+ Plus

Interview Alex van den Hoff, Piaggio

Het Italiaanse Piaggio-Vespa concern is een grote speler in de wereld van de gemotoriseerde tweewielers. Naast de motormerken Aprilia en Moto Guzzi is het concern natuurlijk vooral bekend vanwege de Piaggio MP3’s en de klassiek gestylede Vespa scooters. De merken worden in de Benelux op de markt gebracht via een in Breda gevestigde dochteronderneming van de fabriek. We spraken er met countrymanager Alex van den Hoff.

“Wij zijn in alle opzichten een dochteronderneming van de fabriek in Italië. In feite organiseren wij hier vanuit Breda het verkoopproces in de Benelux voor de fabriek voor meer dan 150 verschillende producten. We hebben een heel breed leveringsprogramma en mede dat maakt deze job tot een uitdaging. Fysiek zien wij de motoren en scooters hier niet, alles gaat direct van de fabriek naar de dealer, waarbij er soms maar een paar weken zit tussen de daadwerkelijke productie in Italië en het moment dat een nieuwe eigenaar er op wegrijdt bij de dealer,” aldus Alex van den Hoff, die inmiddels alweer 17 jaar voor Piaggio in Nederland werkzaam is.

 

“Na mijn studie marketing en bedrijfskunde heb ik gewerkt in de automatisering en bij het leger, maar mijn voorliefde voor gemotoriseerde voertuigen – ik rij al gepassioneerd motor vanaf mijn achttiende en heb van alles gedaan en meegemaakt, tot een duik in de grindbak aan toe – zorgde ervoor dat ik als jonge dertiger terecht kwam bij Honda Nederland. Daar heb ik vijf jaar op de autoafdeling en daarna vijf jaar op de motorafdeling gewerkt, waarna ik in 2003 de kans kreeg om countrymanager te worden voor Piaggio in de Benelux. Dat betekende in eerste instantie wel dat ik de motorfietsen vaarwel zegde, want op dat moment richtten Piaggio en Vespa zich volledig op scooters. Weliswaar ook een aantal motorscooters, maar het overgrote merendeel van ons programma waren lichte 50 cc scooters, die in Nederland als bromfiets de weg op gingen.”
Toch bleef Van den Hoff niet lang ‘motorloos’, want tot ieders verrassing nam het Piaggio-concern in 2004 het motormerk Aprilia over, dat vier jaar daarvoor zelf nog het noodlijdende Moto Guzzi had ingelijfd. Daarmee kwamen er toch opeens twee motormerken met een grote naam onder zijn hoede. Van den Hoff: “Inderdaad, dat was een prettige verrassing. Het waren natuurlijk ook niet de minste motormerken die we er opeens bij kregen, maar echte Italiaanse merken die toch iets extra hebben en waar mensen bewust voor kiezen, ook al omdat de Italiaanse levensstijl hen aanspreekt. Moto Guzzi is een prachtig traditioneel merk, dat dit jaar zelfs zijn eeuwfeest gaat vieren want de fabriek werd in 1921 opgericht. Aprilia is veel jonger, uit 1968, maar heeft zijn sporen al wel verdiend. Met name in de wegrace, waar het maar liefst 54 wereldtitels veroverde met snelle tweetakten. En ook vandaag de dag is het nog op het allerhoogste niveau in de racerij actief, als één van de zes merken in de MotoGP. En daar zijn we natuurlijk trots op, hopelijk kan volgend jaar het laatste stapje richting het podium worden gezet. Maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat de integratie van deze twee motormerken binnen ons grote concern toch wel een aantal jaar heeft gekost. Dat moest even zijn weg vinden, mensen waren ook gespannen wat er met deze twee merken zou gebeuren, want die best verrassende overname had natuurlijk een reden. De motorverkopen van Aprilia en Moto Guzzi stonden onder druk en geld voor de ontwikkeling van nieuwe modellen was er gewoon even niet. Pas sinds 2010 is er meer duidelijkheid gekomen en is de koers voor deze merken op lange termijn uitgezet en daar gaan we nu de vruchten van plukken met modellen die de concurrentie weer aan kunnen. De vier merken Piaggio, Vespa, Moto Guzzi en Aprilia staan nu ook wat duidelijker naast elkaar en zijn beter herkenbaar geworden voor onze klanten.”

