MotoPlus 20 - 2022
LUCA MARINI INTERVIEW INTERVIEW MOTOPLUS 83 die lichte klassen is alleen maar goed. Kijk maar naar hoeveel voormalige Moto2-jongens nu in de MotoGP rijden.” Na dat eerste jaar, waarin Marini twee keer in de top 10 finisht en achter zijn broer negentiende wordt in de eindstand, wordt het een stuk serieuzer als VR46 de startplaats van Avintia overneemt. Marini krijgt de beschikking over actueel Ducati-materiaal en David Muñoz, de voormalige crewchief van zijn halfbroer Valentino, wordt zijn nieuwe rechterhand. Idalio Gavira, in de jaren daarvoor Rossi’s rider coach, wordt zijn ogen en oren naast de baan. Het team moet tijd hebben om aan elkaar te wennen, benadrukt Marini meer dan eens. Hij noteert twee starts vanaf de eerste rij, vierde plaatsen in Oostenrijk en Misano, een snelste raceronde in Aragon en – ondanks een crash in Thailand – finishes in al zijn MotoGP-races. Hij mag dan als twaalfde buiten de top 10 in de tussenstand staan, een kleurloze figurant is Marini echter bepaald niet. Zijn broer’s zegen en steun heeft hij nog altijd. “Mijn eerste grote idool was – en is nog steeds – mijn broer”, zegt sportliefhebber Marini. “We waren heel vaak samen en dan zag ik hem plotseling weer op tv! Dan won hij races en dat was echt geweldig. Een ander idool is Francesco Totti, want ik hou ook van voetbal. Ik ben een fan van AS Roma en hij was in die jaren misschien ook wel de beste Italiaanse speler.” Valentino was echter voor de kleine Luca ‘een superheld’. “Zoals je dat ziet in films. Mijn vader (kinder- en jeugdpsychotherapeut van beroep, red.) is ook heel speciaal voor mij, maar Vale was als een superheld, want de ene dag zat hij naast me op de bank en dan op zondag reed hij op kop in een race, vocht hij fantastische duels uit, zoals in Barcelona (2009 met Jorge Lorenzo, red.) of op Laguna Seca (in 2008 met Casey Stoner, red.). Maar ook voor die tijd al. Het was heel bijzonder om hem als heel gewoon per soon mee te maken en hem dan vervolgens waanzinnige dingen te zien presteren. Dat was voor mij als kind ongelooflijk.” Als hij zelf een jaar of 13 is, vertelt hij moeder Stefania en vader Massimo dat hij wil doen wat Valentino doet. “Dat idee werd elk jaar sterker. Ik ben toen gestopt met voetbal en ik richtte me helemaal op school – want ik moest wel een diploma halen – en op de motorsport. Ik was sterk, ik was snel en ik had er veel plezier in. Ik zocht iets dat me heel veel voldoening kon geven, iets dat bij mij hele sterke emoties opriep. Iets dat me gelukkig kon maken in mijn leven, iets dat werk was maar niet als werk voelde. Dat het een groot plezier was om dat te doen.” “Voor Stefania is het alsof de geschiedenis zich herhaalt”, lacht Marini. “En ze had ook al heel veel meegemaakt met Graziano, Vale’s vader. Zij kende en kent dit wereldje en de paddock heel goed. Toen ik jonger was, zei ze dat ik op school goed m’n best moest doen. Dat ik een ‘normaal’ beroep moest kiezen, want ik heb een goed verstand (Marini spreekt naast Italiaans ook Spaans, Frans, Engels en Pools, red.), ik ben slim. ‘Volg die weg’, zei ze. ‘Oké, oké’, zei ik dan. De Grand Prix van Portugal was een van de weinige wedstrijden waarbij Rossi aanwezig was. Met mondkapje crewchief David Muñoz, de grijze haardos is van rider coach Idalio Gavira. Vorig jaar troffen Valentino Rossi en Luca Marini elkaar voor het eerst in dezelfde klasse. In de eindstand bleef Rossi zijn halfbroer net voor. (Foto: Lukasz Swiderek/PSP)
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3