MotoPlus 24 - 2020

REPORTAGE MOTOPLUS 111 2007 Een echte macho-machine: de B-King met het blok uit de Hayabusa. Geen verkooptopper, maar wel een echte cultmotor. 2017 Nog compacter, nog ster- ker. Met de GSX-R1000 vernieuwde Suzuki haar superbike-vlaggenschip volledig. Met als kers op de taart een nog scherpere R-versie. halen. Dat verliep echter minder goed dan gepland. De Suzuki Fronte wist namelijk weinig fans te vinden. De sedan-uitvoering van de Suzulight werd vooral gezien als een heel duur alternatief voor reeds bekende compacte modellen als de Fiat 500. Uiteindelijk wist Nimag slechts 124 auto’s te verkopen, waardoor het bedrijf in de jaren ’70 het besluit nam te stoppen met de import van Suzuki-auto’s. De import van Suzuki-motorfietsen ging ondertussen gewoon door. Mede door het modulaire systeem van Suzuki gingen de zaken uitstekend. Dealers hoefden namelijk niet voor ieder model een aparte voorraad aan reserve-onderdelen aan te leggen en kon- den daardoor goedkoper en met minder ruimte de klant goed bedienen. Eind jaren ’70 wordt een nieuwe poging gedaan om met de auto’s van Suzuki voet aan de grond te krijgen in Nederland. Met een nieuwe port­ folio bestaande uit de SC-100-GX, T80 en LJ80, allemaal uitgerust met een viertakt motor, lukt het wél. Van het eerstgenoemde model, dat tot 1982 in Nederland verkocht werd, zijn er namelijk 3.400 op naam gezet. De echte klapper komt met de introductie van de Suzuki Alto. Een voordelige gezinsauto die uitermate populair wordt in Nederland. Daarmee is het merk zowel op twee als vier wielen succesvol. In 1995 was het merk, met een marktaandeel van liefst 20 procent, bij- voorbeeld het op één na bestverkopende merk. Alleen Honda deed het, met een marktaandeel van 25 procent, nog beter. In 2006 gaat het Suzuki in Nederland echt voor de wind op het gebied van nieuwverkopen. In de periode van 2006 tot en met 2009 regeert Suzuki de nieuwverkopen. Helaas ging het sindsdien bergafwaarts met de verkopen van nieuwe Suzuki’s. Tot en met 2016 werd het marktaandeel nog in dubbele cijfers geschreven, maar inmiddels is het gedaald tot een historisch dieptepunt van 8 procent. Jammer. Gelukkig zijn er op de Nederlandse wegen nog wel genoeg Suzuki’s te zien. Aan het eind van 2019 reden er namelijk 94.785 gekentekende motorfietsen van het merk met de gestileerde ‘S’ in Nederland rond. Daarmee staat Suzuki nog altijd op plek drie van de meest geregistreerde machines. Net voor BMW en achter Yamaha en Honda. n beide lichtgewicht-klassen wereldkampioen werd op een Suzuki. Dit werd in 1964 uitge- breid met nog een 50 cc-titel en in 1965 met de tweede 125 cc-titel. Tijdens de wedloop met haar Japanse concurrenten ontwikkelde Suzuki onder meer een viercilinder 125cc en een driecilinder 50cc met 14 versnellingen. Beide motoren waren klaar om het circuit op te gaan, toen Suzuki in 1967 besloot te stop- pen met het racen. Gelukkig voor de fabrieks­ racers mochten zij het meeste materiaal hou- den. Hierdoor kon Hans-Georg Anscheidt in 1968 voor de derde keer wereldkampioen in de 50 cc-klasse worden. Zijn 125cc verkocht hij aan Dieter Braun die met de motor het WK van 1970 won. Suzuki stapte zelf in het WK-motocross, waar Joël Robert in 1970, 1971 én 1972 de titel in de 250 cc-klasse pakte. Roger De Coster was op zijn beurt zegevierend in de 500 cc-klasse. Het WK van 1971, ’72, ’73, ’75 én ’76 staat op zijn naam. Toen de 125 cc motocross-klasse gelanceerd werd, stapte Suzuki ook hier direct in. Met coureur Gaston Rahier werden zo de eerste drie titels in deze klasse veilig­ gesteld. Bij de wegraces was Suzuki in die jaren alleen betrokken bij de Formule 750, waarvoor de GT750 een goede basis vormde. Barry Sheene bracht het merk in de Grands Prix tot grote hoogte door het WK van 1973 te winnen. Een jaar later keerde Suzuki met een Square Four terug en stapte het meteen in de konings­ klasse. Sheene wist ook hier succes te boe- ken, want hij debuteerde met een podium­ plaats. In 1975 wist de legendarische coureur nog eens twee overwinningen te boeken om in ’76 en ’77 het wereldkampioenschap te winnen. Marco Lucchinelli werd in 1981 op een Suzuki wereldkampioen, een jaar later gevolgd door zijn landgenoot Franco Uncini. In 1986 bracht Suzuki de V4 RGV 500 naar het circuit, waarmee de uit Texas afkomstige Kevin Schwantz de publiekslieveling werd. Hij won in 1993 het WK. De laatste persoon die op een 500cc Suzuki de titel greep, was Kenny Roberts jr. In het MotoGP-tijdperk was het de Australiër Chris Vermeulen die de eerste WK-punten pakte. Met de GSV-R won hij in 2007 op een heel nat Le Mans de race. In 2012 trok Suzuki zich tijdelijk terug, om in 2015 op verzoek van de marketingafdeling toch weer mee te doen. Dit keer met een vier-in-lijn om meer aanslui- ting te hebben met de straatgeschikte GSX-R. In 2016 won Maverick Viñales op Silverstone en werd vierde in het eindklassement. De 23-jarige Joan Mir deed daar dit seizoen een schepje bovenop door één race voor het einde van het seizoen in Valencia het WK op zijn naam te schrijven. Het is de jongste parel in de kroon van Suzuki’s sporthistorie die ongetwijfeld een vervolg gaat krijgen. 1993 Ook publiekslieveling Kevin Schwantz won op een Suzuki het 500 cc-wereldkampioenschap. 2000 Kenny Roberts jr. was de laatste Suzuki-coureur die het 500 cc-kampioen­ schap op naam schreef. 2020 Joan Mir (#36) is de jongste wereld­ kampioen op Suzuki. Hij legde in Valencia beslag op de MotoGP-titel van 2020.

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3