 

Van den Hoff vervolgt: “Het probleem dat er voor ons specifiek in de Benelux speelde was dat wij hier een zogenaamde segment-gestuurde verkoopstrategie kenden. Anders gezegd: we kenden hier een soort folkloristisch dealernetwerk met drie segmenten: 50 cc, motorscooters en motorfietsen. Met name Nederland was het enige land in heel Europa met een enorm verkoopnetwerk voor de lichte scooters. Bromfietsen werden hier immers vooral verkocht via de traditionele fietsenmakers. De motorscooters werden deels via diezelfde fietsenmakers verkocht en deels via de motorzaken waar je ook voor de motoren terecht kon. Om een lang verhaal kort te maken: we hadden op een bepaald moment wel 700 verkooppunten in Nederland en dat was niet toekomstbestendig. Als je maar een handjevol bromscooters per jaar verkoopt, kun je de klant gewoon niet de service bieden die daar bij hoort. Bovendien wilde de fabriek naar een merk-gestuurde strategie: als je in de toekomst Aprilia-dealer bent, dan lever je ook alle producten van Aprilia, van een 50 cc bromscooter tot de RSV1100 Factory V4 met een prijskaartje van bijna het tienvoudige. Maar hierin hebben we de aflopen jaren een enorme slag kunnen maken, nu hebben we voor onze vier merken nog rond de 200 dealers, waarbij het voor de klant veel duidelijker is geworden, en onze netwerken herkenbaarder. Maar voor de beeldvorming: motorfietsen maken ongeveer 20% van onze totale verkoop uit, de 50 cc scooters vormen het leeuwendeel van onze verkopen in de Benelux.”
Naast de reorganisatie van de verkoopkanalen in de Benelux is er ongetwijfeld ook in Italië zelf veel veranderd bij Aprilia en Moto Guzzi? Van den Hoff: “Dat klopt, met name Moto Guzzi heeft een enorme stap vooruit gezet. De honderd jaar oude fabriek in Mandello del Lario aan het Como-meer was nog heel traditioneel, en daar is de afgelopen jaren op het gebied van ontwikkeling, productie en logistiek veel veranderd. Guzzi en ook Aprilia profiteren nu nadrukkelijker van de schaalgrootte van het Piaggio-concern. De fabriek in Mandello blijft bestaan, maar veel echt machinaal productiewerk wordt in onze grote fabriek in Pontodera gedaan, net als de ontwikkeling. Daar zitten alle specialisten, denk aan mensen die de elektronica ontwikkelen. Daar profiteert een relatief klein merk als Moto Guzzi volop van. In het verleden zijn er ook de nodige leveringsproblemen geweest met motoren of onderdelen, maar ook op dat vlak is er de laatste jaren een enorme stap gezet.”
Als Benelux-importeur zal ook Van den Hoff de verschillen tussen zijn landen herkennen, want hoewel het economisch gezien doorgaans als één gebied wordt gezien, zijn er onderhuids grote verschillen. Van den Hoff: “Die verschillen zijn erg moeilijk te verwoorden. Natuurlijk zijn er aanwijsbare verschillen als het A1-rijbewijs voor automobilisten in België en daar worden zeker de nodige 125 cc scooters op verkocht, maar anderzijds geldt in België ook een veel nadrukkelijker kledingvoorschrift met verplichte beschermende kleding. Naar mijn mening ligt in Nederland de lat voor het A1-rijbewijs te hoog, hier zouden mensen met een B-rijbewijs wat meer ruimte mogen hebben om met een korte opleiding op de motor te stappen. Maar ik geloof niet zo in de doorstroming van die A1-rijders naar een volwaardig motorrijbewijs. Waar wel veel verschil in zit tussen Nederland en België is in het gevoel rond motorrijden. België kiest eerder voor klassieke, behoudende modellen, terwijl de Nederlander het liever wat moderner heeft. Die staat meer open voor hightech en kiest vaak voor full-option-versies. Bij Vespa hebben we bijvoorbeeld twee scooters die bijna hetzelfde zijn, de Sprint en de Primavera. Die Sprint is in detail net wat moderner en loopt in Nederland het beste, terwijl de klassiekere Primavera in België meer fans heeft. Met die wetenschap is het ook geen verrassing dat Moto Guzzi het beter doet in België. Het was duidelijk te zien dat de Belgische motorrijders ook trouwer bleven aan Moto Guzzi toen het merk in de hoek zat waar de klappen vielen. Maar gelukkig ontdekt Nederland Moto Guzzi nu ook weer opnieuw dankzij de V85TT. Moto Guzzi is een diepgeworteld, klassiek merk met een duidelijk eigen gezicht qua techniek en styling. Het V-twin-motorblok maakt echt deel uit van het geheel en is ook niet weg te denken bij Guzzi, dat een heel rationeel modelgamma heeft. Het merk straalt ook een bepaalde klasse uit. Moto Guzzi staat qua beleving eigenlijk heel dicht naast Vespa, ook zo’n merk met een enorme historie. Vespa is van Piaggio, maar is inmiddels uitgegroeid tot een zelfstandig merk. Piaggio is in 1884 opgericht door Rinaldo Piaggio en produceerde in de beginjaren schepen, treinwagons en vliegtuigen. Net als in Mandello del Lario bij het Moto Guzzi museum is er ook in Pontodera een prachtig fabrieksmuseum waar vooral de historie van Piaggio en Vespa getoond wordt. Vooral als vliegtuigfabrikant maakte Piaggio furore, het bedacht bijvoorbeeld de drukcabine voor grote passagiersvliegtuigen. In de Tweede Wereldoorlog produceerde het vooral militaire vliegtuigen en daarmee werd het tegen het einde van de oorlog een belangrijk doelwit voor de geallieerde strijdkrachten, die de fabrieken met bombardementen volledig vernietigden. In de wederopbouw zagen Enrique en Armando Piaggio, de zonen van de inmiddels overleden Rinaldo, dat Italië niet langer oorlogstuig nodig had, maar vervoersmiddelen. En dat werd de Vespa-scooter; het eerste motortje was een hulpmotor uit een vliegtuigje, en ook de voorwielophanging stamt van een vliegtuig. En niet veel later werd de karakteristieke driewielige Ape bestelwagen ontwikkeld, die net als de Vespa-scooter tot op vandaag de dag verkocht wordt. Vespa behoort als merknaam zelfs tot de twintig meest waardevolle ter wereld, het is een stijlicoon geworden en staat ook symbool voor het na-oorlogse Italië met al zijn flair. Een Vespa overstijgt ook alle sociale klassen: je ziet er dames op rijden in hun mantelpakje, maar ook bouwvakkers in hun overall, echt heel uniek!”

