MotoPlus 13 - 2021

INTERVIEW BO BENDSNEYDER SPORT SPORT MOTOPLUS 91 “Debasis is vertrouwen” ? De nieuwe Indonesische teamsponsor effende voor jou de weg. Hoe Indonesisch ben je? “Het is maar hoe je het wilt zien! Mijn opa en oma zijn daar geboren en nog veel familie heeft daar de roots. Jammer genoeg hebben m’n oma en opa de kinderen niet opgevoed met de taal en daar hebben ze nog steeds spijt van. Ik ben één keer met de familie op Bali geweest, lang geleden. Maar ik heb een tintje, het is niet dat het onbekend is. Dat de Maleisische sponsor (van vorig jaar, red.) niet door wilde, ja, dat was mijn redding. Ik denk dat uiteindelijk alles met een reden gebeurt en het heeft zo moeten zijn. Als die Maleisische sponsor was gebleven, had ik daar niet gereden.” ? Teameigenaar Edu Perales hield je al jaren in de gaten. Wat was jouw indruk van het team? “Goed. Omdat ik Remy (Gardner, in 2019 en 2020 rijdend voor het team en in 2018 teamgenoot bij Tech3, red.) goed ken. Ik heb ook veel met hem gesproken en midden in het seizoen heb ik ’m ook gezegd ‘probeer een beetje te pushen voor mij, het zou mooi zijn als ik jouw zitje kan overnemen’. Hij zou namelijk vertrekken. Hij vertelde me ook dat het team wel geïnteresseerd was, maar dat het altijd lastig was met sponsors. Ik wist ook dat ze het de afgelopen twee jaar moeilijk hebben gehad qua budget en ze reden met een oudere fiets. Wel goed spul, want Remy kon gewoon winnen. Maar ik wist dat het in de box goed zat. Naar RW Racing GP toe ben ik eerlijk geweest. Ik wilde daar niet verder en RW wilde niet verder met mij. Ik denk dat het ook beter was zo.” ? Dit is een nieuw avontuur met een Kalex. Bijna iedereen rijdt met een Kalex. Dat heeft voordelen maar ook nadelen? “Met de Kalex is het heel simpel: de winnaar zit op een Kalex. Maar ook vaak de laatste man. Het grote verschil met de NTS is dat de basis veel beter is. Wat ook heel logisch is, natuurlijk. Er zijn er zo veel, er is zó veel informatie. In Portugal waren we bijvoorbeeld een beetje de weg kwijt Eigenlijk had Bo Bendsneyder al een deal met het WK Supersport-team van EAB Racing-baas Ferry Schoenmakers. En toen kwam dat aanbod van het Spaanse Stop & Go Team: “We hebben een Indonesische sponsor, we willen jou”. Een clausule die hij in zijn Supersport-contract had laten opnemen maakte de weg vrij en Schoen­ makers gunde hem de kans. “Hij snapte het. Het is ook wel gewoon business”, aldus de 22-jarige Bendsneyder. Hij is bezig aan zijn beste Moto2-seizoen. | Tekst: Frank Weeink; Foto’s: Pertamina Mandalika SAG Team | en op zaterdagavond stapten ze van Kalex onze box binnen. Samen met het team probeerden ze een oplossing te vinden. Helaas ging ik op zon- dag onderuit, maar we hadden wel een stap gemaakt. Omdat er zo veel informatie is. En een Kalex is een fiets waar een zware jongen, een lichte jongen, een kleine rijder en een grote rijder snel mee kan zijn. De eerste indruk (tijdens de test in Valencia) was al echt fantastisch.” ? Groeit de machine naar je toe? “Jazeker. Qatar was natuurlijk super mooi, maar daar reden we nog steeds met de basisafstelling. Het gevoel was niet super, maar Qatar ligt me en als je P3 staat in de trainingen, wil je ook geen grote veranderingen. Ach- teraf was het wel een leermoment. In Portimão begonnen we eigenlijk met Remy’s afstelling, maar ik rij anders dan hij en ik zit verder naar ach- teren op de motor. In die warm-up van zondag kreeg ik gewoon echt een andere fiets. Vanaf dat moment zijn we eigenlijk de Bo Bendsneyder-fiets gaan maken. Daar rij ik nog steeds zo ongeveer mee. In Mugello hadden we weinig data, omdat we daar vorig jaar niet hebben gereden. We had- den er ook een andere band met meer grip en je zag dat we weer wat moeite hadden om de goede weg te vinden. Dan zie je dat we toch nog zoekende zijn. Een Kalex is in de basis goed, maar je moet ’m wel naar je hand zetten.” ? Met een start vanaf die eerste rij in Qatar; had je niet het idee dat er meer mogelijk was dan de negende plaats die er uit­ eindelijk uit kwam? “Ik denk dat het uiteindelijk een beloning was van al het harde werk. Het was ook niet één rondje in de kwalificatie, en ik reed ’m ook nog alleen. Maar ik merkte dat ik in de wedstrijd tekort kwam en dat ik veel moest leren. Maar als je het verschil ziet van die eerste rij in Qatar en die in Barcelona (waar Bendsneyder ook als derde startte, red.), dat was heel groot. In Qatar ging ik naar de eerste bocht en dacht ik ‘wat moet ik doen, wat gaan die jongens doen’. Maar daar heb ik wat geleerd en dat nam ik mee naar Le Mans en Barcelona. Ik denk dat het meer de vraag was: was ik er in Qatar klaar voor om op de eerste startrij te staan? Nee. Had ik de snelheid? Ja. Maar ja, dan zit je er geforceerd op, krijg je armpump-problemen... Die tweede wedstrijd in Qatar, toen was die arm al wel een dingetje. Dat eerste weekend liep alles goed, het tweede weekend niet en dat was mentaal even een tik. Dat je de ene week vijftiende staat en een week eerder nog derde... Maar ook daar leer je gewoon weer van, ik en ook het team.” ? Wat leer je daar dan van? “De doelstelling vóór dat eerste weekend was eigenlijk een paar puntjes. Maar als je dan ziet hoe het gaat, kun je daar in mijn beleving dat tweede weekend niet meer mee aankomen. Terwijl dat wel realistisch is. ‘Een paar puntjes’ moet dan top 10 worden. Dus ik vond dat we weer voor die eerste twee rijen moesten gaan. En als je merkt dat dat niet gaat, is dat toch een verdomd harde tik. Binnen het team waren die verwachtingen ook wel »

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3