MotoPlus 16 - 2021
HARLEY-DAVIDSON SPORTSTER S EERSTE TEST EERSTE TEST MOTOPLUS 23 toeren soms ietsje helpen met een slippende koppeling, de T-uitvoering voelt vanaf de eerste meters beresterk aan en trekt enorm vloeiend door naar zijn top van 9.500 tpm. Dat het top vermogen nu ‘slechts’ 121 pk is, valt niet eens op: het blijkt meer dan voldoende om deze Sportster S zowaar een sportief karakter te geven en moeiteloos door te trekken naar 180+, waarbij die topsnelheid op een motor als deze toch een soort theoretische waarde is omdat je door je zithouding op zo’n moment als het ware een menselijke remparachute bent en zeker niet lang achtereen zult kunnen rijden. Daarbij nodigt het motorkarakter uit om al ver voor het rode gebied op te schakelen, om juist van de maximale trekkracht bij 6.000 tpm te genieten. Qua snelheid en prestaties zit het echt helemaal snor met deze nieuwe Harley, en dat geldt ook voor de koppeling en versnel lingsbak. Hoewel die in de basis gelijk zijn aan die van de allroad, lijken ze toch iets verfijnder te werken. En dat is ook weer hoopgevend, want het waren precies die kleine kritische noten die er rond de eerste serie van die nieuwe allroad te kraken waren. Qua elektronica is de Sportster S ook hele maal up-to-date en alles werkt prima. De rij modus S is daarbij ook echt sportief, die hakt er meteen in zodra je het gashendel aanraakt, wat dat betreft lijkt de Road- of zelfs de Rain- stand een fijnere rijmodus. Maar je kunt ook twee modi helemaal persoonlijk inrichten, waarbij de sportbasis met een iets afgezwakte gasreactie mijn voorkeur zou hebben. Hoe dan ook: het motorblok maakt het ‘sport’ in de naam Sportster S prima waar. De vraag is of dat ook voor het rijwielgedeelte gaat gelden, want eigenlijk lijkt dat toch dichter bij het oorspronkelijke Harley-gevoel te blijven dan het motorblok. Het rijwielgedeelte is echt voor relaxed cruisen op een zonnige dag, op een motor met een superlage zit en met de voetjes vooruit…Waarbij er trouwens ook zogenaamde ‘mid-controls’ leverbaar zijn voor wie liever een wat meer normale zithouding heeft, al kom je dan met langere benen wel een beetje in de knoop, want de 75 cm zadel hoogte is écht laag. Maar de mid-controls geven wel een iets actievere rijhouding, waar de ‘forward-controls’ juist uitnodigen tot lekker cruisen, waarbij je het landschap echt aan je voorbij ziet trekken. Vooral de kleine wielen met de dikke banden en de beperkte veerwegen lijken toch een beetje spelbreker te worden als het op scherp sturen aankomt. Met name de 160 mm brede Dunlop-voorband nodigt niet direct uit tot het betere bochtenwerk, maar in de praktijk is er toch prima te leven met de Sportster S, zeker als je je een beetje overgeeft aan het echte ‘cruisen’. En zelfs als het iets harder gaat valt het absoluut niet tegen en doen de speciaal voor de Sportster S ontwikkelde Dunlop GT503-banden het prima. Een flitsende hypersport die je op de millimeter nauwkeurig kunt insturen is het niet, maar het stuurt ‘normaler’ dan je wellicht zou verwachten met dergelijke brede banden. Alleen bij spoorvorming in het asfalt – of op de vele tramrails in het Ruhrgebied rond Essen – voel je de machine wel reageren en moet je soms iets tegensturen, maar als het wegdek wat strakker wordt, draait deze Harley best makkelijk af en houdt goed de gekozen lijn tot je de hele bocht door bent. Zelfs als je in de bocht gaat bijremmen of bijsturen blijft de machine ondanks zijn dikke banden in het spoor, een verdienste van de speciale contou ren van de Dunlops. Bovendien valt met de hellingshoeken van 34 graden links en rechts ook prima te leven. Het is in ieder geval ruim voldoende voor een machine waarmee je toch vooral lekker zult cruisen. Toch zal deze Sportster S nooit een kampioen op het circuit worden, daar is ook de weinig actieve zithouding debet aan. Maar je voelt best goed wat het voorwiel doet, iets waar de fijne Showa-voorvork met zijn 92 mm veerweg zeker aan bijdraagt. Achter is dat een ander verhaal: volgens de fabrieksopgave heeft deze De bescherming van de hoge dubbele uitlaten in tracker-stijl is dik in orde. Links: stijve swingarm, tandriemaandrijving en korte éénpersoonsbuddy. Onder de buddy rand zie je nog net de stelknop voor de achtervering. Rechts: enkele schijfrem voor, maar wel met een hele moderne krachtige Brembo-remklauw. »
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3