+ Plus

Extremadura, Spanje

Het is slechts een dunbevolkte regio op de grens met Portugal, maar wel een klasse apart met zijn wilde sierra’s, eenzame stuwmeren, oeroude stadscentra, bochtige motorwegen en een schier oneindig lijkende verte. In de zuidwestelijke provincie Extremadura beleef je Spanje in extremen!

‘Objects in the mirror are closer than they appear’, lees ik in de spiegel van m’n motor. ‘Aha, een Harley’, vermoedt de kenner ongetwijfeld. Die heeft het dan wel fout, het betreft namelijk Himalayan. Zegt je niets? Dat kan, hij is ook namelijk relatief nieuw op de markt, deze in 2016 voorgestelde eenpitter van Royal Enfield. Quasi als een soort bescheiden versie van de monstrueuze adventures rijdt deze Indiase allroad zich in de kijker. Met een cilinderinhoud en vermogen van zegge en schrijve 411 cc en 25 pk heeft ‘ie bescheidenheid in ieder geval hoog in het vaandel. Niets ‘Ready to Race’, daarentegen wel ‘ready’ voor het betere reiswerk, zowel lange als korte weekendtripjes. En wat is dan een passende bestemming voor zo’n eerste vakantie? Oké, de Himalaya ligt voor de hand, maar dat is wat veel van het goede. Maar extreem wordt het wel, zowel qua naam als afstand. De zuidwestelijke Spaanse regio Extremadura ligt immers niet naast de deur. Is bovendien zo eenzaam en extreem anders als de Himalaya, dus een soort van parallel is er wel, met een beetje fantasie weliswaar.
Land in zicht! We voelen ons net de uit de regio stammende conquistadores Hernán Cortéz en Francesco Pizarro, wanneer we na een lange heenreis via het uitgestrekte, vlakke noorden van Andalusië eindelijk de eerste heuvelruggen aan de horizon ontwaren. Bij Hinojosa om precies te zijn, en niet in Zuid-Amerika waar de beide voornoemde veroveraars/massamoordenaars hun twijfelachtige bekendheid aan danken. Een exotische violet gekleurde bloemenpracht bedekt de rotsige ondergrond, bijna als een rood uitgerold tapijt. De EX323 bij Zarza Capilla is al even kleurrijk, de weg wordt omgeven door rode papaver. De befaamde plant waaruit sommige lieden opium winnen, doen wij niet, we hebben immers al een roesmiddel bij ons. Ja, de Himalyan werkt verslavend. Zelfs al is ‘onthaasten’ inmiddels tot zo’n verschrikkelijk modewoord verworden dat het voor jeuk op de meest intieme plaatsen zorgt, in dit geval is het wel treffender dan ooit. Minder is meer, extreem veel minder, dus extreem veel meer. Minder gewicht en minder gevoelig kunststof zorgt bijvoorbeeld voor veel meer enthousiasme op het onverhard. Ondanks de ronduit bescheiden gevulde paardenstal is het rijplezier van de eencilinder immens op de bochtige wegen van dit aardse paradijsje. Bijvoorbeeld tijdens een rondje om de Embalse de la Serena, een van de vele stuwmeren die de regio rijk is. Vanaf de burcht van Puebla de Alcocer heb je trouwens een bijna buitenaards mooi uitzicht over het water dat wordt omgeven door een fris groen, licht glooiend heuvellandschap, dat bijna aandoet als een zacht kokend broccoli soepje.
À propos eten, kookgerei en een campinguitrusting hebben we niet bij ons, het wordt daarom stilaan tijd om een onderkomen voor de nacht te gaan zoeken. Dat wordt na enig zoekwerk het rustike ‘Hotel Las Dehesas’ aan de N430 nabij Navalvillar de Pela. Het was een lange dag, tijd voor een ‘boerennachtje’…

