna tegen de dealer zeggen, ‘begin maar vast een punt te slijpen voor volgend jaar!’”