+ Plus

Fluttert Kawasaki ZZR1400 Turbo

Richard Fluttert kan de kick niet weerstaan, de kick van de turbo. Dat begon al in de jaren tachtig, in 2020 voltooide de rijschoolhouder uit Hengelo zijn meest spectaculaire project, zijn ‘overtreffendste’ trap. Oud-wegracer Fluttert voorzag een standaard 210 pk sterke Kawasaki ZZR 1400 van een turbo en bouwde de H2R-killer die hij wilde. “Jammer dat het mengsel niet helemaal goed was, anders had hij zo 50 pk meer gegeven op de testbank.” Nu bleef het bij 381 pk. “Hij is er toch aardig op vooruit gegaan.”

Richard Fluttert is een man van uitersten. Hij zegt het zelf. Als rijschoolhouder is hij een toonbeeld van rust, maar onder die oppervlakte wil het nog wel eens borrelen. Met af en toe zo’n eruptie die leidt tot een motor met 381 pk’s. Driehonderdeenentachtig, ja, en 338 pk aan het achterwiel bij slechts 9.200 toeren, zo toont de fraaie rechte vermogensgrafiek. Tijdens de vermogensmeting zat er ook een passagier op de ZZR, om te voorkomen dat de achterband zou spinnen.

 

Toen ruim 35 jaar geleden mensen om hem heen zeiden dat het helemaal niet kon wat hij wilde, zelf zo’n turbo op die motor bouwen, ging Fluttert er eens goed voor zitten. En ‘met veel gedoe’ lukte het dus wel. Goed, hij heeft wel eens blokken stuk zien lopen, maar daar moet je dan maar van leren, vindt hij. Want eigenlijk moet je nét over de grens gaan om de limiet te ontdekken, is zijn motto. Op zijn twaalfde prutste hij al aan brommers, op zijn vijftiende kocht hij – met geleend geld van opa – een nieuwe brommer, reed die tot verbazing van de verkoper maar als vanzelfsprekend naar huis (‘dat ding loopt toch?’) en had vóór hij zestien werd het blok al gedemonteerd. Hij zocht en vond grenzen op circuits, werd Nederlands Superstock-kampioen en bleef gefascineerd door turbo’s. “Dat is zó’n kick, daar kan niks tegenop”, probeert hij uit te leggen. “Toen ik een turbo op mijn Z1300 (zescilinder, red.) bouwde…. Dat is zo kicken, dat is… gewoon onbenullig! Op het circuit kreeg ik een kick van zo snel mogelijk rondjes te draaien, maar nu heb ik heel veel plezier van het opbouwen van die dingen. En ook van het rijden. Het gaat mij niet om zo veel mogelijk kilometers maken, ik wil dat voor elkaar boksen en ik werk door tot het klaar is.”
In 2015 kocht Fluttert een nieuwe Kawasaki ZZR 1400, maar al twee jaar eerder begon hij spullen te kopen voor de 1400. Met voorbedachte rade. Geen complete turboset, maar het beste van het beste. Zoals Wössner-drijfstangen die 500 pk aan kunnen, lage compressiezuigers van Carillo, de zwaarste Bosch-brandstofpomp verkrijgbaar, de grootste Japanse IHI-turbo. Maar combineer je de Wössner-drijfstangen met de Carillo-zuigers, dan moeten de zuigers bewerkt worden, zegt Fluttert. “Die drijfstangen zijn zó breed dat de zuiger net iets minder kan kantelen. Dat moet je wel net weten. De slotspeling van de zuigers moet iets groter zijn, omdat het allemaal wat warmer wordt. Het zijn die details, die bepalen of het zaakje kapot gaat of niet.” En, benadrukt hij, hij wilde geen motor die je in het stadsverkeer van verkeerslicht naar kruispunt sleurt. Bovendien, achtjes maken met 381 pk kan, weet hij inmiddels. Het opbouwen en afstellen deed Fluttert de doe-het-liever-zelver zelf. “Dat is juist de kunst! Ik wil er echt niemand bijhalen.” Goed, zijn vrouw Desirée maakte ‘uren vrij’ voor hem en zijn project en voor een paar dingen heeft Fluttert hulp moeten inroepen. Zoals voor de speciale steunen voor de turbo, die een leerling van zijn rijschool maakte op zijn draaibank. “Het laatste stukje uitlaat heb ik zelf gemaakt. De aluminium pijpen heb ik afgezaagd, bochten gekocht bij een bedrijf dat wat in turbo-onderdelen doet.” Wie de uitlaat ziet, snapt dat het exemplaar niet aan de geluidseisen voldoet. Overigens, ambities om zijn expertise in te zetten voor anderen, heeft hij niet. “Want als iemand verkeerd aan de knoppen draait, loopt hij stuk. Je hebt zoveel mensen die kunnen opbouwen, die alles kunnen, maar ik ben een perfectionist. Daarom kan ik ook niet wat voor een ander bouwen. Het duurt veel te lang, snap je?”
Toch, in de buddy liet hij fraai RF Turbo Power borduren. “Als ik de motor ergens neer zet, ga ik het liefst op een afstandje zitten en kijken wat er allemaal omheen komt staan”, lacht hij. “Als ze dat RF Turbo Power zien, pakken ze de telefoon en gaan ze googelen. Maar ik heb helemaal geen site, of zo, dat is gewoon een geintje….”