Het ontbijt de volgende ochtend is, nou ja, anders dan anders. Een mandje vol met zoetigheid, dat is het dan. Nog een extra bakje koffie dan maar. Ondertussen zijn een aantal lokale inwoner aan de bar met ‘frühshoppen’ begonnen. De een lijkt met modderige laarzen rechtstreeks uit de stal gekomen, de ander oogt alsof ‘ie de hele nacht heeft doorgehaald. Tijd voor ons eigen feestje.
Een korte druk op de knop en mijn Indiase vriend is direct klaarwakker. Een druk op de knop inderdaad, de kickstarter is ook bij Royal Enfield verleden tijd. Elektrische startmotor en ABS zit er tegenwoordig gewoon op, zelfs een kompas behoort tot de standaarduitrusting. Die draait zich momenteel trouwens een slag in de rondte, omdat we met een ruime boog rond het Garcia Sola en Cijara stuwmeer draaien. Het voelt bijna al een voorrecht om in deze omgeving te mogen rijden. Op de landkaart schaal 1 : 400.000 prijkt slechts om de twintig centimeter een wat grotere plaats, daartussen niets anders dan flora en fauna. Een mens en zijn machine, hoe eenvoudig maar mooi kan het leven zijn. De meditatieve flow komt ten einde in de buurt van Helechosa, waar de spaakwielen in een continue slalom, die kilometers lang duurt, een weg rond de immense grote gaten in het asfalt zoeken. Een absolute uitzondering trouwens, want ondanks dat de Extremadura tot één van de dunst bevolkte regio’s van Spanje behoort, is het asfalt nagenoeg overal van uitstekende kwaliteit.
Gefladder en geklapper in het plaatsje Talarrubias. We zitten aan de kleine Plaza España op het terras van het redelijk drukke Rivera café. Tegenover ons de Santa Catalina kerk, op wiens daken en torentjes zich een volledige ooievaarskolonie heeft genesteld. Volgens de mythe zorgen de gevleugelde vrienden een veilig onderkomen voor de allerkleinsten. Wellicht kunnen ze me wat hulp bieden, ik ben namelijk ook op zoek naar een geschikt onderkomen voor de nacht voor mijn kleine 400. En dat wordt ook gevonden ook, nog wel in een afgesloten garage onder het waakzame ook van een dikke 1200 boxer ook. Kan in ieder geval met een gerust gevoel het mandje worden opgezocht!

Mijn God wat stikt het hier van fantastische en tegelijkertijd ook heel afwisselende stuurwegen. Die zijn zo alomtegenwoordig als smaakvolle tapas hapjes. De EX349 naar Campanario is er zo eentje. Als de nagels van een spijkerbed steken de scherpe rotsen naast de weg hun toppen de lucht in, doen denken aan de menhirs van Carnac of de rotsen van Stonehenge. Het landschap rondom daarentegen doet weer bijna Schots aan. Extreem mooi en ruig, onbegrijpelijk stil bovendien. Enkel aan het fraaie weer merk je dat je toch een paar duizend kilometer zuidelijker zit.
Oude Spaans-Romaanse stad met zes letters? De kruiswoordpuzzel fanaten onder ons weten de volgende bestemming al: Mérida! Keizer Augustus was het, die in het toenmalige Hispania Lusitania een tweede Rome liet bouwen. Compleet met amfitheater, tempel van Diana en een aquaduct. Een bijzonder indrukwekkend archeologisch ensemble kortom, echter ook behoorlijk tijdrovend. En omdat we niet als een stelletje cultuurbarbaren te boek willen staan, besluiten om hier te overnachten. In het barokke Parador de Mérida vinden we een bijzonder stijlvol, authentiek onderkomen, alvorens we te voet alle monumenten met een bezoekje vereren.
Van Mérida gaat het de volgende ochtend verder naar Montánchez, het zogenaamde balkon van de Extremadura. De weg er naar toe voert door een labyrint van kleine straatjes tussen de authentieke witte huisjes, maar dankzij het weinig opdringende gepruttel van de Himalayan hoor je zelfs met de helm op en lopende motor nog de aanwijzingen van de lokale bevolking omhoog richting de burcht op de berg. Het is dus even zoeken, maar de queeste wordt beloond met een grandioos uitzicht over de achterliggende vlakte. Iets later, aan de Plaza España, krijgen we een inkijkje in het dorpse leven van Montánchez. Het is al bijna ‘siesta’ en in Bar-Mesón Pitogardo bestellen we daarom een grote salade. Uiteindelijk komt er een bord ter grootte van een scooterwiel volledig belegd met allerlei soorten ham en salami, keurig gerangschikt als de trappen van een amfitheater. Vreemde salade, wel smaakvol!

