+ Plus

Heroes Legend Bivouac-Bivouak

Overnachten in een tentje bij temperaturen rond het vriespunt, overdag op de motor zwoegen door stoffige en bloedhete streken. Samen met 120 andere deelnemers reed MotoPlus’ Tonny van der Spoel in de Heroes Legend Rally door de woestijnen van West-Afrika om te finishen aan het legendarische Lac Rose nabij Dakar. En vervolgens reed hij door naar Gambia om zijn motor te schenken aan een plaatselijk ziekenhuis. Missie geslaagd; een verslag van ruim zevenduizend kilometer cultuur, natuur en avontuur. Parijs-Dakar, welke avontuurlijke motorrijder droomt er niet van? Voor rijders waarvoor zo’n loodzware echte rally te hoog gegrepen is, biedt de ‘Heroes Legend’ tegenwoordig de mogelijkheid om in de ‘Bivouac-Bivouac’ door iets minder ruig terrein en over deels verharde wegen naar de Senegalese hoofdstad te rijden. Binnen een goed geoliede organisatie kun je dan in je eigen tempo van bivak naar bivak te rijden, maar een vakantieritje is het nog steeds allerminst, want de 7.000 kilometer moeten nog steeds in twee weken overbrugd worden!De start van de Heroes legend is aan de voet van de Eiffeltoren. Onder de twintig Bivouac-Bivouac-rijders zijn vier motorrijders en we besluiten al snel om de krachten te bundelen en gezamenlijk het avontuur aan te gaan: Frederic Opsomer met een BMW R1200GSA, Jaco Duijst eveneens een R1200GSA, Pieter Keijzer op een KTM 990 Adventure en de schrijver dezes op een BMW F650GS. Als verzopen katten komen we die eerste avond laat aan in Arles. In plaats van met alle natte spullen in de tent te kruipen, brengen we de nacht door in de kantine van het plaatselijke dorpshuis. Tja, het avontuur begint direct, al is het nog niet meteen wat we ons er bij voorgesteld hadden…Gelukkig is het de volgende dag droog en we beginnen deze dag met de technische keuring: alle voertuigen worden gekeurd, bestickerd en de iritracks (waarmee elke deelnemer is te volgen op internet) ingebouwd. Deze klus neemt bijna de hele dag in beslag, daarna zetten we koers naar Almeria in het zuiden van Spanje, met een tussenstop in Valencia. Vandaar is het nog 500 km naar de ferry in Almeria. Het is schitterend weer geworden en voordat we de boot opgaan voor de nachtelijke oversteek naar het Marokkaanse Nador, pakken we eerst nog even een terrasje en wordt er wat onderhoud aan de motoren uitgevoerd. Voor ons houdt dat we de wielen wisselen: de wegbanden maken plaats voor Conti TKC’s, zodat we in Marokko meteen op noppenbanden van start te kunnen gaan. De extra set wielen en onze rallykisten worden trouwens vervoerd in de auto van Laurens Conijn en Doeke Jan Doeksen die de rit met hun verlengde Landrover rijden.Na de avondbriefing krijgen we het roadbook en de waypoints voor de eerste etappe op Afrikaans grondgebied en dan is het tijd om aan boord te gaan. Het betekent ook het afscheid van mijn F650 van Europese bodem, aangezien hij na de rally zal achterblijven in Gambia om dienst te gaan doen als doktorsmotor.Na een rustige nacht leggen we al vroeg aan in Marokko. De douane en politie formaliteiten nemen de nodige tijd inbeslag, maar dan kunnen we ook op pad voor de eerste etappe naar Missour. Je komt meteen in een heel andere wereld terecht: in Europa hebben we de klok, in Afrika heeft iedereen de tijd. Komt het vandaag niet, dan komt het morgen immers wel! Eerst even zien dat we de drukke stad uitkomen en dan ergens stoppen voor een ontbijt. Zowel de Belgische Frederic als Brabander Pieter spreken vloeiend Frans en dat komt meteen al goed van