 

Het was geen alledaagse klus om de turbo netjes op een goede plek te krijgen. Fluttert zag zich genoodzaakt de slijptol ter hand te nemen. “Die IHI-turbo wordt ook gebruikt om Subaru’s te tunen, dus als je die op een motorfiets zet, moet je van alles wijzigen. Ik moest er ook van alles afslijpen, want het moest wel passen. Over de injectoren heb ik getwijfeld. Ik kan rijden met grote injectoren, waardoor ik minder brandstofdruk nodig heb. Maar dat gaat allemaal ten koste van de rijdbaarheid. Hoewel je er misschien wel 70 pk extra mee hebt. Ik heb toch gekozen voor de standaard injectoren met een gigantische benzinedruk. Ik rijd 1 op 17 nu als ik met de jongens mee ga.”
Dankzij brandstofdrukregelaars kreeg Fluttert een goed mengsel. “De ontsteking moet dan verlaat worden en daar had ik wel wat trucjes voor, want ik moest een paar sensors misleiden. Het mengsel is super schoon, want ik gebruik standaard injectoren met een gigantische benzinedruk. Dat vernevelt het beste. Om het zaakje heel te houden, heb ik er water-methanolinjectie op gebouwd. Een aparte injector, die aangesloten is op de turbodruk, zit er voor de veiligheid. Je kunt ook heel makkelijk zien of hij goed staat, want als ik die er bij op zet en er gebeurt niks, dan staat hij al aardig goed. Schakel je het in en hij wordt agressiever, dan klopt er iets niet. Ik kan zelf de turbodruk regelen.” Onder het rijden, zelfs. “Maar daar heb je bij deze motor geen tijd voor.”
Hij kan in de eerste versnelling Nederland door en dan nog de maximum snelheid met 135 km overtreden; het trekt hem, de rijschoolhouder, niet. Fluttert hamert er telkens op dat hij geen dragracer wilde bouwen, maar een soort brave bullige beer. “Ik kan in de derde versnelling 50 rijden met 1.500 toeren, maar het gaat heel vloeiend. Hij mag 11.000 toeren maken, maar daar kom ik niet aan. Het is te extreem. Het is de eerste fiets die ik heb, die ik niet vol kan doortrekken. Je houdt ‘m niet vast, je schakelt vanzelf eerder over met 380 pk. En ik ben toch heel wat gewend. Hoeveel pk ik gebruik? Nou, zo’n kleine 300 pk, denk ik. Hoe hard je dan rijdt, weet ik echt niet. Want draai je het gas flink open, dan gaat de voorkant de lucht in. Het geweld dat vrij komt…”
Om die brute kracht te beteugelen, vertrouwt Fluttert op een MTC-koppeling, bekend bij dragracers. Het bezorgde pakketje werd een puzzel met plaatjes van verschillende dikte. “Ik heb gemaild om te horen wat daar nou de bedoeling van was. Ik moest beginnen met de dunste plaatjes, maar daar viel niet mee te rijden. Hoe meer toeren de motor maakt, des te meer centrifugaal kracht je krijgt en des te meer die plaatjes tegen elkaar gedrukt worden. Op de dragstrip kun je de koppeling in één keer loslaten en vol gas geven. Maar op de weg…. Als ik snel optrok, was er niks aan de hand. Maar reed ik 3.000 toeren in de zesde versnelling en ik zette het gas er op, dan slipte hij al bij 4.000. Ik heb het zaakje weer uit elkaar gehaald en er dikkere plaatjes tussen gezet. Gewoon op gevoel. En daarna ging het super.”
Vanwege de ‘uitbouw’ past de originele stroomlijn niet meer. Dat het er nog steeds als ‘werk in uitvoering’ uitziet, vindt Fluttert geen probleem. “Want achter de kuip onttrek je alles aan het zicht. Ik vind het ook mooier zo. En ruiger. Voor de koeling is het ook beter, anders zit alles er in gepropt. De kabels werk ik misschien nog wel weg.”

