MotoPlus 19 - 2020
ELEKTRONICA UPGRADEN TECHNIEK TECHNIEK MOTOPLUS 67 extra module in het programma waarmee het tijdstip van de ont steking kan worden aangepast. In MotoPlus 12/2016 hebben we eveneens van Dynojet de Auto- tune-module besproken, die de ingespoten hoeveelheid brand- stof automatisch optimaliseert tijdens het rijden. Wil je nog meer opties, dan kom je bij andere leve- ranciers uit. Er zijn diverse merken die een quickshifter en blipper leveren, zoals Bike Sports Deve- lopments, Flatshifter, FT, Healtech, Starlane, Techtronics CABS en Translogic. Deze systemen varië ren in prijs van 250 tot 800 euro. Voor de elektronische upgrade aan de R1 zoeken wij een piggy back oplossing die het hele pret pakket toevoegt; dat wil zeggen: brandstof/injectie aanpassingen, tractiecontrole, quickshifter en blipper (voor op- en terug schakelen). Bekende merken voor tractiecontrolesystemen zijn Bazzaz, Grip-One, IRC en Rapid bike. Deze lijst is natuurlijk lan- ger, zeker als we naar specifieke motormerken kijken zijn er nog diverse andere aanbieders. Van de genoemde leveranciers biedt alleen de ‘Racing-module’ van Rapidbike alle door ons gewenste functionaliteiten. De inbouw gaat probleemloos, waar- bij de hoge bouwkwaliteit van de modules en de goede gebruiks aanwijzing opvalt. Je hoeft niet in de kabelboom te knippen, want alles past op de originele stekkers. Om bij de desbetref- fende stekkers te komen, moet je wel de luchtfilterkast en ram-air buizen verwijderen, en alles wat daarboven zit. Het inbouwen deze race-ECU zelf in te kunnen stellen, heb je ook nog een pro- grammeerkabel nodig. De totale kosten bedragen circa € 1.900,-. Je verliest dan wel het contactslot, de bedrading voor verlichting, de snelheidsmeter, etc. Dit is prima voor op het circuit, maar voor een straatmotor is dit uiteraard geen realistische optie. De derde optie is zoals gezegd het her-programmeren van je standaard kast. Dit zogenaamde ‘flashen’ biedt de mogelijkheid om alles wat voor straatgebruik nodig is te behouden en toch de betere performance-instellingen te hebben. In een later techniek artikel gaan we dieper in op alle mogelijkheden die flashen biedt. De vierde en laatste optie is het toevoegen van extra ‘piggyback’ modules, waarmee je niet alleen de instellingen van de motor kunt veranderen, maar bijvoorbeeld ook elektronische hulpsystemen kunt toevoegen. In MotoPlus 09/2012 hebben we bijvoorbeeld de Dynojet Power Commander 5 (kortweg PC5) behandeld, waar- mee de brandstofmap, oftewel de hoeveelheid ingespoten benzine, aangepast kan worden. De PC5 heeft ook een ingang voor een quickshifter waarmee je kunt opschakelen bij een constante gasstand zonder dat je de kop- peling in hoeft te trekken. Voor een totaalprijs tussen de drie- en vijfhonderd euro kun je vloeien- der optrekken, en misschien wel belangrijker, wanneer je opscha- kelt heb je geen passagier die met zijn helm tegen jouw helm aan knalt. Dynojet heeft ook een Na het inbouwen van alle hardware wordt de laptop erbij gepakt en kan het instellen van de software beginnen. Het optionele Youtune-display van Rapidbike voor het instellen van de rijassistenten; hier geeft het het actuele toerental (1.378 tpm) aan. Links zie je de schakelaars van de launch-control en blok-mappings. kost een gevorderde sleutelaar een paar uur. De sensor voor de quickshifter/blipper wordt niet met een kant-en-klare (kortere) schakelstang geleverd. Dit doen ze omdat dit soort systemen vaak in samenwerking met aftermarket voetsteunen gebruikt worden, die normaliter allemaal hun eigen type schakelstangen gebruiken. Rapidbike verkoopt wel twee optionele universele stangen, die je dan zelf op lengte moet maken. Ook is er geen bevestiging voor het bedieningsdisplay, anders dan een stukje klittenband met plak- strip. Om deze twee zaken netjes op te lossen, loopt de installatie tijd bij ons op tot een volle werk- dag. Het hele systeem heeft een behoorlijk fysiek inbouwvolume, zeker ten opzichte van bijvoor- beeld de veel kleinere PC5. Houd er rekening mee dat je hierdoor ruimte verliest in het kontje, waar je nu misschien nog een slot of regenpak mee kunt nemen. Als we de Rapidbike met bijvoor- beeld een Bazzaz-module verge- lijken, valt op dat de Bazzaz meer op de ontsteking gericht lijkt te zijn. De Bazzaz heeft stekkers die naar de bobines gaan, waarmee de vonk kan worden onderbroken ten behoeve van de tractiecon- trole. Onze module gebruikt deze bobine-connectoren niet en is in alles meer op de inspuiting gericht. Daar waar de Bazzaz alleen op de onderste injectoren werkt, werkt de Rapidbike op alle acht de injectoren. Dus ook de bovenste injectoren, die de ben- zine bij hoge belasting/toerental- len inspuiten. Dit is een voordeel ten opzichte van Bazzaz, omdat dit de mogelijkheid biedt om het hele kenveld van de inspuiting te programmeren. Voor tractiecontrolesystemen zijn er drie type signalen die input kunnen geven over het doorslippen van het achterwiel. Het meest eenvoudige signaal is het toerental van het motorblok. Neemt het toerental sneller toe dan je zou mogen verwachten bij die specifieke gasklepstand, toerental en versnelling, dan slipt je achterwiel door. Een eenvou- dig systeem waarbij geen extra sensoren nodig zijn. De tweede mogelijkheid is het gebruik van sensoren voor het meten van de wielsnelheid. Die sensoren meten hoe vaak een remschijfbout, of een lamel van een sensorring, voorbij komt. Draait het achter wiel sneller dan het voorwiel, dan weet het systeem dat je wielspin hebt. Hier zit overigens wel een gevaar in, zeker bij aftermarket systemen die vaak universele beu- gels voor de sensoren gebruiken. Dat er iets mis gaat met deze sen- soren is met name een risico bij circuitmotoren, waar vaak wielen en kettingwielen veranderd wor- den. Googel maar eens ‘YouTube – Honda role of sensors’ en je ziet wat er kan gebeuren wanneer een sensor niet goed werkt. Voor Pedrosa leverde dit in 2013 tijdens de race van Aragon in ieder geval een gratis vliegles op. Het derde »
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3