Mijn Trots Frans en Tony Tolen

« Terug naar Mijn Trots

Een bezoekje aan de Ducati fabriek in Bologna tijdens een vakantie was precies de scheut brandstof die nodig was om het gedoofde motorvuurtje van de 51-jarige Frans Tolen weer flink op te stoken, zo intens werd hij gepakt door de passie en liefde rond het merk. Al deed een opkomende midlife crisis naar eigen zeggen ook een kleine duit in het zakje. Dat laatste was voor zoonlief Tony niet nodig, hij ging zo wel om! Frans: “Ik rij al motor sinds zijn geboorte, 23 jaar inmiddels dus. Dat was in eerste instantie eigenlijk een soort van noodzakelijk kwaad. Geld voor twee auto’s hadden we niet, dus ben ik toen gaan motorrijden. Een mooi excuus, want ik wilde dat al langer, maar mijn ouders en vrouw vonden dat ik nogal onverantwoord op mijn bromfiets reed, dus een motor zat er al helemaal niet in. Door de komst van een leaseauto stonden de motoren op een bepaald moment echter bijna alleen nog maar stil. Een paar honderd kilometer per jaar, meer reed ik niet. Dat veranderde echter tijdens een Italië vakantie in 2007 na een bezoekje aan de Ducati fabriek.” Tony “Ja, prachtig was dat. Alleen al die enorme parkeerplaats voor de fabriek waar alleen Ducati motoren mogen staan, de rest moest een paar kilometer verderop parkeren. Heerlijk toch.” Frans: “Daar begint het inderdaad al mee. En dan kom je die fabriek uit, ga je het museum in met racemachines van Capirossi en Bayliss. Echt, ik werd direct zo gepakt door de passie en liefde die die mensen in hun machines leggen, dat ik meteen een Ducati wilde. En ik begon ook zo’n beetje naar mijn midlife crisis te gaan, dus het was ook een heel mooi moment voor een andere motor. Eind 2008 heb ik toen een SS750 uit 2002 gekocht voor het welluidende bedrag van € 3.750,-. Nog geen vijftienduizend kilometer stond er op de teller, fonkelnieuw was ‘ie eigenlijk. Toen ben ik ook meteen ontzettend veel gaan rijden, voor mijn doen dan hè. Zoveel plezier had ik ervan, een lekker rauwe, ongecompliceerde machine. In oktober 2011 ging het echter mis, ik zat lekker wat te drinken op een parkeerplaats, reed er iemand achteruit over mijn motor heen. Heel overzichtelijke schade, maar wel meer dan vijfduizend euro en dus werd hij total loss verklaard. De wrakwaarde was 880 euro en voor dat geld kon ik hem echt niet laten staan. Dus de zwarte gehouden en van het resterende verzekeringsgeld heb ik toen de rode gekocht. Ook slechts vijftienduizend op de teller en optisch lekker getuned.” Tony: “Ik begon toen net met mijn rijbewijs en zou dan de zwarte voor de wrakwaarde mogen kopen. Prima deal, hoefde ik niet op één of ander oud aftands ding met alle problemen van dien te rijden, want technisch was de motor nog helemaal prima in orde. Voor mijn verjaardag en wat andere gelegenheden vroeg ik toen geld of onderdelen, en zo bouwde ik de motor langzamerhand weer op. Dat was ook wel de bedoeling vooraf, je kunt wel lukraak een ding kopen en erop gaan rijden, maar ik vind wel dat je van je motor moet houden. Een bandje opbouwen zeg maar, dat deed ik met mijn brommer al en nu met mijn motor weer. En toen, ik weet het nog goed, zat ik op een keer met m’n vader alleen beneden en vraagt ‘ie opeens: ‘zou je het heel vervelend vinden om die rode te nemen en ik weer de zwarte? Ik heb daar toch iets meer mee.’ Nou, dat hoefde ‘ie geen twee keer te vragen, want ik vond de rode vanaf het begin al veel mooier. Maar ja, je mag een gegeven paard nu eenmaal niet in de bek kijken.” Frans: “Ja, en toen ging ik dus weer terug naar het schadebakje. Maar zo blij, al vanaf het eerste moment dat ik hem in de advertentie zag staan, had ik er iets mee, ik was meteen helemaal wild van het ding. Dat had ik met de rode veel minder. Ik kan niet verklaren waarom, misschien heeft het te maken met een droom die in vervulling gaat, maar het was gewoon mijn eerste motor die ik écht mooi vond, waar ik verliefd op was.” Tony: “Precies datzelfde had ik dus met de rode. Dit is echt mijn trouwe vriend, ik doe er alles mee. Hij rijdt fantastisch, maar nog meer is het de elegantie, het geluid en het gevoel van zo’n Duc dat me aangrijpt. Daar heb ik altijd al wel iets mee gehad, maar sinds ik zelf rij is het denk ik wel tot een onvoorwaardelijke liefde uitgegroeid. Als ik nu bijvoorbeeld mijn ultieme motorfiets mocht uitzoeken, dan wordt het weer een Duc, een 1199 Panigale R Tricolore. Die is zo mooi!” Frans: “In dat geval ga ik voor een Multistrada 1200S, wel sportief maar een stuk comfortabeler. Maar deze gaat nóóit meer weg.” Tony: “Oh God nee, het idee alleen al!”