MotoPlus 24 - 2020

ZUID-NOORWEGEN REIZEN REIZEN MOTOPLUS 99 In Åmot trakteren we onszelf op een comfortabele overnachting in een ‘hytte’, net even wat gezelliger dan een krap tentje. ik weer kennis met het nogal opti­ mistische prijsniveau van Noor­ wegen, voor deze ene cappuccino hier had ik er in Duitsland drie gehad. En in Italië zes… Inmiddels zijn we al helemaal gewend aan het cruisen door het zeelandschap over de over­ wegend smalle straatjes. Met de blik steeds verder op de horizon gericht en de westerse gejaagd­ heid die volledig lijkt opgelost. Bij een korte stop valt mijn oog op een paar oeroude Super Ténéré’s, waarvan er eentje in staat van ontbinding lijkt. De eigenaren blijken twee Tsjechen, die nog door willen tot aan de Noordkaap. De toestand van de ene Ténéré doet echter betwijfelen of dat ooit gaat lukken. Ondanks alle gezamenlijke kennis en bij elkaar geraapte gereedschap, is er geen enkel leven meer in het ding te krijgen. De Tsjechen laten het gelaten over zich heenkomen: “Linksom of rechtsom, een keer gaat het gewoon verder.” Heerlijk, zo’n nuchtere instelling. Niet lang daarna gaat het voor ons niet verder. Bij Åmot, een onbetekenend plaatsje met als voornaamste bestaansrecht het plaatselijke tankstation, duiken we het ruige binnenland in. Bij een blik in de spiegel mis ik twee man: Ralf op zijn doorleefde F650GS en Klaus met zijn nieuwe Africa Twin. In gedachten tel ik tot tien, maar als het duo er dan nog niet is, maken we rechtsomkeert. Enkele honderden meters na de kruising staat de F stil met een gebroken ketting. Ralf kan niet verklaren waar het mis ging, de overige experts na een blik op de ketting wel. Het ding is simpel­ weg aan het eind van z’n Latijn. Zijn timmermansoog – “Ik dacht dat ’ie het deze trip nog wel zou volhouden” – heeft Ralf weer eens dig omgeslagen, iets dat gister­ avond volledig langs me heen is gegaan, tot mijn grote spijt. Het is een fikse wandeling van ongeveer vier uur en bovendien begint het nog te miezeren ook. “Had ik al gezegd dat ik meer een Zuid-Europa-type ben?”, probeer ik de groep nog op andere gedachten te brengen, zonder daarop echt een antwoord te verwachten. Krijg ik ook niet, de anderen zijn al druk met omkleden. Een echte wandel-outfit heeft niemand bij zich, maar dat hoeft ook niet. Een paar stevige schoenen aan en regenpak mee, daarmee moet het wel lukken. Aangezien we ons op een hoogvlakte bevinden, houdt niemand rekening met flinke beklimmingen. Eerste fout. Of achteraf gezien de tweede al, want de regenkleding mag dan waterdicht zijn, ventileren doet het voor geen meter en dus zweet ik al na een paar honderd meter als een hardloper in de sauna. Na een uur heb ik er genoeg van en ga samen met Felix terug naar de parkeerplaats, terwijl de anderen als Amundsen en Scott de expedi­ tie voortzetten. Die willen per se hun foto van dit natuurfenomeen hebben. Prima, ik vermaak me ondertussen wel in het café bij de parking, waar ik als fervente ‘zuiderling’ zijnde mezelf trakteer op een cappuccino. Daarbij maak Een werkelijk waanzinnige weg leidt je naar beneden het dal in. »

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3