Cáceres is zonder enige twijfel een absolute aanrader voor de historisch ingestelde toerist. Achter de moderne façade van de stad gaan namelijk de oude vestingmuren en verdedigingstorens van een Middeleeuwse ridderstad schuil. Het wordt edoch een kort bezoekje, we hebben onze pijlen namelijk gericht op Trujillo. Daar stoppen we op het Plaza Major, dat wordt omgeven door de renaissancepaleizen van de veroveraar van Zuid-Amerika. Midden op het plein staat een heroïsch ruiterstandbeeld van Francesco Pizarro, de eigenlijk helemaal niet zo heldhaftige veroveraar. Middels vuurwapens en paarden werd door Pizarro en de zijnen systematisch het veel minder goed bewapende Incaleger uitgemoord.
Geschoten wordt er ook noordelijk van Trujillo in het unieke nationale park Monfragüe. Door vogelspotters welteverstaan, die met hun telelenzen de vale gier of een van de driehonderd andere inheemse vogelsoorten alhier op de gevoelige plaat willen vastleggen. Ieder diertje zijn pleziertje.
En een pleziertje valt ons ook ten deel, twee zelfs. En wel in de vorm van twee overnachtingen in de paradores van respectievelijk Jarandilla en Plasencia. Het eerste van de twee hotels betovert met een door palmen omgeven binnentuin, de tweede met een rijk versierde eetzaal, die bijna zo groot als de binnenkant van een flinke kerk is.
Maar goed, we zijn hier niet om enkel te slapen en dineren natuurlijk. Rijden willen we, en daarvoor bieden de uitlopers van de tot 2.500 meter hoge Sierra de Gredos en de Sierra de Guadalupe alle mogelijkheid. Exemplarisch voor de fantastische wegen is bijvoorbeeld de EX118 van Navalmoral de la Mata maar Guadalupe. Eerst chillend door het uitgestrekte, brede dal, dan rillend als een geasfalteerde achtbaan. De Himalyan moet alles geven, maar of de zuiger het bij 6.500 toeren nog wel naar het zin heeft? Geen idee wat er zich in de verbrandingskamer afspeelt, maar dat doet er ook niet toe. Rustiger aan is toch geen optie. Wat je na tachtig geniale kilometers wel weet: Guadalupe is gezegend met het allermooiste plein van alle tot noch toe bezochte plaatjes. Aan het hoofd van het door cafeetjes omzoomde plein troont het kloostercomplex El Real Monasterio de Santa Maria de Guadalupe, dat na Santiago de Compostella de belangrijkste pelgrimsbestemming van Spanje is. De 36 bochtige kilometers naar Puerto de San Vicente dwingen je vervolgens weer op de knietjes, qua hellingshoek dan. Zo mooi, dat we besluiten om te draaien om nog een keer te kunnen genieten van deze waanzinnige piste.
De Extremadura-toer nadert alweer zijn ontknoping. Het eindsprintje voert in noordoostelijke richting van Plasencia naar Puerto de Honduras. Een lekker grillig bergpasje van 1.430 meter hoog, eentje uit de eerste bergcategorie tijdens de Vuelta. Aangekomen op pashoogte, waar de amateur wielrenners unaniem de tijd nemen om weer op adem te komen, kijk ik terug op een ontspannen ritje op de belevingsvolle Royal Enfield. Soms is het niet perse de sterkste die wint!

