212019

ROADTRIP MOTOPLUS 39 verandert in de A7, verandert ook al snel het landschap. Ik laat de bergen achter me en zie ze met enige weemoed in mijn spiegels verdwijnen. Nu wordt het weer hoogtoerig kilometers vreten, wat de Benelli gretig ronkend doet. Op mooi lege stukken is het soms wel balen dat ik niet 180-plus kan rijden, maar ach. Met 140 schiet je ook aardig op. De ruim bemeten ruit geeft behoorlijk wat beschutting tegen de rijwind, maar is niet verstel- baar. Dat is voor mij het enige echte minpunt onderweg; ik had graag de mogelijkheid gehad om gewoon met m’n hoofd vol in de onverstoorde luchtstroom te zitten, zeker in warm weer. Op zich is het best een goede ruit, maar vooral op de lange stukken irriteert het soms dat ik de werve- lingen niet even helemaal uit kan schakelen. Persoonlijk zou ik de ruit inkorten of vervangen door een lagere. Het verbruik is ondanks de korte gearing netjes. Gemiddeld rij ik een kleine 1 op 20, met een uitschieter van 1 op 16 op een Autobahn-etappe waar ik steeds in de laatste 1.000 toeren zat. Verder rij ik tussen de 1 op 19 en 1 op 21, waarbij ik zeker niet heb geprobeerd om zuinig te rijden. Met een tankinhoud van 20 liter kom je dus een heel eind; in theorie 400 kilometer, maar in de praktijk is een dikke 300 kilometer realistischer. Inmiddels ben ik er ook achter dat de fluctuerende weergave van de snelheidsmeter in de afstand­ meting zit, want tijdens een stukje langzaam filerijden staat de snelheidsmeter helemaal op nul en loopt ook de dagteller niet op. Kortom: de afstanden kloppen ook van geen kant. Gelukkig doet de benzinemeter het wel, dus ik weet in elk geval wanneer ik moet tanken. Later bereken ik de juiste verbruiken door de afstanden tus- sen de tankstations te bepalen op de routeplanner. Met etappes van 260 à 300 kilo- meter tussen de tankbeurten ronk ik de Autobahn af, met een gestoorde snelheidsmeter maar kerngezond lopend blok. Het tweede kinkje in de kabel is een snel en onregelmatig knippe- rende richtingaanwijzer rechts; daar blijkt het lampje achter stuk of onderbroken. Nou ja. Pal na de laatste tankstop in Duits- land word ik echter onaangenaam verrast door een plotselinge stot- ter van het blok bij een gangetje van 140 of daaromtrent. Het zal toch niet…? Hmm, alles klinkt en voelt normaal, dus misschien de ketting…? Hij schokt nog een paar keer en ik stop. De ketting hangt inderdaad weer behoor- lijk slap, dus ik ben blij met m’n gereedschap en span de ketting. Smeren had ik bij aankomst bij het hotel gedaan en dankzij géén regen is de boel nog vet, maar ik geef de zieltogende ketting nog maar wat extra smeermiddel. Ik rij weer verder, maar kom er al meteen achter dat het niet de ketting was. De stotters blijven af en toe komen, bij willekeurige toerentallen. Het blok klinkt ver- der gewoon gezond, dus het lijkt niks mechanisch te zijn, eerder de ontsteking. Ik ga voor de zeker- heid toch maar langzamer rijden, dan treedt het ook minder vaak op. En zo leg ik met een gangetje van zo’n 100 km/uur de laatste 150 kilometer af en kom ergens na één uur ’s nachts thuis. Het was een prachtige rit, maar die laatste etappe was toch een beetje een domper. Ik was de TRK nou net echt gaan waarderen… Daags erna brengen we onze TRK502X met de bus naar de dealer voor een nader onderzoek (en een nieuwe ketting). Het stotteren blijkt te komen door een stukje verdwenen isolatie van een voedingskabeltje van één van de twee in de bougiekappen geïntegreerde bobines, waar- door kortsluiting naar de massa ontstond. In plaats van slijtage lijkt het echter op bewust wegge- schraapte isolatie, wellicht voor het aansluiten van meetappara- tuur. Onze duurtestmotor lijkt een vorig leven als instructiemotor te hebben gehad, want er is opval- lend veel aan gesleuteld. Geen normale storing dus, dit. De gestoorde snelheidsmeter lijkt het gevolg te zijn van een ongelukkig weggewerkt stuk overtollige voedingskabel van de TomTom, waardoor een stekker voor de snelheidssensor van het ABS bij maximale stuuruitslag onder trek kwam te staan. Foutje van onszelf dus… Inmiddels werkt alles weer. Beide defecten blijken dus niet structureel en dat is heel goed nieuws. De TRK502X is verder namelijk een verrassend capabele reis- en stuurfiets voor zowel opstappers als ervaren rijders, dat kunnen we nu wel zeggen. n Tijdens de laatste tankstop langs de Autobahn op de terugreis bleek de ketting nodig gespannen te moeten worden. Niet geheel onverwacht, dus ik had een flinke ratel plus de benodigde steek­ sleutels paraat. Indrukwekkende blik in zuidelijke richting vanaf bijna het hoogste punt op de Sellapas. Hier sta je op ruim 2.200 meter hoogte. Op een of andere manier geeft dit uitzicht vanuit het zadel je een machtig gevoel.

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3