MotoPlus 19 - 2021
EERSTE TEST TRIUMPH SPEED TWIN 22 MOTOPLUS EERSTE TEST Als motorfabrikanten een volgende Euro- horde moeten nemen, kiezen ze regelmatig voor dezelfde weg. Met het vergroten van de cilinderinhoud verliezen de motoren niets aan vermogen en koppel en is iedereen weer blij. De forse tweecilinder van de Speed Twin heeft nog zoveel reserve in zich, dat die truc niet nodig is om vanaf dit jaar toch Euro5-goed gekeurd door het leven te gaan. Dat wil niet zeggen dat Triumph het blok ongemoeid heeft gelaten. Sterker nog: ze zijn er in Hinckley flink op los gegaan. Al komt dat niet direct tot uiting in de absolute cijfers. De staande twin is nu goed voor 100 pk. Dat is in ieder geval een aantal dat het goed doet aan de toog. Dat het er slechts drie meer zijn dan voorheen, doet daar helemaal niets aan af. De nieuweling geeft zijn topvermogen wel vijfhonderd toeren (7.250 tpm) later af dan voorheen. Het rode gebied schuift eveneens vijfhonderd toeren op. Het maximum koppel van 112 Nm is dan juist weer vijfhonderd toe- ren eerder beschikbaar bij 4.250 tpm. Al die cijfertjes zijn het gevolg van flink wat sleutelwerk aan het motorblok. Het kreeg onder meer hoge-compressiezuigers, aan gepaste in- en uitlaatpoorten en andere nok profielen. Om het bullige blok iets levendiger te maken is de interne draaiende massa 17 procent lichter dan voorheen. Natuurlijk bepaal je anno 2021 zelf hoe dat vermogen zich naar het achterwiel verplaatst. De rijmodi Rain, Road en Sport hebben een gewijzigde gas respons en tractiecontrole. Sportiever is ook het rijwielgedeelte. Zelfs de toch al niet misselijke voorremmen krijgen nog een update. Daardoor happen massieve Brembo M50 monoblocs in de Ø 320 mm dubbele remschijven. Je kunt Triumph moeilijk betichten van eenkennigheid, want achteraan doet een Nissin-remklauw afstoppend werk. Keren we weer terug naar de voorzijde, dan zien we daar ineens een niet-instelbare Ø 43 millimeter Marzocchi upside-down voorvork in plaats van de ‘rechtop’ voorvork van het vorige model. Triumph heeft overduidelijk vertrouwen in de positieve uitwerking van de voorvork om er – verrassend genoeg – het klassieke uiterlijk (deels) voor op te geven. De Britten hebben het gelijk aan hun zijde, want optisch stoort de voorvork geen moment. Een set Metzeler Racetec RR-banden illustreert nogmaals dat het Triumph menens is met de sportieve aspiraties van deze Speed Twin. Nieuwe wielen en uitlaat dempers zijn wonderschoon, maar hetzelfde kun je ook zeggen van het 2020-model. Het achterlicht, de knipperlichten en de in de kop- lamp geïntegreerde dagrijverlichting zijn tegenwoordig volledig LED. Gelukkig wijzigde Triumph verder amper iets aan het uiterlijk, want dat is sinds de introductie in 2018 nog altijd prachtig. Wil je toch iets wijzigen aan het uiterlijk, dan staat Triumph je graag terzijde met zo’n vijftig acces- soires. Die gaan van valbeugels en doorgestikte zadels tot een bandenspanningssysteem. Triumph biedt de Speed Twin dit jaar in het zwart, in het rood en in dit grijs met geel. Voor de laatste twee varianten vraagt Triumph twee honderd euro meer. Dat brengt het prijskaartje op € 15.700,- en daarmee zit hij flink onder de aanschafprijs van een BMW R nineT – nog zo’n Europese retro bullebak – die je minimaal € 19.000,- kost. Triumph’s Speed Twin rondt met succes het Euro5 theorie-examen af, tijd voor het praktijk examen. De eerste verrassing doet zich direct al bij het plaatsnemen voor. De motorfiets is veel compacter dan gedacht. Oké, vijf minuten eerder zat ik nog op een grote allroad, maar de Speed is kleiner dan gedacht. Geparkeerd op de zijstandaard geeft hij het idee van een gespierde bodybuilder en daar lijken bepaalde grote formaten bij te horen. Wat een Honda CB1000 Big One in de praktijk wel klaar speelt, doet de Brit niet. Voor mijn typisch Hollandse 1,80 meter lengte kan het nog net, maar als je tien centimeter langer bent, is een lange proef rit misschien niet onverstandig. Het stuur staat laag en dicht bij je, de voetsteunen retro-achtig naar voren en de kniehoek is flink. Het geeft wel een lekker gevoel van aanvalluh! Staan De spiegels doen verdraaid goed hun werk. Hoe mooi kan een blok van binnen en buiten zijn? Begrijpelijke knoppen en een luxe uitstraling.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3