MotoPlus 24/2018

60 MOTOPLUS reportage REPORTAGE WEER MOTORRIJDEN NA EEN ONGELUK Rob Groentjes was weleens eerder onderuit gegaan, maar hij zag nooit eerder een bushokje op zich afkomen. Het was ook zijn eerste ongeval waarbij een ander in de fout ging. Dat laatste maakte hem sterker bewust van zijn kwetsbaarheid, maar het weerhield hem er niet van weer op te stappen. “Zo zit ik niet in elkaar.” “IK ZAG ZO HET BUSHOKJE AAN DE OVERKANT OP ME AFKOMEN” Als vrachtwagenchauffeur weet Rob dat je met je motor nooit naast een vrachtwagen moet blijven rijden. “Mensen zijn van oor­ sprong jagers. We zien dus vooral beweging. Als je naast een vrachtwagen blijft hangen, sta je voor de chauffeur relatief stil.” Vanuit dat idee is het niet zo gek dat hij de scooter­ rijder die hij aanreed te laat zag. “Ik pakte een rotonde op een buitenweg, waar hij op driekwart stond te wachten tot hij kon oversteken. Hij had wel gekeken, maar mij niet zien aankomen. En ik zag hem pas op het moment dat hij optrok. ‘Fuck nee hè’, riep ik nog in mijn helm, maar dat hielp dus niet...” Rob raakte de scooter vol in de flank. “Die aanrijding zelf is één ding: die zie je vaak aankomen en dan kun je misschien nog proberen in te grijpen. Op wat er vanaf die klap gebeurt, heb je geen enkele invloed. Dat gaat zo snel.” Hij raakte hem rechts. Daardoor sloeg zijn stuur om, brak z’n remhendel af en ging het gas vol open. “Ik schoot dwars de weg over en zag zo het bushokje aan de overkant op me afkomen. Dat is wel even schrikken.” Gelukkig haalde hij het hokje niet. Hij viel op links om, met als belangrijkste lichame­ lijke schade een diepe schaafwond op zijn enkel. “Ik ging naar mijn werk, dus ik droeg een werkbroek met leren chaps eroverheen. Da’s ideaal omdat je er snel in- en uitstapt, je kunt je schoenen of je laarzen aanhouden en het houdt nog een beetje regen tegen ook.” Omdat de scooterrijder geen brommercertifi­ caat had, schakelde Rob direct na het ongeval zijn rechtsbijstandsverzekering in. “Uiteinde­ lijk ben ik helemaal schadeloos gesteld, inclusief een nieuwe helm, nieuwe chaps en alle onderdelen voor mijn motor. Verder heb ik er geen werk van gemaakt. Je kan zo’n jongen wel het vel over de neus halen, maar ik heb vroeger met m’n brommertje ook weleens wat gehad. Dan weet je hoe het is als je zelf alles moet betalen.” Omdat er nog een motor in huis was, kon hij eigenlijk meteen weer gaan rijden. Zijn broer, die met hem meeging, reed zonder na te denken richting de rotonde waar het mis ging. Voelde dat vreemd? “Het enige wat vreemd voelde was die motor. Een Suzuki TL1000, waar mijn vrouw heel blij mee was, maar ik vond het in het begin een draak van een ding. Wat ik wel merkte was dat ik alerter was op mensen die klaar stonden om over te steken, zoals die jongen daar die dag stond. En roton­ des ben ik wat rustiger gaan nemen: ik weet nu uit ervaring dat er weinig te remmen valt als er opeens iemand voor je staat. Da’s toch iets waar je te weinig rekening mee houdt als je het zelf nooit aan de hand hebt gehad.” Belangrijker was dat ik er niks aan kon doen, hoewel ik herhaling probeer te voorkomen door nog beter op te letten. Als je door je eigen stommiteit onderuit gaat, door een inschattingsfout of omdat je rommel op de weg te laat ziet, dan kun je kwaad op jezelf worden. Nu maakte ik voor het eerst mee hoe afhankelijk je bent van beslissingen van anderen en hoe kwetsbaar je dat kan maken. Dan kun je er van alles aan doen om zo veilig mogelijk te rijden, maar niemand kan je leren hoe je inspeelt op onverwachte fouten van anderen.” De crash inspireerde hem wel om weer meer op het circuit te gaan rijden. “Door die gecontroleerde omstandigheden wordt hard rijden alleen nog maar leuker. Er steken nooit jongens met scooters zomaar de baan over. Ik kan daar dus lekker m’n ei kwijt. Dat maakte mijn behoefte om als een malle over gewone wegen te scheuren een stuk minder. Ben ik na al die jaren toch een beetje ver­ standig geworden.” Foto: Wegrace Info

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3