Tijdens het maakproces zei Fluttert nog dat hij ooit een keer 400 kilometer per uur wilde rijden. Hij glimlacht als hij aan die uitspraak herinnerd wordt. “Ik ben inmiddels iets ouder en ik heb nu gemerkt wat een geweld het is. Ja… het hoeft voor mij niet. Ik heb ‘m gegeared dat hij de 400 kán halen. Achter zat standaard een 42 tands-tandwiel, daar zit nu 36 tands op. Vóór normaal zeventien, nu achttien. Dat geeft een behoorlijke winst. Als je kijkt naar het toerental, dan zou hij nu theoretisch de 400 moeten kunnen halen. Maar als ik dat zou willen, zou ik de aerodynamica toch iets moeten verbeteren. Wat ik er al wel mee heb gereden? Ik weet het echt niet. Het gaat zó snel. Als je naar de drie vol door schakelt, begint alles te schudden. Heb je iemand achterop, dan stijgt hij bij 200 al op.”
Ondanks het explosief gestegen vermogen voldoet het standaard rijwielgedeelte nog steeds, aldus Fluttert. Zijn ZZR 1400 Supersport Edition heeft al Öhlins-schokdempers en hij is zeer tevreden over de remmen. Voor het circuit vindt Fluttert de machine te zwaar. “Ik heb één keer op Assen gereden, maar na tien minuten heb ik ‘m aan de kant gezet, want ik was al door de kuipen heen. Daar is het eigenlijk ook geen motor voor.”
Of hij meer onderhoud verwacht? Fluttert haalt de schouders op. “Dat weet ik eerlijk gezegd niet. Ik ga wel vaker olie verversen dan normaal. De ketting en tandwielen zullen wat sneller slijten.”
Hoewel 381 pk onder je niet per se een andere manier van rijden vraagt – zegt Fluttert – moet je ook je ogen de kost geven. “Ik let altijd overal op. Ik let zelf altijd op de meter van de lambda-sonde, want als zo’n ding stuk loopt, kun je daar als eerste aan zien dat er wat fout is.” De genoegdoening ligt zowel in het feit dat het Fluttert gelukt is als in het rijden. “Ik beleef heel veel plezier aan het rijden, maar ik heb er al plezier aan dat ik ‘m in de garage heb staan. Een ander van geniet van sieraden aan de vingers of aan de armen, ik kan hier geen genoeg van krijgen.”

