Nieuws

Interview Toprak Razgatlioglu

Hij zal waarschijnlijk niet de meest succesvolle coureur in de geschiedenis van het WK Superbike worden, maar Toprak Razgatlioglu is beslist een van de meest getalenteerde Superbike-coureurs ooit. De 27-jarige Turk is agressief, onverschrokken en heeft de gave de grenzen van wat met een motor mogelijk schier eindeloos op te rekken. Zijn crewchief vindt dat Razgatlioglu misschien wel ‘in de verkeerde paddock’ rijdt, Toprak voelt zich prettig waar hij is. In ieder geval voorlopig.

Arif Razgatlioglu is een gevierd stuntrijder en coureur in Turkije, een  amboyante landelijk bekende persoonlijkheid. Twee zoontjes heeft de man met het matje vaak om zich heen zwermen als hij het publiek vermaakt met zijn wheelies en kunst en vliegwerk. De kleine tengere Toprak kijkt de kunst en kunsten af en is duidelijk meer bedreven in het trekken van wheelies dan zijn oudere broer. Vader Arif herkent het talent en heeft een plan voor Toprak. Een jaar of twintig later kijkt die terug op die tijd. “In mijn herinnering heb ik altijd motor gereden”, vertelt Toprak, inmiddels al een aantal jaren met afstand de grootste smaakmaker in het WK Superbike. Razgatlioglu is een artiest, en tegelijkertijd een rustige jonge man die zijn aanwezigheid niet altijd hoeft te benadrukken. “Ik reed altijd op een PW50 rond, totdat m’n vader zei ‘en nu gaan we wedstrijden rijden’. Ik was een jaar of zes, zeven en we gingen crossen, 50 cc, 65 cc, 85 cc. En daarna zei hij ‘en nu gaan we racen’. Ik dacht ‘misschien een 125 of een 250’, maar hij zei meteen ‘het wordt een 600’. Ik was 11, 12 jaar… Ik kon maar met één voet bij de grond. Op een vrijdag mochten we na de training blijven rijden. Ik had m’n knie nog niet aan het asfalt gekregen en toen we gingen trainen, gebeurde het… Dat gevoel, dat was ongeloo ijk. Ik ben het nooit vergeten.”

De Turkse bond regelt in 2011 een plek voor hem in de Duitse Yamaha R6 Cup. Het is een tijd van nieuwe, soms bijna schokkende ervaringen. Bijvoorbeeld als de Duitse Lucy Glöckner akelig snel blijkt. “De eerste keer dat ik een hele snelle vrouw zag!”, lacht Razgatlioglu. Opvallen doet hij dat jaar nauwelijks, maar het volgende jaar staat hij plots op pole tijdens de seizoensopener op de Lausitzring. “In de laatste ronde, ik had een voorsprong van een paar seconden, crashte ik. Ik reed helemaal alleen… Dat jaar stond ik een paar keer op het podium, maar de laatste paar races lieten we schieten. We hadden gewoon geen geld meer om naar Duitsland te reizen.”

Voor tiener Toprak is dat een tegenvaller. “Ik vond racen geweldig. Tot die tijd deed ik stunts, omdat mijn vader dat ook deed. Maar ik vond het racen leuker dan het stunten. Mijn vader noemde me ‘Tek Teker Toprak (Wheelie Toprak, red.) maar ik zei ‘nee, ik ben Racer Toprak’!.” Die ‘Racer Toprak’ krijgt dankzij Red Bull Turkije de kans om zijn wegracecarrière voort te zetten als hij in 2013 wordt geselecteerd voor het fameuze Red Bull Rookies Cup. Gedurende de twee seizoenen dat hij in de klasse rijdt, staan ook jongens als Joan Mir, Jorge Martin, Enea Bastianini, Fabio Di Giannantonio en ook Bo Bendsneyder met hem op de grid. De jonge Razgatlioglu heeft het echter maar matig naar zin. Ondanks één overwinning en een paar derde plaatsen ligt de klasse hem niet. En de motor is te klein, de coureur is te lang. Toch is het een ommekeer in zijn leven, ook omdat zijn vader de vermaarde Kenan Sofuoglu benadert om zijn zoon bij te staan. Sofuoglu, op dat moment al een drievoudig Supersport-wereldkampioen, wil wel helpen.

