MotoPlus 24/2018

test + techniek MOTOPLUS 19  Lang leve het vakwerkframe: dat deze 1300 toch zo licht en luchtig oogt, is met name te danken aan het prachtige vakwerkframe. Ook het blok bouwt voor deze cilinder­ inhoudsklasse lekker compact. De direct afgeveerde achterschokbreker is waarschijnlijk verleden tijd, de opvolger krijgt naar verluidt een hevelsysteem. Overzichtelijk en makkelijk in gebruik: de menustructuur van de KTM-boordcomputer is makkelijk te doorgronden. Ook met cruise-control en het optionele Track Pack een mooi opgeruimd geheel. Het zwakke punt van de verder sterke KTM: de direct afgeveerde achterschok­ breker. De achterzijde voelt met name op slechter wegdek niet altijd even stabiel aan en wordt wat onrustig. Ook in het voorwiel van de KTM heeft Brembo het voor het zeggen, doet dat op zeer daadkrachtige wijze. De upside-down voorvork van WP is goed, maar kan niet tippen aan de Öhlins van Aprilia. De grote troef van de Oostenrijker: de machtige 75° V-twin is een top-aggre­ gaat zonder mitsen en maren. Kracht heeft ’ie in overvloed, terwijl hij ook prima manieren aan de dag legt. stellen een betere benaming. Iedereen die er aan voorbij loopt stopt even om te kijken, of om proef te zitten. Unaniem verwonderd over de enorme compactheid van deze kracht­ honken en over de liefde voor detail. Een overdonderend duo, de naam Tuono (‘donder’ in het Italiaans) is dan ook meer dan treffend gekozen. Wat eigenlijk ook wel geldt voor de Super Duke, die sinds zijn introductie door de Oostenrijkers consequent met ‘Beast’ werd aangeduid. Bovendien is de bijna 180 pk ster­ ke twin niet alleen een gezicht van het huidige power naked XXL-segment geworden, maar misschien zelfs wel hét gezicht. Nogmaals, je kunt het als testredacteur slechter treffen. Twee speciale machines dus, die hun blokken in een relatief rank frame onderbrengen. De mogelijkheid daartoe komt grotendeels op het conto van de krappe blokhoek van beide (65° voor de Aprilia V4 en 75° voor de KTM V-twin), waardoor de blokken mooi compact bouwen. Maar genoeg gedweept over deze conceptuele pracht, die zowel bij techneuten als designers goed in de smaak zal vallen. Onder de streep gaat het immers om het rijden, tijd daarom voor een druk op de startknop. De Tuono V4 komt direct met een energieke polsslag tot leven, de KTM zet er gelaten, stevige tweecilinderklappen tegen­ over. Het idee dat er zo meteen minimaal 175 paarden aan de ketting trekken, zorgt toch voor enige onrust. Zeker ook gezien het volgetankt rijklare gewicht van beide Zuid- Europeanen: een bescheiden 218 kilo legt de KTM in de weegschaal, de Aprilia heeft met 216 kilo zelfs nog minder vet op de heupjes. Een vluchtige blik op de remmerij brengt de polsslag gelukkig weer op een acceptabel niveau. Brembo moet het zijn, daarover zijn beide het eens. Ook dat enkel het beste goed genoeg is trouwens, ofwel M50 monoblocks aan de voorzijde, die uiteraard worden onder­ steund door het actuele Bosch bochten- ABS. En de schijfdiameter? Daar ontlopen ze elkaar licht: KTM kiest voor de gangbare Ø 320 mm schijven, Aprilia doet er met Moderne tijden: rijkelijk veel info op een zeer overzichtelijke manier gepresenteerd. De hoeveelheid data die je via het KTM- dashboard kunt oproepen is uitzonderlijk uitgebreid. >