MotoPlus 01 - 2024

REPORTAGE DE NORTONS VAN GUY BOFFÉ 70 MOTOPLUS REPORTAGE geboord om gewicht te besparen. Daarna zijn ze uitgewogen en bewerkt om ze op exact hetzelfde gewicht te krijgen De originele drijfstangen heb ik zodanig afgeschraapt en geschuurd dat het net messen zijn.” Boffé liet de cilinders honen en de kop afvlak­ ken voor een hogere compressie. De tuime­ laars zijn dertig procent lichter gemaakt. De nokkenas is een exemplaar van Peter Williams met een hogere lift. “De nokkenas is vier gra­ den vroeger gezet. Dat kan door de krukas drie tanden en de nokkenas één tand te verzetten. De Ø 32 millimeter carburateurs zijn vervan­ gen door Ø 33 millimeter Amal carburateurs. De inlaat in de cilinderkop en het spruitstuk kregen een andere vorm. Ze zijn uitgedraaid en geflowd.” Het resultaat van dit flinke stuk huisvlijt is een motor die vanaf 4.000 toeren veel meer vermogen levert, maar wel minder koppel heeft bij lage toeren. “De Norton start heel makkelijk. Ik heb de motor de eerste drie­ duizend kilometer na de revisie heel rustig en met steeds wisselende toerentallen ingereden. Daarvan wordt de motor echt niet lui, zoals men weleens beweert. De eer­ ste duizend kilometer zeker niet boven de 3.500 tpm en ook niet met een constante snel­ heid op de snelweg rijden. Ik heb juist kleine wisselingen in toeren gedaan en regelmatig teruggeschakeld. Dan heb je na drieduizend kilometer veel compressie.” Dankzij een langere overbrenging haalt de motorfiets een topsnelheid van 230 km/uur. “Door de langere eerste versnelling moet je soms even slippen met de koppeling. Van de koppelingsplaten is een deel van het brons afgedraaid. Zo krijg je door het geringere oppervlak bij dezelfde kracht een hogere aanlegdruk. Bang voor extra slijtage ben ik niet, want het brons slijt haast niet.” Het uit­ laatsysteem is nog niet gereed. Oorspronkelijk zat er een 2-1-2-uitlaatsysteem op. Inmid­ dels is Boffé bezig met grotere buizen een 2-1-systeem te maken. “Het moet straks een kopie van de race-uitlaten van Norton uit de jaren zeventig zijn.” In 2017 krijgt Boffé de kans om een Com­ mander uit 1989 met wankelmotor te kopen. “Voor particulieren heeft Norton er maar 160 gemaakt. Voor de politie en defensie een paar duizend. Ik wou graag een Norton F1, maar die zijn onbetaalbaar. Ik heb deze Commander met slechts zevenduizend mijl op de teller kunnen kopen. De eerste eigenaar reed er nooit mee. Bij de tweede eigenaar stond de motorfiets vijftien jaar in de woonkamer. Omdat de motor lang had stilgestaan, heb ik meteen zaken als rubbers, vloeistoffen en banden vervangen. De tandwielen en ketting draaien bij de Comman­ der in een gesloten oliebad. Die gaan honderd­ duizend kilometer mee. De ketting hoef je ook nooit te spannen omdat die niet slijt.” Opvallend zijn de twee extra daglicht-kop­ lampen achter de ruit van de kuip. Zodra je de motor op contact zet, branden die. Ook aan de achterkant bouwde Norton in 1989 al wat extra veiligheid in. “In de achterlampen, zowel links als rechts geïntegreerd in de kofferset, Puur voor de looks: liever twee kleine schijven dan één grote. Stevig opgepepte Commando. De nieuwe Commando is mooi, maar weinig comfortabel.

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3