MotoPlus 22 - 2022
ZWITSERSE ALPEN REIZEN REIZEN MOTOPLUS 55 tot diep in de zomer vaak nog sneeuwresten te vinden zijn. Die zijn er momenteel niet meer, al doet dat niets af aan het feit dat het hier momenteel stervenskoud is. Wanneer bereiken we eindelijk de top van de pas? En een plek om op te warmen? Daar is ’ie eindelijk! Een herberg, een kiosk of restaurant, wat je ook maar wilt wanneer het weer niet echt wil meewerken. Een plek waar je naar binnen kunt om op adem en op tempe ratuur te komen. We komen binnen en voelen ons een beetje als Doctor Who na een tripje in zijn Tardis tijdmachine. Het interieur is een weinig enerverende mix van Rudi Carrell meu bilair en een snelweg-benzinestation, beide uit de jaren ’70. Aan de muur hangt een foto van het dorp Ulrichen, genomen in 1976. Met het creatieve talent van een onderbroekontwerper van Zeeman heeft iemand er een langlaufposter opgeplakt. Daarnaast herinnert een wimpel aan het tiende Sepp Blatter voetbaltoernooi, dat ergens in een ver verleden werd gehouden. Dit is niet het met charme doordrenkte, authen tieke herbergje dat we voor ogen hadden. Snel weg uit dit levende museum dat vermomd is als herberg, waar we ons bijna als figurant in een absurdistische komedie wanen! In de vroege ochtend van de volgende dag is het voorval al volledig naar de achtergrond weggeëbd. In Ulrichen heeft de wekker om zes uur een einde gemaakt aan alle dromen. De Triumph gromt hees voor zich uit, de Ténéré brabbelt energiek en de weergoden zijn van daag in een opperbest humeur en verwennen ons met het mooiste weer. Diep in het kanton Wallis gloort een helderblauwe lucht en een lichtroze streep aan de horizon markeert de naderende dageraad. Er hangt nog altijd een lichte ochtendnevel over de weilanden, maar boven de hoogten van Furka en Grimsel is de hemel onberispelijk. Dit kan iets worden! We zweven gepassioneerd door Oberwald, met zijn idyllische, door de zon geblakerde houten huizen. Ze geven treffend de ware geest weer van een Zwitserland dat zijn weg heeft weten te vinden tussen geschiedenis en moderniteit. Kort daarna doemt links een massieve rotswand op, terwijl de kloof rechts steeds smaller wordt. De Ténéré sprint van bocht naar bocht, terwijl Jürgen met de driecilinder lekker in het spoor blijft hangen. Buiten ons is er niemand op de weg, geen touringcars, geen campers, geen auto’s, helemaal niets. De Furkapas die nu voor ons uit klimt, heeft niet de karakteristieke haar speldbocht-recht stuk-haarspeldbocht opbouw, maar is een bonte mengeling van bochten in de meest uiteenlopende vormen. Verfrissend! Dan zien we ineens de haarspeldbochten van de Grimsel. Hieronder laten de stenen bruggen van de Furka spoorweg zich zien, die er inmiddels ook alweer enkele tientallen jaren op hebben zitten. Op de een of andere manier lijkt het alsof ze altijd bij dit landschap hebben gehoord. En onder dit alles stroomt de jeugdige Rhône naar het meer van Genève. In Gletsch nemen we de afslag naar de Grimsel. Het vroege opstaan heeft op alle fronten geloond en ik heb er ook alles behalve spijt van. Eén klein minpuntje is er wel: mijn vingers voelen inmiddels als vissticks aan die net uit de vriezer zijn gehaald. Van bovenaf laat de Furkapas al zien waarom motorrijders er zo verzot op zijn. »
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3