Mijn Trots – Joke Blumink en haar Suzuki C800 Intruder

« Terug naar Mijn Trots
Ze komt naar eigen zeggen uit een echte motorrijdersfamilie, heeft motoren altijd leuk gevonden en heeft jaren in het buitenland gewoond, dus reizen zit haar in het bloed. Dat Joke Blumink (66) het motorrijbewijs heeft, lijkt dus een simpel een-tweetje. Toch duurde dat nog tot afgelopen jaar, maar nu brandt het vuurtje ook meer dan hevig!

“Ik kom uit een echte motorrijdersfamilie. Mijn vader reed motor, mijn zus en allemaal andere familieleden eveneens. Het heeft mij van jongs af aan ook altijd getrokken, dat zelf motorrijden, maar toen ik jong was studeerde ik en aansluitend heb ik 22 jaar in het buitenland gewoond en gewerkt, waaronder vijftien jaar in Burkina Faso. Daardoor is het er simpelweg nooit van gekomen. In 1998 ben ik weer teruggekomen naar Nederland, maar ging eerst weer studeren en daarna had ik verschillende intensieve banen, kwam het er ook weer niet van. Ik had naast mijn werk ook altijd wel genoeg andere dingen om handen. Ik ben vrij avontuurlijk aangelegd en ging met mijn partner Christa bijvoorbeeld vaak naar het buitenland. Op een gegeven moment kon zij dat echter niet meer en toen ik 65 werd, vertelde ik haar dat ik eigenlijk toch nog wel een wens had, motorrijden. Dat leek me een heel mooie stap, een keer een heel ander avontuur aangaan. ‘Waarom doe je dat dan niet gewoon’, was haar antwoord. Vervolgens opperde mijn zus Rina ook nog eens: ‘Jook, ga toch lekker je motorrijbewijs halen!’ Ik wilde haar eerst niet zeggen dat ik al met hetzelfde idee rondliep, maar heb dat uiteindelijk toch gedaan. En ze was zóó enthousiast! Ze is zelfs meteen op zoek gegaan naar een motor voor me, en die had ze vrij snel gevonden. In Hoevelaken kwam ze deze tegen en nog voor ik mijn rijbewijs had, ben ik gaan kijken. Ik zag ‘m en wist direct, dit is ‘m. Ik ben natuurlijk niet al te groot en hier zit je op als op een troon, terwijl ik wel overal goed bij kan. Het is natuurlijk ook een mooi ding om te zien, een lekker solide motor. Mijn zus had altijd een Wildstar en die vond ik ook prachtig, ik heb blijkbaar wat met dit soort motoren. Zo’n gelikt, snel ding vind ik helemaal niets, het moet wel een beetje body hebben, en dat heeft ‘ie. Dit werd ‘m dus, moest ik alleen nog wel m’n rijbewijs halen. Net voor de winter ben ik begonnen en je gelooft het niet, maar ik heb werkelijk elke les regen, storm, ijzel, wind of hagel gehad. Niet te geloven. Alles wat je maar qua weer kan bedenken, had ik. Maar dan kom je er wel gelijk goed in. Ondanks het weer was ik vanaf de eerste les in love. De eerste keer afrijden ben ik helaas gezakt, maar de tweede keer was echt een feestje. De examinator was zo’n leuke kerel, hij zei vooraf ‘maak er gewoon wat leuks van’ en toen ging het rijden zo ontspannen. Geslaagd! En nét op tijd gelukkig, een week later mocht men niet meer afrijden in verband met corona. Ik heb echt geboft wat dat betreft. Vervolgens natuurlijk direct de motor opgehaald, mijn zus voorop en ik erachteraan. Op mijn verzoek hadden ze er nog een paar floorboards op gezet, maar dat was niet echt een succes. Al bij de eerste bocht reed ik er eentje af, dus bij thuiskomst heb ik er door een motorzaak in de buurt maar een paar degelijke voetsteunen op laten zetten. Het is een heerlijke motor, vooral voor rustig en ontspannen rijden. Ik heb gelest op een Kawasaki, die was heel wat sneller, maar ik ben meer van het toeren. Het hele motorrijden is vooral een stukje onthaasting. Inmiddels heb ik er al dik over de vijfduizend kilometer mee gereden. Veel rond huis, maar ik ben bijvoorbeeld ook naar Duitsland geweest met de motorclub die me ‘geadopteerd’ heeft. Een klein officieus groepje waar mijn zus ook bij zit, zij heeft gevraagd of ik ook mee mocht en het klikte meteen. Grandioos mooi gereden langs onder meer de Rijn met een hele leuke club mensen. Echt heel leuk. Dat doen ze elk jaar en voor komende juli staat er ook weer een weekend op het programma. Verder rijd ik ook regelmatig met een collega die door mijn enthousiasme het motorrijden weer heeft opgepakt, en met een buurman van verderop, die ook Intruder rijdt. Het motorrijden heeft me sociaal gezien dus ook al heel wat extra’s gebracht. Komend jaar hoop ik dat het allemaal wat beter gaat in verband met corona en dat ik iets meer kilometers kan gaan maken. Zeker ook omdat ik binnenkort met pensioen ga en dus iets meer vrije tijd krijg. Er zijn in ieder geval nog genoeg plaatsen die ik zou willen bezoeken. Ik zou nog heel graag naar de Scandinavische eilanden gaan bijvoorbeeld. En als we het hebben over een echte droom. Het is jammer dat de woestijn momenteel vanwege de IS dreiging dicht zit, maar anders was ik heel graag een keer met de motor naar Mali en Burkina Faso gegaan. Dat kan natuurlijk niet met de Intruder, maar dan zou ik wel even tijdelijk overstappen op wat anders. Zo’n avontuur, ja dat trekt me echt. Parijs Dakar? Ik doe mee!”