pas, zeker als je om de paar kilometer bij een politiepost weer hetzelfde verhaal moet vertellen. Maar aardig en behulpzaam zijn de Marokkanen absoluut.Het bivak van die dag ligt 20 kilometer van de verharde weg, waarbij we door een droge rivierbedding met grote keien moeten rijden. De motoren krijgen het hier zwaar te verduren. Eenmaal in het tentenkamp is het al snel donker, dus na het opzetten van de tent eerst de motor even controleren en dan vlug de slaapzak in.Zo snel als het ’s avonds donker is, zo snel is het ’s morgens ook weer licht. Snel de tent inpakken, ontbijten en rijden, op weg naar Merzouga. Aan de zuidzijde van het Atlasgebergte is goed te zien dat water leven is: in de droge bedding van de rivier Gorges du Ziz groeien talloze palmbomen, terwijl de nabije omgeving dor en droog is. Net voor Er Rachidia komen we langs een indrukwekkend stuwmeer en in de stad zelf is het een drukte van belang, want de Koning komt er vandaag op bezoek, zodat alle wegen al uren van te voren zijn afgezet. Daardoor arriveren we pas vlak voor het donker het volgende bivak. ‘s Nachts daalt de temperatuur stevig en is het ook pikkedonker. Maar dat geeft wel een adembenemend zicht op de sterrenhemel: nooit geweten dat er zoveel sterren zijn!Ook tijdens de volgende etappe kunnen we deels een rivier volgen, ditmaal de Vallée du Drâa. Tussen de middag pakken we een terrasje met een schitterend uitzicht op deze vallei, die zich als en groene streep door het woeste landschap slingert. Als we ’s avonds de route voor de volgende dag Zagora naar Tata bekijken staan we voor een lastige keus. Op zeker spelen en via de verharde weg, een omweg van enkele honderden kilometers, of afsnijden over de onverharde piste naar Foum-Zguid. Omdat Frederic deze route al eens eerder heeft gereden, kiezen we voor het laatste en vol goede moed gaan we op pad. Het eerste gedeelte blijkt een goed berijdbare gravelweg te zijn, maar dan wordt het – precies in het midden van het stuk – lastiger. Met name de zware 1200 GS-en hebben moeite met het rulle zand. De bovenlaag blijkt een korst van enkele centimeters dik te zijn, met daaronder heel fijn zand. Als je dus onvoldoende snelheid kunt houden, zakken de banden door die harde korst en zitten beide BMW’s soms tot aan hun assen vast in het zand. Dan is het echt beulen om de machines weer vlot te trekken. Zo doen we toch een paar uur over een relatief korte afstand.Opvallend is wel dat er overal in Marokko altijd binnen tien minuten een ‘local’ bij je komt. Je denkt echt in een onbewoond gebied te staan en plotseling duiken er weer een handvol Marokkanen op, zodat je jezelf afvraagt waar ze midden in deze woestenij vandaan komen. Een gesluierde jongedame komt zelfs met takken aanzetten om voor de wielen van de GS-en te leggen. In ruil voor haar hulp krijgt ze een deel van onze lunchpakketten. Maar we zijn er nog niet. Door de hevige regenval in het afgelopen seizoen zijn in deze regio veel bruggen kapotgeslagen en regelmatig worden we dan ook via een omweg door de nauwelijks begaanbare rivierbeddingen naar de overkant gedirigeerd. De conditie wordt vandaag dus behoorlijk aangesproken en alle inspanningen het afgelopen jaar in de sportschool betalen zich nu uit. Om even bij te komen besluiten we in Foum-Zguid wat te gaan eten. Hoe verder we Marokko in komen, hoe donkerder van kleur de bevolking wordt. Het land blijft je verrassen met schitterende landschappen en gelukkig hebben we in de Bivouac-Bivouac tijd om af en toe eens af te stappen, foto’s te maken, cultuur