Hij loodst zijn jonge landgenoot een ander paddock binnen. Nadat Toprak het Rookies-seizoen afgesloten heeft als zesde, regelt Sofuoglu een start in de Superstock 600-klasse in Magny Cours. Op het vliegveld in Turkije wordt Toprak opgepikt door zijn grote held. “Met de auto…. De trip naar Frankrijk duurde bijna twee dagen! Ik had al wel eerder op een 600 gereden, maar nog niet eerder op een Kawasaki. Kenan zei dat het de beste machine in de paddock was, en ik geloofde hem. Maar het team was, eh, … niet heel goed. Na de trainingen zat ik alleen maar bij Kenan, want ik sprak nauwelijks Engels. Ik kon yes en no zeggen, maar ik snapte niet waar zij het over hadden. De motor zag ik alleen maar als ik moest rijden. Maar ik won die race en ik tekende voor Pucetti Racing.” Sofuoglu’s regime en regels zijn duidelijk. Ook naar vader Razgatlioglu toe, herinnert Toprak zich. “Hij zei ‘je kunt komen om te kijken, maar Toprak is bij mij’. Daar kon mijn vader mee leven.”

Toprak wordt in zijn eerste Superstock 600-seizoen direct kampioen en maakt de overstap naar de zwaardere Superstock 1000-klasse. “Mijn droom was het om naar het WK Supersport te gaan, want ik wilde heel graag de teamgenoot van Kenan zijn. Maar hij vond dat ik met mijn stijl beter op een Superstock paste. Ik had eigenlijk geen keus. Maar van binnen had ik zo graag naast hem gestaan.” Van de Kawasaki ZX-10RR Superstock-machine is Razgatlioglu weinig onder de indruk. “Eigenlijk gewoon een straatmotor. Er zat nog een claxon op. Oké, die deed het niet, maar het knopje zat er nog op. In 2017 was de motor een stuk beter, maar nog lang niet zo goed als de Ducati. Ik heb altijd bijgeleerd, geleerd hoe ik met mindere motoren toch harder kon gaan.”

In november van dat jaar krijgt Razgatlioglu een enorme klap te verwerken als zijn vader om het leven komt bij een verkeersongeluk. Ook diens vriendin overleeft het ongeval niet. Na de zwaarste winter van zijn leven begint Toprak aan zijn eerste seizoen in het WK Superbike, om ‘de droom van mijn vader’ waar te maken, zegt hij. Dat eerste jaar verloopt, ondanks een machine die ‘voor negentig procent overeenkwam met die van Johnny (Rea)’ verre van soepel. Razgatlioglu voelt zichzelf niet goed genoeg. “Mijn elektronicaman zei steeds ‘zet hem overeind!’. Dat was makkelijk gezegd. Ik probeerde het wel, maar ik miste steeds de goede lijnen.” Tegen Sofuoglu zegt hij zelfs dat hij terug naar Turkije om bij zijn broer in diens motorzaak te gaan werken. Maar dan wordt hij achter Michael van der Mark tweede in Donington en bij de een na laatste race in Argentinië staat hij ook op het podium. “Dat motiveerde me, en ik zei ‘oké, ik ga door’. In 2019 was ik een stuk sterker. Ik stond regelmatig op het podium en in Magny Cours won ik beide races. Dat was een ongeloo ijk weekend voor me.”

Juist als iedereen denkt dat een promotie naar het fabrieksteam een logische stap is, heeft Team Razgatlioglu al een andere keus gemaakt. Het feit dat hij tijdens de Acht Uren van Suzuka als derde man naast Jonathan Rea en Leon Haslam op de wedstrijddag slechts hoeft toe te kijken, valt niet goed. Bij Yamaha worden de deuren wagenwijd open gezet voor Razgatlioglu. In 2020 wordt hij de teamgenoot van Michael van der Mark en debuteert indrukwekkend met één overwinning in Phillip Island. Razgatlioglu wint dat jaar drie races en beëindigt het seizoen als vierde. Een jaar later onttroont hij Rea na een spectaculair seizoen. Dankzij onder meer dertien overwinningen en 29 podiums wordt hij niet de eerste Turkse wereldkampioen Superbike. Die titel raakt hij weer kwijt, maar Yamaha lijkt ook plannen te hebben om de spektakelman te introduceren in de MotoGP. Naast testrijder Cal Crutchlow probeert hij in 2022 de M1 op Aragon. Crutchlow vraagt zich daarna openlijk af of de Turk de overstap echt wel zou willen maken. In april 2023 krijgt hij een soort tweede kans met een tweedaagse test in Jerez. Een verzoek om zijn crewchief Phil Marron mee te mogen brengen wordt niet gehonoreerd door Yamaha. Zo lijkt de tweede test al met een valse start te beginnen.

