MotoPlus 2018/20
eerste test MOTOPLUS 27 Handelbaar, wendbaar en met 200 kilo verhoudingsgewijs licht: de eerste indruk van de Milano is een positieve. MOTO MORINI – DE TOEKOMST Het Italiaanse merk wil als kleine fabrikant overleven, waarbij de weinige motoren voor een exclusieve klanten kring worden geproduceerd. De aantallen liggen tegenwoordig op bescheiden drie cijferige aantallen, maar het experiment heeft zeker kans van slagen. Slechts 103 motoren produceerde Moto Morini het afgelopen jaar. Dat daarmee geen geld te verdienen is, laat zich raden. Toch moet er in het bedrijfshoofdkwartier in Trivolzio, ten zuiden van Milaan, onge- veer dertig man personeel worden betaald. Kan zo’n kleine fabrikant überhaupt over leven? Bij Moto Morini beantwoorden ze die vraag uiteraard bevestigend. “Dit jaar heb- ben we tot nu toe 130 motoren geprodu- ceerd en dat zullen er aan het eind van het jaar ongeveer 160 zijn”, licht hoofd verkoop Riccardo Bertaggia toe. Bij een jaarpro- ductie van 400 à 500 motoren werkt Moto Morini kostendekkend. “We gaan ervan uit dat we dat doel in 2021 bereiken”, gaat Bertaggia verder. Bij 750 tot 800 motoren per jaar worden de capaciteitsgrenzen van de fabriek bereikt. “Maar daar zullen we niet snel tegenaan lopen, want meer moto- ren willen we ook niet maken.” Sinds een jaar of drie volgt Moto Morini het concept van een modehuis: een beperkt aantal motorfietsen, gemaakt van hoog- waardige, nagenoeg uitsluitend Italiaanse onderdelen, die met de hand worden gebouwd. Speciale wensen van klanten kunnen tegen meerprijs worden uitge- voerd, van speciale lak tot een echt unieke machine. Het modellenpalet is klein. Zo ver- scheen afgelopen jaar de Corsaro 1200ZZ, Morini’s eerste model met ABS en Euro4, in 2018 volgde de Corsa 1200ZT en nu dus de Milano 1200. Al dat handwerk heeft uiter- aard zijn prijs, want de standaard model- len kosten in Italië tussen de 15.000 en 20.000 euro. In Nederland komt daar dus nog wat bij. Prijzige motorfietsen voor liefhebbers dus, vooral ook omdat moderne elektronica als ride-by-wire of tractiecontrole ontbreekt. Sterkste punt van de Italianen is de imponerende 1.200cc V-twin, die enorm sterk is van onderuit en je keer op keer weer weet te bekoren met zijn enorme levenslust. Het basisconcept stamt alweer uit 2005, toen het in 1937 opgerichte en in de jaren negentig weer verdwenen merk nieuw leven werd ingebla- zen. Ondanks succesvolle modellen als de Corsaro, Scrambler en Granpasso duurde dit tweede leven maar kort. Morini werd slachtoffer van de financiële crisis, vroeg in 2010 faillissement aan en werd een jaar later bij opbod verkocht. De Milanese investeerders Sandro Capotosti en Rug- gero Jannuzzelli sloegen toe, maar van hun oorspronkelijke plan om de motoren via internet te verkopen kwam in de praktijk niets terecht. Het eerste model, de Rebello, kon op weinig enthousiasme rekenen en verdween al weer snel – zelfs het met een druk op de knop tevoorschijn te toveren duozadel kon niet voor een ommekeer zorgen. De omschakeling op een model gamma met ABS liep vertraging op, waarna met de mededeling dat Morini zich op de markt buiten Europa wilde concentreren een rookgordijn werd opgetrokken. Ook het derde leven van Moto Morini leek als een nachtkaars uit te gaan. Maar toen kwam toch nog de ommekeer. Mede-eigenaar Capotosti stopte er mee, waarna zijn toenmalige compagnon Jan- nuzzelli het alleen voor het zeggen kreeg. Als diens adem maar lang genoeg is, zou Technische man Massimo Gustato (links) leidt de ontwikkeling, zijn volgende project heet Scrambler 1200 (boven). Riccardo Bertaggia is verantwoordelijk voor de verkoop. het modehuisconcept misschien kunnen werken. Zeker gezien het feit dat het vol- gende project, de Scrambler 1200, al in de startblokken staat. In Nederland en België hoeven we vooralsnog niet veel nieuwe Moto Morini’s te verwachten. “We hebben een overeenkomst gesloten met Sima, een grote Franse motorimporteur”, licht hoofd verkoop Bertaggia toe. “Dit jaar zijn er daarom alleen al 80 motoren naar Frankrijk gegaan.” Meer elektronica is er niet aan boord, geen rijmodi, geen tractiecontrole en geen ride-by- wire. De Milano schaart zich wat dat betreft dus onder de classic bikes van de traditionele school, wat ook de bedoeling is geweest van zijn bedenkers. Eind oktober moet de Milano in een gelimi- teerde oplage van dertig stuks op de markt komen. Wat deze uitvoering bijzonder maakt? Metalen strips op de tank, spiegels en knip- perlichten van Rizoma, witte wielen en je krijgt er een jack en helm met Morini-logo bij. Een prijs, ook van het standaard model dat in april 2019 moet volgen, is nog niet bekend. Alles goed dus? Bijna. Het wel erg brede en rechte stuur maakt insturen onnodig lastig voor onze testrijdster. Geen probleem, ingeni- eur Gustato laat een monteur een wat nadruk- kelijker gebogen exemplaar monteren en stuurt ons nog eens op pad. Dit keer zit alles op de goede plek en gaat het insturen een stuk lichter. Zo hebben we toch iets bijgedra- gen aan de ontwikkeling van de nieuwe Milano – ook al is het maar een klein beetje. <
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3