op te snuiven en te genieten. Cultuur, avontuur en natuur, mooier kan het toch niet! Sommige dorpjes lijken zo uit de middeleeuwen te komen. De inwoners kijken hun ogen uit en de kinderen zwaaien volop. Al zijn er ook wel kleine kinderen die het leuk vinden om ons te bekogelen met stenen, die geluiden horen we ook van de andere rallyrijders.In het bivak zie je deelnemers meer naar elkaar toetrekken en ervaringen uitwisselen. Al na enkele dagen zijn we één grote familie; de woestijn kent immers geen rangen en standen. Natuurlijk strijdt iedereen in de rally voor de beste plek in het klassement, maar het is ook een ongeschreven wet dat je anderen waar nodig helpt.Bij de route van Tata naar naar Guelmine rijden we voor het laatst op de flanken van het Atlasgebergte, voordat we richting kust gaan. We komen langs oases en via Tafraout en Tiznit rijden we richting de zee. Het roodkleurige gebergte gaat over in een groen landschap met witte huisjes en eenmaal aan het water is de temperatuur onder invloed van de Atlantische Oceaan meteen een stuk aangenamer. Zo af en toe komen we andere avonturiers op de motor tegen, die in hun uppie verschillende landen van Afrika aandoen. Het valt direct op dat al die reizigers één ding gemeen hebben: ze stralen een enorme rust uit en hebben zich helemaal aan de Afrikaanse gewoontes aangepast.Ook het bivak in de buurt van Guelmine is bij de kust. Vanaf hier wordt het landschap woester en gaan we de grote zandbak in. Het is nu zaak om voldoende water bij je te hebben en te drinken. De camelbags worden dan ook bij elke mogelijkheid bijgevuld. Onze route volgt de grillige en rotsachtige kust van Marokko tot aan de grens met Mauritanië. De bodem is hier zand, zand en nog eens zand. Als de wind opsteekt word je ook meteen gezandstraald: het voelt alsof ze met honderden naalden in je gezicht prikken. Maar ook dat hoort bij het avontuur.Het Bivouac-Bivouac-rijden met z’n vieren blijkt een goede keus. De meeste aandacht van de organisatie gaat namelijk uit naar de rally zelf, waardoor je als bivak-rijder wel zelfstandig moet kunnen acteren. Onderweg passeren we Westernachtige dorpjes; het schijnt dat in deze omgeving veel spaghetti-Westerns zijn opgenomen. De omgeving mag dan veranderen, wat hetzelfde blijft zijn de vele politieposten. De één volstaat met het noteren van je startnummer, bij de ander wordt je hele doopzeel gelicht. Ach, je moet gewoon geen haast hebben in dit land.Ik begin me wat zorgen te maken over de ketting van mijn F650GS, want die slijt harder dan verwacht. Het monteren van de reserveketting wil ik echter zo lang mogelijk uitstellen. Na het bivak bij Laayoune gaan we via de kust richting Dakhla en daar moeten we eerst op zoek naar onderdelen voor Laurens en Doeke Jan in verband met olielekkage van de Landrover. Die vinden we en er wordt tot laat in de avond gesleuteld, maar omdat we niet in het donker naar het honderd kilometer verderop gelegen bivak willen rijden, besluiten we de nacht hier meteen door te brengen in het plaatselijke hotel.Na een verkwikkende douche en een korte nachtrust, zijn we al weer vroeg op pad om bij de andere deelnemers aan te sluiten, want vandaag staat het laatste stuk Marokko op het menu: de weg is lang en lijkt nooit op te houden. Marokko beschouwt dit gebied als haar meest zuidelijke provincie, maar ook Mauretanië maakt aanspraak op deze woestijnstreek, waar ook Algerije nog een mening over heeft. Terwijl deze Westelijke Sahara het niet moet hebben van zijn gevarieerde landschap: