MotoPlus 22 / 2020
REIZEN MOTOPLUS 53 naar het ziekenhuis te brengen. Het vooruitzicht opgenomen te worden in het ziekenhuis van een Indiase miljoenenstad is weinig verheu gend, maar het valt gelukkig allemaal erg mee. Ik word meteen geholpen en slechts een uur later blijkt de CT-scan geen reden tot bezorgd heid te geven. Eigenlijk moet ik nog 24 uur ter observatie in het ziekenhuis blijven, maar tegen het advies van de dokter in besluit ik met de volgauto terug naar de accommodatie te gaan waar de anderen ook zijn. Al was het alleen al omdat hun bagage ook nog in de volgauto ligt. Na een nachtelijke rit van vier uur over secun daire wegen bereiken we het statige hotel, of beter gezegd paleis. Enigszins gehavend maar vooral opgelucht kruip ik mijn bed in. Duidelijk is wel dat ik morgen niet kan rijden: mijn helm is naar z’n grootje, maar ik heb vooral last van mijn rechterschouder. Dat wordt ’m dus even niet. De volgende ochtend hijs ik mijn gekneusde lichaam uit het harde bed. Het is onaangenaam koud en het regent. Ik ben er stiekem niet rouwig om deze grauwe dag te moeten missen. In plaats daarvan besluit ik een bezoek te brengen aan Jaisalmer, ook wel bekend als ‘The Golden City’. Na het bezoek aan de stad en een paar dagen afzien in de volgauto, besluit ik optimis tisch om toch maar een nieuwe helm te kopen en op dag vier waag ik het er weer op. Het motorpak gaat weer aan en voorzichtig, alsof ik voor het eerst op een motor zit, tast ik af waar ik lichamelijk toe in staat ben. Opvallend genoeg verdwijnt de pijn als sneeuw voor de zon als ik op de KTM zit. Het lijkt zelfs wel alsof mijn lichaam baat heeft bij de motorhouding. Ik kan het amper geloven, maar niet veel later volg ik zonder problemen mijn reisgenoten. We rijden door een opge droogde rivierbedding en ploeteren ons een weg langs en over de dikke stenen, een beproeving voor iedereen. Wat ben ik blij om weer te kunnen deelnemen aan de reis. Via een lint van dorpen bereiken we onze volgende bestemming. De paden waar over we rijden zijn smal en uitdagend. In een straf tempo laten we deze wondere wereld aan ons voorbij trekken. Tussen de dorpskernen wordt het landschap gedomineerd door landbouwgrond en weilanden. Dan doemt er vanuit het niets een bescheiden bergketen op. Leuk voor de afwisseling. Als kers op de taart herbergt het dal een stuk verlaten duin landschap. Als een stel kleine kinderen laten we ons helemaal gaan in het zand. Heel veel tijd voor het spelen in de zandbak hebben we helaas niet, we hebben vandaag nog drie honderd kilometer aan offroad-paden voor de boeg. Met het koe-incident nog vers in het geheugen, wil ik hier niet in het donker rijden. Ik wil niet de bezorgde moeder spelen, maar spoor de groep toch aan om deze prachtige oase achter ons te laten en verder te rijden. Terwijl de zon al zakt aan de horizon, wordt het landschap alleen maar feeërieker. Ik ben echter zo met mijn gedachten bij het opdoemende duister, dat ik helemaal vergeet om van dit waanzinnige tafereel te genieten! We doen een dappere poging het hotel voor de nacht te halen, maar beseffen al snel dat dat niet gaat lukken. De offroad-paden zijn niet meer begaanbaar, er zit niets anders op dan via de levensgevaarlijke secundaire wegen verder te rijden. Terwijl regel 1 van het reizen in India is: vermijd rijden in het donker. Precies deze situa tie wilde ik koste wat kost voorkomen. Mijn zicht in het donker is al niet bijster goed, mijn crossbril is voorzien van een getint glas en bovendien is de lichtopbrengst van de KTM-koplamp best beperkt. Daar komt nog bij dat de weg niet is verlicht en elke tegenligger met groot licht rijdt. Suïcidale koeien of Indiërs die plots de weg oversteken zijn dus bijna niet te zien. Maar hier stoppen is ook geen optie, dus zit er niets anders op dan de tanden op elkaar te zetten en door De motoren blijken het middel bij uitstek om met de hartelijke plaatselijke bevolking in contact te komen. »
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3