MotoPlus 20 - 2022

INTERVIEW MOTOPLUS 81  Als Luca Marini het media center binnenstapt, gaat dat zelden onopgemerkt. Marini is lang, ziet er goed uit, heeft een paar priemende ogen, oogt zelfverzekerd en geeft blijk van een charisma dat journalisten in steeds groteren getale naar zijn dagelijkse debriefs lokt. Zijn heldere analyses en originele visies maken Marini tot een interessante coureur om mee in gesprek te gaan. Hoe anders is de scepsis als hij tien jaar eerder zijn entree maakt in het Italiaanse Moto3-kam­ pioenschap. Natuurlijk, als het halfbroertje van een Italiaanse wereldster die Valentino Rossi heet weet hij de aandacht op zich gericht – of hij dat nu zelf wil of niet. Maar waar enkele decennia eerder Valentino als zoon van de spraakmakende Graziano Rossi direct blijk gaf van een uitzonderlijk talent, spreken Luca’s prestaties nog niet direct tot de verbeelding. De 15-jarige Luca mag dan letterlijk met kop en schouders boven de concurrentie uitsteken, in de eindstand van een matig bezet kampi­ oenschap eindigt hij in de middenmoot. Een jaar later blijft de top 3 in die eindstand – met Yamaha’s huidige Superbike-fabrieksrijder Andrea Locatelli als kampioen – net buiten bereik. Met hulp van de connecties van Valen­ tino gaan deuren voor hem open in het sterk bezette Spaans Open. Valentino, die telkens blijft zeggen te geloven in de capaciteiten van Luca, brengt hem vanwege zijn samenwerking met teambaas Jorge Martinez onder in diens team. Op een Aspar VR46 Kalex wordt hij in 2014 anoniem zestiende – één puntje achter Bo Bendsneyder. Fabio Quartararo, ruim twee jaar jonger dan Luca, prolongeert dat seizoen op spectaculaire wijze zijn titel. Omdat hij nu toch echt te groot is voor een Moto3-machine lijkt het Europees Moto2-kampioenschap voor de 17-jarige tiener geen onlogische stap. Van de Hij werd geboren in het jaar dat zijn halfbroer Valentino zijn eerste wereldtitel behaalde. Ondanks het leeftijdsverschil van achttien jaar is de band tussen Valentino Rossi en Luca Marini zeer hecht. De nu 25-jarige Marini koos hetzelfde pad als zijn illustere halfbroer en weet dat hij alleen daarom al niet ontkomt aan allerlei vergelijkingen. Maar in zijn tweede MotoGP-seizoen toont de Italiaan zich steeds vaker een snelle coureur en een zeer verstandig, nadenkend mens. Luca Marini is meer dan ‘de broer van’. | Tekst: Frank Weeink; Foto’s: Mooney VR46 Racing Team | MEER DAN ‘DE BROER VAN’ top 10 is de als vijfde eindigende Marini uitein­ delijk de enige die de MotoGP weet te bereiken. Zover is het na vijf Grand Prix-seizoenen in 2021, als hij op een twee jaar oude Ducati samen met Enea Bastianini in het noodlijdende Avintia Team onderdak vindt. De toevoeging Sky VR46 aan de teamnaam doet terecht vermoeden dat de steun van zijn halfbroer nog altijd meer is dan handige tips achter de schermen alleen. Maar Marini heeft de eredivisie van de motor­ sport op eigen kracht bereikt. Achter Bastianini wordt hij in 2020 dankzij onder meer drie over­ winningen en drie tweede plaatsen tweede in het Moto2-wereldkampioenschap. “Ik denk dat dat veel afhangt van het pad dat je aflegt”, ant­ woordt Marini op de vraag of hij het voorbeeld is van een rijder die de tijd gegund is. “Iedere rijder legt een andere reis af om in de MotoGP te komen. Toen ik jong was, namen de mensen die over mijn toekomst beslisten soms niet de beste beslissingen. Maar ik was nog jong en ik kon die beslissingen niet nemen, omdat ik die ervaring niet had. Mijn vader hielp me veel in die tijd en we probeerden altijd wel de goede keus te maken voor het volgende jaar, maar dat lukte niet altijd. Dat was niet makkelijk. Vervolgens werd ik heel veel langer en werd het moeilijk om in de Moto3 te blijven. En ik denk dat je in de Moto3 heel veel leert. Dat is een heel belang­ rijke stap voor iedereen. Moto2 overigens ook. Om de MotoGP te bereiken, hangt dus van veel dingen af: je moet het goede gewicht en de goede lengte hebben voor een Moto3-machine, dan ga je via het Europese kampioenschap (tegenwoordig Junior WK, red.), dan kom je in de Moto3-GP’s en daarna in de Moto2. Dat is een hele grote sprong. Het Moto2-EK loopt niet over van goede rijders. Dus als je tegen die jongens rijdt, groei je niet heel veel als coureur. Voor mij was het een grote stap om in 2016 in het Moto2-wereldkampioenschap terecht te komen. Het was een jaar ook waarin er heel veel geweldige rijders meededen. De meeste daarvan zie je nu in de MotoGP (uit de top 8 van toen wereldkampioen Johann Zarco, Alex Rins, Franco Morbidelli en Takaaki Nakagami, red.). Het was dus een heel moeilijk seizoen, maar ik heb dat jaar wel heel veel geleerd en ik heb uit­ eindelijk de MotoGP bereikt. Meerdere jaren in Na enig passen en meten heeft Marini letterlijk zijn plek gevonden op de Ducati GP22.

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3