MotoPlus 01 - 2024
ROADTRIP MOTOPLUS 65 bele kleptiming best aardig voor een 125’je, al moet er zo nu en dan wel een tandje terug worden geschakeld. Maar als dat het is… Eenmaal boven heb ik een prachtig uitzicht over de omliggende bergtoppen. Net als vele toeristen parkeer ik de motor om wat foto’s te maken. Het doet de koeien, die volledig gedesinteresseerd achter de vangrail staan te grazen, blijkbaar weinig. Ik zou hier best een paar uur kunnen blijven hangen, maar de afda ling wacht. Ik ben pas net onderweg wanneer er voor me een rij stilstaande auto’s opduikt. File? Dat lijkt me sterk op een bergpas… De oorzaak wordt niet veel later duidelijk: de plaatselijke herder drijft zijn kudde koeien de weg over. Dan maar even wachten! Wanneer de kudde de weg weer ‘vrij’ heeft gegeven, maak ik me klaar voor het resterende deel van de dag. Ik rijd vandaag naar de Ossiachersee in het zuiden van Oostenrijk, waar mijn ouders op de camping staan. Na een wisselvallige middag dient zich het elf kilometer lange meer eindelijk aan. Tijd voor een korte motorische pauze van een paar dagen, waarna me nog vijf dagen stuurplezier wachten! Het is droog en zonnig als ik een paar dagen later verder rijd naar Mörtschach. Het plaatsje ligt in Nationaal Park Hohe Tauern, een 120 kilo meter lang en 50 kilometer breed bergmassief met prachtige natuur. Vanaf het eerste bordje is het alsof je je in een andere wereld bevindt. Het lijkt wel een levensecht Bob Ross-schilderij: felgroene weilanden, strakblauwe lucht en grijze rotswanden waar waterstromen van tientallen meters hoog naar beneden vallen. Pal naast de doorgaande weg dwars door het natuurgebied bevindt zich mijn hotel, op een steenworp afstand van de Großglockner. Erg handig, want na een klein halfuurtje rijden sta ik de volgende ochtend voor de tolpoort van Oostenrijk’s hoogste berg. Dat klinkt als een uit daging, maar blijkt goed te doen voor de lichte XSR, die zich niet laat intimideren door hoog tes en hellingspercentages. Hij klimt gewoon altijd en overal gretig naar boven. Na een stop op pashoogte, met schitterend uitzicht op de bergtoppen rondom, is de afdaling al helemaal een feestje. Zonder al te veel langzaam rijdende auto’s en ander verkeerstechnisch ongemak, rijd ik richting Zell am See het dal in. De ene na de andere haarspeldbocht volgt elkaar in rap tempo op. Het vertrouwen groeit met de kilo meter en de randen van de Metzelers worden steeds meer benut. De bochtenpret houdt nog tot ver achter de andere tolpoort aan de andere kant van de berg aan. Pas als de Großglockner tientallen kilometers achter me ligt, verruil ik de kronkelende wegen voor een lange, rechte weg dwars door Innsbruck, waar geen einde aan lijkt QUANTA COSTA? Zo’n roadtrip met de motor is natuurlijk leuk, maar het kost natuurlijk ook wat. Voor niets gaat immers de zon op. Ik heb wel geprobeerd de kosten binnen de perken te houden door met name bij de overnachtingen bewust te kiezen voor de goedkopere opties. Alle overnach tingen samen bleken onder de streep ook de grootste kostenpost: € 501,-. De brandstof sloeg een gat van € 130,- in mijn budget, het avondeten eentje van € 115,60. En dan was er nog de tol voor de Nockalmstraße en Großglockner Hochalpenstraße: totaal € 46,-. Onder de streep kostte deze trip dus € 792,60. Nét geen honderd euro per dag. Stuk leuker én vermoedelijk ook goedkoper dan een week doorhalen aan de Spaanse costa! te komen. Beetje een anticlimax. Gelukkig doet het laatste stuk naar Apart Vivaldi, mijn laatste overnachting in Oostenrijk, de ellenlange rijen met stadsverkeer snel vergeten. Aangekomen bij het hotel bespreek ik op het zonovergoten terras met Jan Wilmink – de Nederlandse eigenaar van Apart Vivaldi – de Links: de koeien maken de file toch ineens een stuk leuker! Midden: onderaan de Grossglocker. Rechts: het uitzicht op het hoogste punt. »
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3