MotoPlus 21 / 2020
INTERVIEW JEFFREY BUIS EN SCOTT DEROUE 86 MOTOPLUS INTERVIEW Jeffrey: “Ja, dat wel! Dat kwam omdat het team veranderd was, de motor werd steeds beter, ik kreeg meer ervaring en wist beter met bepaalde dingen om te gaan. Dat ging sneller dan verwacht. Je moet ook een beetje geluk hebben. En dat had ik dit seizoen. Dat je er niet afgereden wordt, dat je een keer een goed sleepje krijgt… Dat soort dingen zijn heel belangrijk in de 300. En dat je soms niet met die gekkies rijdt die rare dingen doen…” Hoe wordt er gereden in de Super sport 300? Jeffrey: “Je moet wel gek doen. Je moet gewoon risico’s nemen. Mensen denken vaak ‘gek doen is elkaar d’r af beuken’. Maar gek doen is ook eens een remactie doen, die je anders niet zou doen. Je moét het doen om mee te komen. Daar kom je wel achter als je mensen ziet wegrijden. Want dat is niet de bedoeling. En op een gegeven moment sta je eerste, dan moet het ook elke keer gebeuren, hè. Dat is ook een soort druk. Die moet je eigenlijk niet voelen, maar die is er wel, hè. Daardoor houd je jezelf ook scherp.” Scott stond na het eerste raceweekend in Jerez vijfde, jij zestiende. Jeffrey: “In de eerste race werd ik er afgereden en in de tweede finishte ik als zesde, maar ik kreeg een straf vanwege het overtreden van de track limits en werd dertiende. Van die penalty was ik helemaal over de zeik. Maar ik zag dat weekend ook ‘het kán wel’. Ik merkte dat ik het ook alleen kon, zonder de hele tijd achter iemand aan te moeten rijden. Dan merk je dat je er wel bijhoort.” Scott: “Ik vind Jerez een hele mooie baan, maar met de Kawa heb ik het daar altijd moeilijk. Het was overleven. Dus ik was gewoon tevreden met een derde en een vierde plaats. Daarna gingen we naar Portimão (Deroue werd er met een vierde en eerste plaats de nieuwe klasse mentsleider, red.) en daarna wist ik wel dat we heel snel waren. Dat Jeffrey op het podium kon eindigen, dat wist ik eind vorig jaar al. Dat heb ik natuurlijk nooit tegen ’m gezegd.” Jeffrey, in Portimão stond jij met een tweede plaats voor het eerst op het podium, je klom naar de zesde plaats in de stand, het besef groeide dat je er bij kon zitten; veranderde er ook wat in jouw voorbereiding? Jeffrey: “Eigenlijk niet. Je gaat wel denken dat je er inderdaad ook zelf bij kunt staan, maar elk weekend kunnen andere mensen snel zijn. Je moet ieder weekend op zichzelf zien. Dat ik daarna in Aragon toen beide races won, dat vond ik heel vet. Op zaterdag was het mijn eerste overwinning… en dat ik gewoon weg kon rijden… dat was gewoon onwerkelijk. In de kwalificaties wist ik al dat ik goed ging, want ik was steeds de snelste. Het was het perfecte weekend. Beter kon niet. Dan ga je ook de wed strijden weer anders bekijken. Zorgen dat je niet in de groep komt en zelf wegrijden.” Scott, in die eerste wedstrijd die Jeffrey won, ging jij onderuit. Was dat misschien het breekpunt van het seizoen? Scott: “Ik baalde er wel heel erg van, want die andere rijder… Hij deed het nog expres ook, trouwens. Het breekpunt was het niet. Ik werd er afgereden, Jef was er in Jerez afgereden – ik dacht ‘als dit de enige keer is dit jaar, vind ik het prima’. Daarna kwamen weer andere wed strijden. Het was niet zo dat ik me daar heel druk om maakte.” Jeffrey: “Er was in Aragon maar één iemand die me bij kon houden en dat was jij. Daar wist ik ook dat ik bij je weg moest blijven, want als jij aansluiting kreeg, had de hele groep aan sluiting. Dat eerste weekend was zo en het tweede weekend was eigenlijk hetzelfde.” Scott: “Ik stond beide weekenden in Aragon slecht gekwalificeerd als tiende en ik moest goed gasgeven, maar ik kon ’m volgen. Dat eerste weekend verpestte Bahattin Sofuoglu het voor de hele groep door steeds achterlijk laat te remmen en in de weg te zitten, waar door Jef weg kon. In de tweede race gebeurde dat niet en toen zat ik er ook achter. Ik dacht ‘dat podium is al binnen’. Na vier, vijf ronden keek ik achterom, zat er nóg een slinger van een man of twintig achter ons aan! Ik baalde daar zó van… Ik keek om en ik werd meteen ingehaald door een man of vier.” Jeffrey: “Toen kwam ik weer op kop en daarna ben ik echt even echt gaan stampen en de gekkies waren er toen wel weer uit. Dan heb je ook de rijders die iets meer nadenken. Iets meer.” Scott: “Die laatste ronde had je die hele zieke buitenom-bocht toen je ook nog bijna plat ging.” Buis (#6) en Deroue (#95) geven het tempo aan in Aragon. Dankzij een dubbele overwinning nam Buis de leiding in het klassement over van Deroue – en stond die niet meer af. In de stromende regen van Magny-Cours reden Buis en Deroue ver voor het veld uit. Buis bleef zijn MTM Kawasaki Motoport-teamgenoot net voor.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3