MotoPlus 17 - 2025
REPORTAGE MOTOPLUS 71 geometrie voor deze machine. Die was veer- tig jaar geleden al perfect uitgedokterd door Suzuki. In de hoedanigheid van voorrijder van Track Days 4 All reed Versteeg op de modernste Ducati’s. Toen hij met Edgar Hendrikx wat lan- ger naar een Panigale V4 keek, vergeleken ze de geometrie daarvan met de 1100. “Die is bijna identiek! De voorvork staat steil om makkelijk in te sturen en de achterbrug is lang om tractie te hebben. Dat had Suzuki al vroeg door.” Het 1100-blok heeft een mythische status, maar Versteeg heeft werkelijk ieder onderdeel gewikt, gewogen en waar nodig vervangen. “De basis is een standaard GSX-R1100, maar opgeboord tot 1.216 cc. Het is goed voor 145 pk aan het achterwiel. Samen met een drooggewicht van 180 kilo is dat goed voor moderne prestaties. De koppeling is een slip- per clutch uit een Suzuki 1000 en de vijfbak kreeg een quickshifter.”Natuurlijk hebben de standaard carburateurs plaatsgemaakt voor een viertal sexy flatslides van Mikuni en zo zijn er meer voor zichzelf sprekende aanpassingen voor racegebruik. De koeling werd verbeterd en ook de nokkenassen, kleppen, drijfstangen en kleppen werden lichter en sterker. Toch verloor het blok zijn oorspronkelijke karakter niet. Wat het wel verloor? Iets van zijn legendarische betrouwbaarheid. De vier-in-lijn staat bekend als een supersterk blok, maar bij een Ducati Clubrace plofte het opgefokte blok toch. “Gingen er drie man achter mij onderuit. Ik won de race alsnog met een reserveblok…” Even terug naar het karakter van de viercilinder, dat vertoont dus volop gelijkenissen met een standaard blok.“Vanaf 2.000 toeren levert het al volop vermogen – het mag ook maar 9.000 toe- ren draaien – en daardoor had ik altijd kopstart. Qua koppel voelt het bijna als een tweecilinder en de motor is daardoor schakellui te rijden. Uit- eindelijk was de racer goed voor 1.48 op Assen.” Zo’n toptijd komt natuurlijk niet alleen op het conto van een snel blok, het rijwielgedeelte moet ook heel wat in zijn mars hebben. “Als dit ding goed is afgesteld, rijdt het echt super- makkelijk. De grondspeling is wel altijd proble- matisch geweest. De carterdeksels zijn schuin afgefreesd, maar toch bleef de grondspeling zeuren. Toen ik al op de SP2 racete, ging de 1100 mee als reservefiets. Als ik hem dan moest pakken, voelde het direct goed. ‘Wat rijdt dat fijn’, dacht ik altijd.” n
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3