landinwaarts is het zand en aan de andere kant rotsen en de oceaan, met overal een mysterieuze mist over een desolaat landschap.We komen nagenoeg gelijk met alle andere rallydeelnemers aan bij de grens in Nouadhibou, een grenspost midden in de woestijn. Frederic neemt onze papieren mee en gaat de afhandeling doen, wij doden de tijd met een praatje met de aan de grens wachtende taxichauffeurs en een colaatje. Dan kunnen we door en ik kijk nog één keer om naar Marokko. Wat een schitterend land, ik kom hier zeker nog een keer terug met de motor.Als de laatste slagboom open gaat, houdt het asfalt op en rijden we een niemandsland in: een woestenij van een paar kilometer. Ik merk dat de kettingset nu toch snel aan zijn eind komt, want regelmatig hoor ik de ketting over het achtertandwiel trekken. Vanavond dus toch maar de nieuwe set monteren in het bivak.Rondom dat bivak ligt een cordon van militairen die waken over onze veiligheid. Met hun pickups met punt 50 geschut achterop rijden ze rondjes om het kamp. In de verte zien we regelmatig de langste treinen ter wereld, geladen met ijzererts, voorbij komen. Soms meer dan drie kilometer lang. ’s Nachts koelt het behoorlijk af, maar het blijkt toch goed toeven in de Wolf Camper tent en slaapzak. Van diezelfde outdoorspecialisten heb ik ook de speciale onderkleding aan onder mijn rallypak. Overdag ventileert het goed en ’s nachts is het lekker warm.In Mauritanië gaan de wedstrijdrijders dieper de woestijn in naar Akjoujt, wij blijven in de buurt van Nouakchott, de hoofdstad. Mauritanië, streng islamitisch en een van de armste landen ter wereld. Bijna de helft van de mensen leeft onder de armoedegrens en dat is overal aan te merken. In de stad zelf heerst een onbeschrijfelijke wanorde met een ongezonde walm van duizenden afgedankte dieselvoertuigen. Auto’s zonder ramen, remmen of deuren, alles wat rijden kan rijdt. Motorrijden in deze stad is een survivaltocht, maar het doet je goed beseffen in welke bevoorrechte positie wij West-Europeanen ons eigenlijk bevinden.Op de valreep blijken we in Nouakchott benzine van inferieure kwaliteit te hebben getankt en onze motoren beginnen slecht te lopen, verliezen kracht en slaan regelmatig af. Gelukkig gata het na enige tijd wel weer wat beter.We verlaten de Sahara. Het is er gevaarlijk, leeg, droog en heet, maar ook waanzinnig mooi, uitgestrekt, uitdagend en ontroerend. De mysterieuze Sahara heeft vrienden en vijanden. “Water wast het lichaam, de woestijn wast de ziel’ is dan ook een mooie uitspraak.Het landschap verandert nu snel. Hoe dichter we bij de grens met Senegal komen, hoe groener het wordt. Bij Rosso steken we de grensrivier over naar Senegal. We kunnen meteen met de pont mee, want voor motorfietsen is er altijd wel een plekje. Aan de Senegalese kant krijg ik een afzonderlijke doorvoer verklaring omdat ik mijn BMW immers niet terug wordt verscheept naar Nederland, maar doorgaat naar Gambia. Senegal wil op die manier voorkomen dat voertuigen onderweg gewoon verkocht worden. Daarom wordt het kenteken ook in je paspoort geschreven, zodat je zonder datzelfde voertuig het land niet meer uitkomt.De weg naar St Louis is een echte gatenkaas. Het is slalommen om de zaak heel te houden. Inmiddels hebben we weer goede benzine en mijn ééncilinder snort weer als vanouds. In het bivak bij St Louis hebben we een rustdag en dat komt goed uit want er blijkt een bout van het subframe te zijn afgebroken. Met hulp van het Desert Rose Team wordt de bout uitgeboord en nieuw schroefdraad getapt, zodat het