MotoPlus 11 - 2022
VERGELIJKINGSTEST 1.000CC NAKEDS 40 MOTOPLUS VERGELIJKINGSTEST Ducati Streetfighter V2 Een motor voor de echt span- nende momenten. Ideale lijn pakken, lege wegen en de snelheid zo hoog mogelijk, dan is de Duc in zijn element. Alles onder de ‘volle bak’-modus kan het blok wel, maar leuk vindt ’ie het niet. 2 Suzuki GSX-S1000 De Suzuki blinkt uit met zijn motorblok. Dat ‘oude’ GSX-R1000-blok is nog altijd goed voor veel vermogen over de hele linie. En omdat de GSX-S verder geen steken laat vallen, eindigt hij bovenaan. In het vervolg wel graag een 190/55-achterband monteren. 1 Honda CB1000R Fraaie vormen en mooi afge- werkte oppervlakken, maar ook vering die vooral achter te zacht gedempt is en een motorblok dat voor een volle duizend eigenlijk nergens echt sterk aanvoelt. Een motor voor rustigere rijders. 3 - CONCLUSIE ter nog een ‘maar’. Als de CB1000R de andere tweewielige helden bij een stevig tempo wil bijhouden, gaat vooral de achterkant fors dei- nen. Amusant, maar niet bepaald effectief. Daarom stoppen we al snel om aan de stelschroeven te draaien. We geven de achterschok- demper meer veervoorspanning zodat de achterzijde niet zo diep inzakt en draaien de uitgaande demping verder dicht tot slechts een kwart omwenteling vanaf maximum. Nu blijft de Honda in elk geval op de gewenste lijn en kan ook redelijk vlot door krappe bochten worden gestuurd, maar zo vast als de drie anderen gaat hij nooit de bocht om en je mist ook feedback. Die rubberachtige flexi- biliteit, à la de rekbare ledematen van Mr. Fantastic, raakt hij nooit helemaal kwijt. En hoe zit het nou met de Triumph? Die voelt heel krachtig aan, en de driecilinder is geze- gend met een souplesse en moto- rische rust die geen van de andere drie motoren heeft. Hij trekt van onderuit weliswaar niet helemaal zo hard als de korter gegearde Suzuki (ook al is de Britse driecilin- der onderin wel degelijk sterker), maar hij geeft zijn vermogen bijzonder fraai af. De driepitter reageert ook bij lage deellast heel mooi op het gas en heeft altijd een berg vermogen paraat wanneer je er om vraagt. Alles bij elkaar een zeer uitgebalanceerd blok zonder minpunten. Een soortgelijk beeld zien we bij het rijwielgedeelte. Weliswaar is de Ducati vlotter in krappe boch- ten, maar daar staat tegenover dat de vering van de Triumph het wegdek fijngevoelig en mooi gedempt aftast. De vering is straf, maar absorbeert genoeg om ook op hobbelig wegdek goed uit de voeten te kunnen. Zo trekt deze gebruikte testmachine met de grootste precisie zijn lijnen door de bochten. Wat nog maar eens onderstreept dat de 1050 een verdomd goede naked bike was en is. Net als bij de Ducati heeft dat overigens wel zijn prijs. De Speed Triple 1050RS stond in zijn laatste verkoopjaar, 2021, voor € 16.999,- in de prijslijsten, de Ducati Streetfighter kost nu € 19.290,-. Daarmee vergeleken zijn de € 15.449,- voor de Honda en de € 14.999,- voor de Suzuki al koopjes te noemen. Als financiële troost zijn de onder- houdsintervallen van de Ducati en de Triumph weliswaar mooi ruim, met respectievelijk 12.000 en 10.000 kilometer, maar bij de Honda en Suzuki bedragen die ook 12.000 kilometer. En aange- zien alle vier de motoren onge- veer hetzelfde verbruik hebben (met circa 1 op 20 bij rustig rijden) blijven de twee Japanners de duidelijk voordeligere manier om naakt rijplezier te beleven, daar waar de twee Europeanen al meer luxegoederen zijn. Waarbij deze Triumph alleen nog als gebruikte motor te koop is, dus dan liggen de prijzen uiter- aard lager. Dat is natuurlijk altijd een overweging, om een duurder model tweedehands te kopen in plaats van een goedkopere motor nieuw. In het geval van deze Speed Triple 1050RS heb je dan wel de beste Speed Triple 1050 die ooit de fabriekspoorten Triumph Speed Triple 1050RS Als gebruikte motor nog steeds echt goed. Omvangrijke uitrus- ting, heerlijk motorblok en een gewoon goed aanvoelend rijwiel- gedeelte. Daarmee een serieus alternatief voor het nieuwe trio. Met de Speed Triple RS zit je beslist niet verkeerd.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3