INFO EXTREMADURA,SPANJE
Geen Middellandse Zee in de directe nabijheid, ook geen Atlatische Oceaan, en desondanks een regelrechte voltreffer. De West-Spaanse autonome regio Extremadura, op de grens met Portugal, schittert met veel rust, ruimte en -vooral – rijplezier!

Ligging: Zuidwest-Spanje
Hoofdstad: Mérida (grootste stad is Badajoz)
Afstand vanaf Utrecht: 2.000 km (Mérida)
Regeringsvorm: autonome regio met eigen regering
Buurlanden: Portugal (westen) en de autonome regio’s Castilië-La Mancha, Castilië en León en Andalusië.
Oppervlakte: 41.582 km² (net zo groot als Nederland)
Inwoners: 1,1 miljoen (2011)
Hoogste punt: Calvitero (2.401 meter)
Toeristische trekpleister: oude stadscentrum van Cáceres, archeologische opgravingen van Mérida, Cabañeros National Park, Sierra de San Pedro, Nationaal Museum van Romaanse Kunst (Badajoz), fort Alcazaba (Badajoz), koninklijk klooster van Santa Maria de Guadalupe, Trujillo, klooster San Jerónimo in Yuste, Pasencia (met zijn befaamde kathedraal), Monfragüe National Park en nog veel meer.
Taal: Spaans
Schrift: Latijn
Munteenheid: Euro
Tijdsverschil: geen

Klimaat: Extremadura kent een Mediterraans klimaat, behalve in het uiterste noorden, waar een landklimaat het voor het zeggen heeft. De zommers zijn droog en warm, de winters opmerkelijk mild. Zelfs hartje winter zou je er nog prima kunnen rijden, al is sneeuwval in de hogere berggebieden zeker geen uitzondering. Hartje zomer kan het er flink warm worden, de Valo do Guadiana is zelfs één van de warmste gebieden van Spanje, de gemiddelde dagtemperatuur in juli/augustus ligt rond de 35° Celsius. Gemiddeld dus, uitschieters naar ver boven de veertig graden zijn eerder regel dan uitzondering.
Geografie: met de wat lagere Sierra Morena in het zuiden klimt de Extramadura verder richting het noorden steeds verder de hoogte in met de hogere berggebieden van de Sierra de Gredos in het noorden. De bekendste en meest voorname rivieren zijn de Tajo en Guadiana.
Reis: de snelste weg van Utrecht naar Mérida voert via Parijs, Bordeaux, San Sebastián, Valladolid en Salamanca. Bijna tweeduizend kilometer (grotendeels snelweg) en dan moet er ook nog fiks wat tol worden betaald. Dan draai je niet na een paar dagen rijden weer om natuurlijk. In de zuidelijker gelegen regio Andalusie kun je je ook prima vermaken (zie reisverslag in MotoPlus 17/2018), net als in het meer noordelijk gelegen gebied rond Madrid, dat eveneens rijk is aan mooie stuurwegen.
Wanneer: zoals bijna overal op het zuidelijke deel van het Iberisch schiereiland, lenen met name herfst en voorjaar zich het best voor een bezoek. De zomer is enkel wat voor de echte zon fan. Anders dan in de Alpen en Pyreneeën vind je in de Extremadura geen echt hoge bergtoppen, grote temperatuurverschillen tussen de berggebieden en laagvlakten zijn er dus ook niet.
Info: www.turismoextremadura.com / www.spain.info

REISDUUR: 5 DAGEN (ZONDER HEEN- EN TERUGREIS)
GEREDEN KILOMETERS: 1.200 KM

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...