MotoPlus 09
reportage MOTOPLUS 123 HONDA RS500 REPORTAGE NICO BAKKER: “DE HONDA VOELDE NERVEUZER” De komst van de Honda RS500 bete- kende voor framebouwer Nico Bakker goed nieuws. In zijn werkplaats in Heer hugowaard bouwde hij op verzoek van heel wat nieuwe Honda-coureurs aange- paste frames. Ook voor Jack Middelburg. “Precies weet ik het niet meer, maar hij was er ook al binnen een half jaar”, aldus de inmiddels 73-jarige Bakker. “Veel van die mannen kwamen van een Suzuki RG en de Honda voelde nerveuzer”, herinnert Bakker zich. Zijn frame voor de RS500 kreeg derhalve wat Suzuki-trekjes. “Meer druk op het voorwiel gaf wat meer stabi- liteit. Ik veranderde de balhoofdhoek iets en ik bracht het voorwiel 10 millimeter korter naar het blok. Een heel klein ver- schil, maar het scheelde heel veel, dat wil je niet weten.” Ook het veersysteem op de swingarm gaf Bakker wat Suzuki-eigenschappen. De aanpassingen sloegen aan, merkte Bakker aan zijn klantenkring. Ook Honda-coureur Takazumi Katayama meldde zich in Heer hugowaard. “Hij zei dat hij privé-coureur was en graag twee frames wilde. Eén van die frames ging rechtstreeks naar Japan.” In 1985 kwam de productie-RS met chas- siswijzigingen die verdacht veel deden denken aan de frames van Bakker. rijden...”, vertelt Henk de Vries, terugdenkend aan die rampzalige eerste april van 1984. “Het was meteen een enorme chaos op de baan, maar ik kon er net tussendoor, gelukkig zonder iemand te raken. Ik heb Jack niet zien liggen.” Op 7 april is De Vries op verzoek van de familie één van Jack’s racevrienden die de kist ten grave draagt. “Dat was vreselijk. Iemand die je toch wel goed kent. Jack was een hele joviale jongen, een aardige vent. Ik had respect voor hem. Naast de baan was hij een rustige figuur, maar op het circuit was het buigen of barsten, in wat voor wedstrijdjes dan ook. Dat had ik niet. Ik denk dat ik daar te nuchter voor was.” Henk de Vries (7) op de eerste rij met Rob Punt en Jack Middelburg in 1983. Middelburg werd dat jaar Nederlands kampioen in de 500 cc. plamuur! Het was een hele klus voor de spui- ter om ’m weer strak te krijgen.” De originele stroomlijn bleef gehandhaafd en De Vries wilde per se het originele kuipruitje behou- den. “Daar hebben we heel wat aan gepolijst, maar ik wilde het graag houden. Het idee dat Jack door datzelfde ruitje heeft gekeken…” ‘Natuurlijk’ heeft het blok gelopen toen Oer klaar was met zijn werk in Duitsland. “En daarna bij mij thuis ook wel, hoor. Hij klonk goed, zoals een driecilinder klinkt. Zwaarder, voller dan een Suzuki ‘square four’.” De Vries vertelt het nuchter. “Ja, ik ben wel een beetje van de techniek, hè. Maar het doet je wel iets, zeker als je bedenkt dat je de motor zo’n 25 jaar niet hebt horen lopen. En natuurlijk is er die emotionele binding met die tijd van toen en de binding met Jack.” Nee, plannen om zelf weer op de herboren RS te stappen heeft De Vries niet. “Dan moet je toch vrij snel weer aan het sleu- telen. Die aandrang heb ik niet.” Toch twijfelt hij of hij de machine voor altijd in zijn bezit zal houden. “Nou… Ik vind het een heel mooi ding en die link met Jack is er een voor de eeuwig- heid. Maar voor altijd hier? Misschien wil ik ’m wel verkopen als er ooit een keer een museum komt. Daar is ’ie misschien beter af dan onder een kleedje bij mij.” < Typerend voor de RS500 waren de twee uitlaatdempers uit het kontje. Nu, 35 jaar na Middelburg’s over- lijden, bekijkt De Vries de prachtig gerestau- reerde Honda RS500 met trots. Haast om Middelburg’s laatste GP-machine in oude glorie te herstellen had hij niet, blij is De Vries er echter wel mee. “In 1983 waren er maar twee in Nederland, de andere is er niet meer”, verwijst De Vries naar de machine waarmee Middelburg verongelukte in Tolbert. “Ik ga er niet bij staan huilen, maar dit is toch een bijzondere motor. Als je die oude foto’s ziet... Daar heeft toch die man op gereden.” Het Bakker-frame, de swingarm en de PVM- wielen waarmee hij zelf in 1988 de Honda had voorzien, verkocht De Vries naar Duitsland, het blok bleef echter altijd in zijn bezit. De Duitse RS500-tuner Detlev Oer nam zo’n anderhalf jaar de tijd om het blok piekfijn in orde te krijgen. Reviseren bleek niet nodig. Hoewel De Vries de opbouw van de machine grotendeels zelf deed, besteedde hij het spuit werk uit. De aluminium tank moest bovendien worden uitgedeukt. “Die was zwaar van het Het originele ruitje waar Middelburg doorheen tuurde. Als de toerenteller naald de 11 aanwees, was de RS volgens fabrieksopgave goed voor 125 pk.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3