“Toen ik de M1 probeerde, hadden we het vooraf over de zitpositie die ik graag wilde tijdens de test”, kijkt Razgatlioglu terug op het avontuur. “Mij werd verteld dat er drie opties waren voor de zit. Maar toen ik op het circuit aankwam, was er geen sprake van verschillende opties en was de motor nog net als daar voor. Ik ben maar gaan rijden. Na de eerste dag had ik er geen trek meer in, maar Kenan zei ‘je moet dat respect tonen naar Yamaha en de test afmaken’. En alle kleine jongens hebben die droom om ooit eens op een MotoGP-machine te zitten. En ik zat op een MotoGP-machine. Daar mocht ik blij om zijn. Maar na a oop zag Yamaha geen toekomst in de MotoGP met mij. Dus besloten we om in deze paddock te blijven.” En hoewel hij samen met manager Sofuoglu met Yamaha praat over een nieuw contract, meldt dan ook BMW zich. Medio 2023 hakt hij de knoop door en wordt voor 2024 andermaal herenigd met zijn goede vriend Michael van der Mark. Hij neemt zijn vertrouwde crewchief Marron mee. “Phil kent mijn stijl, hij weet wat ik nodig heb. Toen ik aangaf dat ik naar BMW zou gaan, zei hij ‘geen probleem, ik ga mee’.” In het eerste raceweekend in Australië staat hij direct een keer op het podium, in het tweede weekend in Barcelona wint hij op uiterst spectaculaire wijze twee races. Op Assen, waar BMW nog nooit won, is hij in de slotrace de beste. “Het is een nieuwe uitdaging voor me en ik ben gemotiveerder dan ooit. Elke sessie, verbeteren we de motor. Misschien pakken we de wereldtitel wel. Waarom niet?”

Ook op de BMW etaleert Razgatlioglu zijn agressieve manier van rijden. “Voor mij is dit normaal, ha”, zegt hij. “In Catalonië probeerde ik rustiger te rijden, omdat je daar heel zuinig moet zijn op de banden. Daar was het nodig, maar pas als ik agressief rijd, voel ik de motor het beste aan. Dan voel ik ook waar mijn grens ligt.” Die stijl en strijdwijze worden gecultiveerd op Sofuoglu’s trainingscomplex in Turkije, waar Razgatlioglu met Sofuoglu, diens neef en Supersport-coureur Bahattin en de gebroeders Can en Deniz Öncü duels aangaat alsof er wereldtitels op het spel staan. “Wij rijden niet alsof we aan het trainen zijn, maar we racen gewoon tegen elkaar. Soms zegt Kenan dat we een race over vijf ronden doen en dan let hij vooral de laatste twee ronden heel erg op wie er fouten maakt en wie met een plan rijdt. Want het is goed om snel te zijn, het is ook belangrijk om een plan te hebben.”

Dat Sofuoglu als mentor, manager en als trainer een cruciale rol in Razgatlioglu’s carrière en leven speelt is overduidelijk. “Kenan denkt altijd na over de motor. Zijn instelling is dat hij altijd op de beste machine in de paddock zat. Daar geloofde hij in. Als ik niet won, zei ik altijd dat de motor alle kanten op gleed en niet goed was. Kenan zei dan dat het allemaal in m’n hoofd zat. Ik snapte dat eerst niet, maar de laatste drie, vier jaar, begreep ik hem. Vooral in 2021. En dit jaar. Hij geloofde in BMW. Hij was er van overtuigd dat ze alleen maar een goede coureur nodig hadden. Iedereen schreef ‘het is een slechte machine, zijn carrière is over’. Nu gelooft iedereen plotseling dat ik wereldkampioen kan worden. Misschien is dat wel menselijk.”

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...
Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...