subframe weer goed vastzit. En dat voor een paar biertjes!De laatste etappe van de rally breekt aan. De weg van St Louis naar Dakar is berucht om de vele ongevallen die daar gebeuren, dus voorzichtigheid is geboden om niet in het zicht van de haven te stranden. Na 17 dagen rijden finishen we bij het legendarische Lac Rose en iedereen wordt persoonlijk binnengehaald door de organisatie met de bekende Dakar-rijder Stephane Peterhansel als boegbeeld. We hebben het gehaald en dat geeft een machtig goed gevoel.Het Lac Rose is niet alleen bekend om haar functie als eindpunt van de Dakar-rally, maar ook vanwege de kleur van het water. Dit komt door het ontzettend hoge zoutgehalte en de aanwezigheid van rood plankton, ongeveer het enige organisme dat kan leven in dit water. Overal langs het strand liggen zoutbergen.In tegenstelling tot mijn kompanen is het avontuur voor mij nog niet helemaal voorbij, want ik vertrek de volgende dag naar Gambia om daar de motor te doneren. Over de 250 km naar de Gambia-rivier doen we acht uur en na de overtocht met de veerboot kom ik aan in Banjul, de kleinste hoofdstad op het Afrikaanse continent. Nadat de motor is gewassen en ik alles nog even heb nagelopen is de laatste rit naar Jiboro aangebroken: daar begint de BMW bij het Health Center aan zijn tweede leven. Het ontvangstcomité staat daar al klaar om de BMW in ontvangst te nemen. Het ziekenhuis is volop in ontwikkeling en ziet er – zeker voor Afrikaanse begrippen – modern en heel netjes uit. En met de F650GS kunnen den artsen zich veel beter over het grote verzorgingsgebied van het ziekenhuis verplaatsen.Na de overhandiging valt er een last van mijn schouders, onbewust speelde de overhandiging van de motor en de druk van sponsoren en donateurs toch wel mee tijdens de 7.000 kilometer lange tocht door Afrika. Na een dikke maand keer ik weer huiswaarts: missie geslaagd en we gaan al weer snel over naar de orde van de dag. Pas weer terug in Europa merk ik echt hoe groot het verschil is tussen deze twee werelddelen. In Afrika komt er morgen altijd weer een dag is en hier in onze omgeving had alles gisteren al klaar moeten zijn. Een wereld van verschil dus en niet alleen wat betreft temperaturen of jaargetijden, maar ook wat betreft levenshouding, beleving van tijd en afspraken.En de Heroes Legend? Die is voor herhaling vatbaar. Natuurlijk betaal je voor de deelname een stevige prijs, maar je krijgt er ook hele veel voor terug in de vorm van seminars, ondersteuning, de meereizende helikopter met artsen en de assistentievoertuigen. Plus een onvergetelijke ervaring, die alles dubbel en dwars waard maakt![[streamers]]IN EUROPA HEBBEN WE DE KLOK, IN AFRIKA DE TIJD. DE WOESTIJN KENT GEEN RANGEN EN STANDEN. WATER WAST HET LICHAAM, DE WOESTIJN WAST DE ZIEL. IN AFRIKA KOMT ER MORGEN ALTIJD WEER EEN DAG IS EN HIER IN ONZE OMGEVING HAD ALLES GISTEREN AL KLAAR MOETE

Lees meer over

BMW

Gerelateerde artikelen

Eerste Test BMW CE 02

Eerste Test BMW CE 02

29 februari, 2024

Het is geen motor, maar ook geen scooter. Nee, de elektrische CE 02 van BMW is een heuse ‘eParkourer’: een ...
Toptest BMW R1300GS

Toptest BMW R1300GS

1 februari, 2024

De nieuwe BMW R1300GS treedt in de voetsporen van de succesvolle 1250 en moet vooral qua sportiviteit nieuwe ...
Duurtest eindverslag BMW S1000RR

Duurtest eindverslag BMW S1000RR

10 januari, 2024

Een gemeten topvermogen van 214 pk, een koppelkromme als van een dikke 1.300 en dat uit 999 cc. De S1000RR met ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-