En waar Fluttert dan geen genoeg van krijgen; ik probeer er een indruk van te krijgen. En niet meer dan dat. Een soort ‘speedcursus’, zeg maar. Om te beginnen: het dashboard is – ook al – anders dan anders. De snelheidsmeter ontbreekt – want die gaat niet tot 400… – en de snelheid wordt nu gemeten via de GPS van de navigatie. Het is zoals Richard zei, in het stadsverkeer van Hengelo gromt de ZZR braaf zonder mijn armen uit de kom te willen trekken. Dat kan immers altijd nog. Een ander ding dat opvalt: als je opschakelt, ‘zucht’ de machine. Als de gasklep dichtgaat, komt er druk voor de gasklep, legt Fluttert later uit. Het zuchten is de blow-off valve die de druk voor de gasklep laat ontsnappen bij het afsluiten van het gas.
Na een eerste korte sprint op de snelweg weet ik: kop erbij houden. Over de Duitse grens opent de weg zich voor me, maar het is drukker dan ik graag zou willen. Bij ongeveer 3.500 toeren in de zesde versnelling geeft de GPS 125 km per uur aan. Ik geef een paar tikken terug en geef dan gas – zoveel ik mezelf toesta. Voor me wordt alles in recordtijd véél groter en achter me wordt alles razendsnel kleiner. Zo snel dat ik de toerenteller niet boven de 8.000 toeren laat uitkomen. Die procedure herhaal ik nog een paar keer, maar wel steeds gecontroleerd. Vol het gas er op, daar heb ik de handen te vol aan, bepaal ik voor mezelf. Maar de acceleratie is verbluffend en de sensatie is moeilijk te bevatten. De GPS geeft 220 aan, maar – verrassing! – niet eerder bespeurde ik bij een motor nog zo’n drang om de benen strekken. De wereld vervaagt, de zintuigen krijgen prikkels in overdoses. Om aan de grijze massa te ontsnappen, jaag je je eigen grijze massa bijna in het rode gebied – als je dat wilt. De kick waar Fluttert bijna aan verslaafd is, kan ik me voorstellen, ik heb er, bij voorbaat overmatig geïmponeerd, tijdens de korte indruk slechts even aan geroken.

Richard Fluttert is is op wat hij – “Mavo-scholier zonder technische scholing” – heeft gebouwd. “Dat iemand die een beetje lesgeeft in auto’s in zo’n klein garagetje zo’n motor met turbo in elkaar bokst, ja… zo zie ik dat. Ik ben iemand die zich heel specifiek ergens op vast pint. In turbo’s heb ik me helemaal verdiept. Wat anderen zeggen? Ik vang het allemaal wel op, maar dat wil niet zeggen dat ik ook doe wat een ander zegt, snap je dat? Als ik dat had gedaan, had hij niet zo goed gelopen. Dat weet ik zeker.” En of het elke keer nog leuk is om het gas open te draaien? “Ja-ha!”
Ja, iedereen vraagt hem wat het feestje nou allemaal heeft gekost. “Nou, dat kun je beter niet gaan optellen. Al met al denk ik dat ik het niet met 10.000 euro red.”
Als de foto’s gemaakt worden, staat Fluttert genietend te kijken naar zijn ZZR 1400, de enige ter wereld met RF Turbo Power. “Verdomme, ik vind ‘m écht mooi”, zegt hij. Er is een band tussen hem en zijn grote vriendelijke reus. En niet iedereen zal dat snappen, verwacht Fluttert. “Wat nou als je bij een motorzaak komt en je zegt ‘hij houdt iets in’?”

Lees meer over

Kawasaki ZZR1400

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...
Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

31 oktober, 2024

Het was best een gok van Kawasaki in 2012 toen het een dikke vier-in-lijn in een hoogpotig rijwielgedeelte lepelde, ...