MotoPlus 2018/20

interview MOTOPLUS 81  DANILO PETRUCCI INTERVIEW Met zijn 1 meter 81 en 78 kilo is Danilo Petrucci langer en zwaarder dan de meeste MotoGP-coureurs. Hij is het andere uiterste van Dani Pedrosa, die bijna dertig centi­ meter kleiner en 25 kilo lichter is. Zet ze naast elkaar en je hebt Mini & Maxi. Petrucci trekt de donkere wenkbrauwen op, wrijft over zijn baard van twee dagen en grinnikt. “We hebben dezelfde problemen, maar dan omgekeerd. Hij is te licht, ik ben te zwaar. Hij heeft moeite om warmte in de banden te krijgen, maar ze gaan bij hem langer mee als het warm is. Bij mij is het precies andersom. Als het regent of er weinig grip is, kom ik beter uit de verf. Vorig jaar hadden we veel regen en daardoor kon ik regelmatig meedoen om het podium. Dit jaar is het vrijwel elke race droog en warm geweest en dan slijten de banden te snel door mijn gewicht.” Als Danilo Petrucci – op 28 oktober wordt hij 28 – in de remmen van zijn Ducati knijpt, komt er niet alleen meer druk en gewicht op de banden te staan, hij moet ook een grotere massa tot stilstand brengen dan zijn col- lega’s. “Bij het hard aanremmen heb ik altijd het gevoel dat ik er voorover af gelanceerd word”, vertelt hij. “Ik kan nooit de set-up vol- gen van Andrea Dovizioso of Jorge Lorenzo. Ik weeg tien kilo meer dan Dovi en twaalf kilo meer dan Jorge. Met de krachten die vrijkomen op je lichaam, in bochten, bij het het remmen en accelereren, ben ik absoluut in het nadeel. Eigenlijk ben ik geboren met het verkeerde lijf. Ik heb niet de bouw om MotoGP-coureur te zijn.” Maar toch is hij het. En volgend seizoen zelfs MotoGP-coureur bij het fabrieksteam van Ducati. “Ik vind het zelf haast niet te geloven. Ik knijp mezelf regel­ matig in de arm om er zeker van te zijn dat het allemaal echt gebeurt. Tien jaar geleden zat ik op de bank voor de tv naar de MotoGP te kijken en nu ben ik er zelf onderdeel van. Soms stap ik de pitbox in, kijk om me heen en denk: hoe ben ik hier in vredesnaam terecht gekomen?” Niet via de vanzelfsprekende weg in elk geval. In 2012 maakte ‘Petrux’ als 22-jarige zijn debuut in de MotoGP, zonder ooit ook maar één race gereden te hebben in een van de lichtere klassen, zoals de toenmalige 125 cc of 250 cc. Hij kwam in de MotoGP als Superbike-testrijder voor Ducati, na het win- nen van het Italiaanse Superstock-kampioen- schap en een tweede plaats in het EK Super­ stock 1000. “Ik ben als een voetballer uit een amateurklasse, die ineens in de Champions League staat. Ik begon met straatmotoren te racen toen ik veertien was”, vertelt Petrucci. “600 cc Superstock, want ik was toen al te groot en te zwaar voor een 125cc of 250cc. Dat konden we ook niet betalen trouwens. “Ik kwam de MotoGP binnen met een CRT- machine van het Ioda-team, met een volledig standaard Aprilia RSV4-motor, die gewoon uit de winkel kwam. Ik kende de circuits niet, de banden niet, de carbonremmen niet. Bij elke training en in elke race was ik laatste. Tientallen keren heb ik op het punt gestaan om te stoppen, maar ik wist niet wat ik dan zou moeten doen. Mijn grootste droom was om MotoGP-rijder te zijn, een andere optie heb ik nooit gehad. Een gewone baan is niets voor mij. Ik zou er doodongelukkig van worden.” Die droom dateerde al uit zijn vroege jeugd, toen zijn vader (‘Big Danilo’) als chauffeur en klusjesman werkte voor Loris Elke dag in de MotoGP is een droom voor Danilo Petrucci. Zozeer, dat hij zichzelf af en toe in de arm knijpt om zich ervan te vergewissen dat het allemaal echt is. “Ik vraag me vaak af hoe het mogelijk is dat ik hier ben, want ik val buiten alle kaders. Ik ben het levende bewijs dat je dromen écht waar kunt maken.” |Tekst: Natascha Kayser; Foto’s: Gold & Goose| G E B O R E N MET HET VERKEERDE L I J F >

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3