MotoPlus 14 - 2022
1 2 3 4 5 VERGELIJKINGSTEST MOTOPLUS 39 aan als een Street Triple-blok op anabolen. De Yamaha-driepitter draait ‘maar’ 10.000 toeren, maar ook hier is vrijwel het volledige toerenbereik goed bruikbaar, en dankzij de 125 cc extra (890 tegen 765 cc) rijker gevuld met koppel. Hij heeft al van onderuit een ste- vige punch, om dan vanaf 5.500 toeren nog eens enorm veel sterker te worden, met een nadrukkelijke koppelbult. Vanaf de koppel piek bij 7.000 toeren sleurt de driecilinder hard door naar zijn maximum vermogen bij 10.000 toeren, om dan vervolgens in zijn laatste 200 toeren abrupt in te zakken. Die accele- ratie wordt nauwelijks onderbroken door de schakelmomenten van de goed en nauwkeurig schakelende versnellingsbak, of dat nou met of zonder koppeling gaat. Samen met het wat rauwere timbre geeft dat een soort brute krachtsontplooing en maakt het de MT-09 de ultieme wheelie-machine. Als je de nogal behoudende ‘lift control’ in de vrij configu- reerbare M-modus deactiveert, tenminste. De verschillende rijmodi heten in Yamaha-termen overigens ‘D-Modes’, D van ‘Drive’ (aandrijving). 4 De in blank aluminium uit gevoerde achtervork is exclusief voor de SP en is een van de weinige echt mooie details. 5 Verrassend: alleen de SP heeft standaard cruise control. Geen typisch sport-accessoire, maar toch welkom. Wat korte opmerkingen over de elektronica: de tractiecontrole werkt goed en onopval- lend, in D-Mode 1 werkt de gasrespons bijna als een aan/uit-schakelaar, D-Mode 4 topt het vermogen af, 2 en 3 zijn goed bruikbaar, bochten-ABS is aanwezig (als enige van deze drie motoren), maar moet door een instelling in ‘Brake Control’ nogal cryptisch en onnodig apart worden geactiveerd. Hoe het ook zij, het ABS functioneert behoorlijk, maar heeft wat grovere regelintervallen dan dat van de Triumph. Wat op zich wel past bij het karakter van de krachtige maar wat eenvoudigere rem klauwen. Het veercomfort is ook minder geraffineerd dan bij de Brit. De goudkleurige Kayaba- voorvork loopt niet heel soepel en heeft op slecht wegdek nogal wat stick-slip, terwijl de Öhlins-achterschokdemper elke klap lijkt door te geven. Gelukkig kan er veel worden versteld, tot en met afzonderlijke high- en low-speed ingaande demping op nota bene de voorvork. Bijzonder, want als deze stel mogelijkheid er al is, dan is het bijna altijd op de achterschokdemper. Maar de Öhlins- demper heeft dat zoals gewoonlijk niet. Hoe dan ook, voor een beetje normaal veercom- fort op straat moet je de demping wel een stuk terugschroeven – maar dan nog blijft de SP-vering aan de harde kant. En dan is er de nogal onconventionele geometrie van de MT-09, iets wat sinds het begin van deze modelserie al een vast bestanddeel lijkt te zijn. Het voordeel daarvan: de lichte Yamaha stuurt ongekend gemakkelijk in en is enorm wendbaar. Snel omgooien van de ene naar de andere kant gaat al bijna té snel. Nadeel daarvan: de precisie, feedback en stabiliteit hebben er merkbaar iets onder te lijden. Bij voorkeur solo rijden, deze drie. Passagiers kunnen kiezen uit ofwel weinig zadelruimte ofwel onmogelijk geplaatste voetsteunen. Typisch MT: extravagante geometrie, aparte vormen. Zelfs uiterlijk is al te zien dat de Yamaha niet erg voorwielgericht is. »
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3