MotoPlus 20 - 2022
SPORT MOTOPLUS 93 ESPARGARO HARD VOOR HONDA Moto2: KORT PLEZIER Tijdens de eerste Grand Prix van 2022 in Qatar leidde Pol Espargaro zeventien van de 22 ronden. Daarna zag hij Enea Bastianini en Brad Binder voorbij komen. Desalniet temin was de Spanjaard aan het begin van zijn tweede seizoen in het Repsol Honda Team tevreden met zijn derde plaats; pas zijn tweede podium in dienst van het team. Daarna ging het echter bergafwaarts met Espargaro én Honda. De grip aan de achter zijde die hij gedurende de wintertesten zo had verwelkomd verdween en de 31-jarige Espargaro bezet na een veertiende plaats in Thailand nu de zeventiende plaats in de tussenstand. “Van de beste Honda-rijder ben ik de slechtste geworden sinds we geen grip meer hebben”, was Espargaro bitter. “In plaats van te proberen of we het kunnen verbeteren, gebeurt er niks. En ik worstel.” De terugkeer van teamgenoot Marc Marquez had wel voor verandering gezorgd, meende een cynische Espargaro al op donderdag. “Ja, je krijgt het gevoel dat iedereen weer aan het werk is. Maar voor mij is het hetzelfde, al wedstrijden lang. Ik vertrek, zoals iedereen weet, en de motivatie om te verbeteren is er niet. Ik heb wat ik heb en daar moet ik het mee doen, terwijl ik weet dat ik er mee wor stel. En er gaat dus niets komen, dus ik weet dat het zo blijft, niemand helpt me, dus het is lastig. Ook om gemotiveerd te blijven, ja. Ik ben eerder in zo’n soort situatie geweest, dat ik bij een fabrikant vertrok, maar ik moet toe geven, zo was het toen niet. Maar uiteindelijk is het heel simpel: ik ben een werknemer van deze fabriek en ik doe wat ze van me willen. Als ze willen dat ik iets test, doe ik dat. Willen ze niets, dan is het zo. Het zou niet terecht zijn om kwaad te spreken over hen, want zij hebben me de kans gegeven om op deze machine te springen en om een betere rijder te worden, ook al blijven de resultaten uit. En... dat is het.” Zijn vier seizoenen bij KTM afzettend tegen de twee bij Honda leverde een interessante ver gelijking op, waarbij Espargaro meende dat Europese fabrikanten niet zo bevreesd zijn om gekopieerd te worden als Japanners. “Japanse fabrikanten houden veel nieuwe dingen ver borgen. In het verleden was het natuurlijk ook zo dat de Japanse fabrieken de leiders waren en iedereen probeerde hen te kopiëren. Nu niet meer. De nieuwste technologie, of het nu gaat om aerodynamica of set-up, komt uit Europa, niet uit Japan.”Volgens Espargaro benadert Honda de racerij anders dan de Europese concurrentie. “Het lijkt alsof Honda alle pijlen op één ding richt. Ze maken een machine, die is volgens hen geweldig, en als die er is, werken ze niet aan de verdere ont wikkeling van het basispakket. De volgende stap is de machine van volgend jaar. Ik heb de indruk dat de Europeanen anders werken. Die hebben een basispakket en aan het eind van het jaar staat er een andere motor. Dat is dan de machine voor het nieuwe jaar. Honda heeft het vermogen om vier verschillende machines te ontwikkelen op vier verschillende manieren. Ducati en KTM zijn sterk, maar heb ben niet de mogelijkheid om het zo te doen. De Europese fabrikanten weten dus ook dat ze langzaam aan die doorontwikkeling moe ten werken. Als het een mislukking is, is het voor hen een veel groter probleem dan voor Honda. Honda kan twee, drie, vier jaar een slechte machine hebben, maar ze stappen er overheen en gaan door. Vier slechte jaren voor KTM zijn een ramp.” Er waren echter wel degelijk voordelen ver bonden aan de Japanse aanpak, benadrukte Espargaro. “Bijvoorbeeld de manier waarop ze problemen benaderen, die is goed. Als er bij Europeanen iets niet goed is, is er blinde paniek en geen geduld om de tijd te nemen om zaken te verbeteren. Resultaten moeten dan meteen komen. Soms is dat goed, maar meestal niet. Het is heel makkelijk om snel in een crisis te belanden en dan wordt een klein probleem een groot probleem. Japanners nemen de tijd voor een grondige analyse en als ze na een tijdje ergens mee komen, werkt het. Dat is heel prettig.” Op zaterdag zorgde Somkiat Chantra nog voor een volksfeest door de eerste Thaise rijder te worden met een pole in de Moto2. Toen het kort voor de start begon te regenen, was het dan ook weinig verrassend dat hij met zijn ‘thuis kennis’ de kop nam. Dat plezier was echter van korte duur, want met een knappe voorsprong vloog Chantra al in de tweede ronde in de stromende regen met een highsider van zijn machine. Vervolgens nam Alonso Lopez de kop over, twee ron den later afgelost door Aron Canet. De Spanjaard moest na één door komst alweer plaatsmaken voor de verrassend sterke Filip Salac. Maar in de achtste van 24 geplande ron den glipte de van de achtste plaats gekomen Tony Arbolino voorbij. Daarop zwaaide de wedstrijdleider de rode vlag: de regen zorgde voor een te groot gevaar. Omdat de race niet de vereiste tweederde afstand had geduurd, kwam het met veel vertraging tot een herstart. Toen er echter in de verkenningsronde weer een stortbui losbarstte, zette de wedstrijdleiding een streep door de race. Arbolino werd uitgeroepen tot winnaar, vóór Salac en Canet. Vanwege de korte race werden halve punten uitgedeeld. Met een zesde plaats finishte Ai Ogura één plek en een half punt voor de niet overtuigende Augusto Fernandez. Zonta van den Goorbergh werd zeventiende, drie seconden voor de teleurstellende Bo Bendsneyder.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3