De gevoelsmatige link tussen Moto Guzzi en Vespa is overduidelijk, maar waar staan Piaggio en Aprilia in dit vergelijk? Van den Hoff: “Piaggio is vooral het merk van de betaalbare mobiliteit, al is ook dit merk enige Italiaanse flair niet vreemd. Piaggio heeft zeventien brom- en motorscooters, maar is tegenwoordig vooral bekend van de MP3, de driewieler die al sinds 2006 op de markt is en waarmee we trendsetter waren. Het dubbele voorwiel maakte de scooter praktischer en ook toegankelijker voor mensen met minder rijervaring. Bovendien kwam in 2008 het model met meer spoorbreedte, waardoor je er met een autorijbewijs mee mocht rijden. In veel Europese grote steden werd de MP3 een enorme hype. Bij Piaggio en ook bij Vespa zullen we de komende jaren trouwens ook steeds meer elektrische aandrijvingen zien. Dat past in het plaatje van de betaalbare en milieubewuste mobiliteit in de grote stad. Zeker bij de scooters zie ik de verschuiving naar elektro de komende jaren doorzetten, maar bij motorfietsen zie ik dat nog niet gebeuren. Daar spelen de beleving en het geluid een grote rol. Als uitlaatgeluid geen rol zou spelen, zou er ook geen mooie muziek bestaan, het geluid is een wezenlijk onderdeel van onze beleving van motorrijden. Dat maakt de huidige discussie over uitlaatgeluid ook best lastig. Zeker bij Italiaanse motoren brengt het geluid iets teweeg in je ziel, alleen daarom al denk ik dat de elektro-aandrijving van motorfietsen voorlopig geen succes wordt, nog afgezien van gewicht en actieradius.”
“Blijft over ons vierde merk Aprilia. Dat merk is wat lastiger te plaatsen dan de andere drie, omdat het iets verder af staat van die andere drie. Aprilia is vooral een jong, sportief merk, dat gezien mag worden. Ook een merk met onmiskenbare Italiaanse passie, maar dan wel in een modern jasje. Ik zeg wel eens gekscherend: op een Moto Guzzi kun je mensen naar het concertgebouw zien rijden, op een Aprilia rijden ze naar de snackbar voor een patatje oorlog, hahaha. Maar zonder gekheid, met de 1100 V4 heeft Aprilia een high-end motorfiets in huis, een vlaggenschip waarvoor je als rijder vlieguren nodig hebt om alles er uit te halen. Je ziet echter dat de middenklasse-naked steeds meer de voorkeur krijgen, vooral bij jongere motorrijders. Het gaat bij hen niet meer om de pk’s, maar wel om het uiterlijk en de beleving en Aprilia heeft die signalen goed opgepikt. Het heeft goed naar de markt geluisterd en met onze nieuwe 660 hebben we een prachtig nieuw model dat haalbaar, betaalbaar èn bruikbaar is en daarmee perfect aansluit bij de huidige motorrijder. Trouwens niet alleen de jongere motorrijders vinden die nieuwe 660 prachtig, we horen ook al dat ervaren motorrijders op leeftijd er voor in de rij staan. Mannen die alles al hebben gedaan en meegemaakt, maar bij wie de jaren toch gaan tellen en die nu overwegen hun superbike in te ruilen voor een RS660. De huidige zestigers zijn de nieuwe dertigers: fysiek nog prima in orde en motorolie in het bloed, maar het hoeft voor hen niet meer tot het uiterste te gaan. En als de Guzzi V85TT dan nog net iets te rustig is, kan de Aprilia RS660 een mooi alternatief zijn binnen de Piaggio-groep.”

Lees meer over

Honda

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda Forza 750

Eerste Test Honda Forza 750

28 november, 2024

De Forza 750 profiteert van dezelfde vernieuwingen die de X-ADV (zie eerste test pagina 34) ook kreeg. Vooral tegen ...
Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...