MotoPlus 19 - 2020
3 MUSCLE-BIKES VERGELIJKINGSTEST VERGELIJKINGSTEST MOTOPLUS 39 De sportgenen zijn onmiskenbaar. De Diavel centreert de massa zelfs optisch al rond de potente V-twin. Een stijve enkelzijdige swingarm met kettingaandrijving. En een dik gevoerd zadel voor goede houvast tijdens acceleratie. Hij heeft het smalste stuur, met mooi verlichte armaturen. 5.000 toeren, daar waar de Diavel wakker wordt, daar raakt de FXDR buiten adem. In feite heeft hij maar een klein bruikbaar toeren gebied. De laagfrequente ‘good vibrations’ maken dan weer veel goed. De Triumph torent met zijn enorm bullige koppelkromme ver boven de twee andere motoren uit, wat gezien zijn gigantische cilinder inhoud ook te verwachten is. De driepitter heeft een zeer bullige en zeer voorspelbare, controleerbare vermogensafgifte, van stationair toerental tot aan de vermogens piek rond 6.000 toeren. Het is een werkelijk machtige ervaring. De minste of geringste draai aan het gashendel zet deze zwaargewicht- raket op wielen zonder aarzeling om in een moeiteloze drang voor- waarts. 162 pk mag dan vandaag de dag, zeker in combinatie met het gewicht, niet écht spectaculair meer zijn, het feit dat het bij zo’n laag toerental wordt geleverd is wel een heel indrukwekkende ervaring. Het vermogen wordt hier uit een enorm koppel gehaald en niet uit een hoog toerental, zoals we normaal gewend zijn bij motoren. De Rocket 3 is een echte power-roadster, waarbij de driecilinder met Thor’s hamer lijkt te slaan! Alleen dan wel verpakt in watten, gezegend met de mooist mogelijke motorloop. Hier maakt kracht en macht niet agressief. De triple briest en ronkt terwijl hij achteloos in de toerenbegrenzer draait. En het gerochel bij gas dichtdraaien werkt al even ver slavend. Bij stop & go werk in het zomerse stadsverkeer verande- ren de machines in hete ovens, want de achterste cilinder zit akelig dicht in de buurt van het zadel. Vooral de Triumph grilt dan vrolijk je rechterkuitbeen. De grootste lol levert het trio buiten de bebouwde kom, op mooie binnenwegen. De Harley en de Triumph draaien in de zesde versnelling bij 100 kilometer per uur maar zo’n 2.300 toeren, de verhoudingsgewijs kleine Ducati zit dan tegen de 3.700. Bij de acceleratie in de zesde versnelling zet de Rocket 3 de maatstaf. Zelfs de veel lichtere Diavel ziet de Triumph in no-time aan de hori- zon verdwijnen. En de Harley? Die kan zelfs in de vijfde versnelling de aansluiting niet houden. De FXDR doet het allemaal met meer gelatenheid, hij maakt zich niet druk. De Ducati daarentegen kata- pulteert werkelijk weg vanuit stilstand. Woeste, ontketende acceleratie, dat is wat de desmo- V-twin het liefst doet! Van nul naar 100 in drie seconden, naar 200 in minder dan tien seconden. Dat is in deze zitpositie serieus goed vasthouden en je schrap zetten tegen het hoge duozadel! Daarbij is de launch-control (jawel!) erg handig: gewoon vol gas geven en je alleen nog concentreren op het doseren van de koppeling. De elektronica regelt het toerental. Achteroverslaan is ook uitgeslo- ten, alleen al door het vergeleken met sportmotoren lage zwaarte punt en de lange wielbasis van 1.600 millimeter. Daarmee is de Diavel nog veruit de kortste van dit drietal trou- wens. De Triumph heeft de wielen ruim zeven centimeter verder uit elkaar staan, de spartaans uitgevoerde Harley is zelfs 14 centimeter langer. Verder hebben zowel de Rocket 3 als de FXDR ook nog flink wat gewicht op het voorwiel staan, dus ook bij een volgas sprint blijft bij die twee het voorwiel prima aan de grond. Bij de Harley is er ook nog een geraf- fineerd anti-wheelie-systeem aan »
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3