MotoPlus 2018/18

reportage MOTOPLUS 65 MOTORKLEDING MAATWERK (2) REPORTAGE kwartier, waar ook reparaties en garantie- gevallen worden verwerkt trouwens. Iets dat we uiteraard met beide handen aanpakken. Al was het alleen al om eens te kijken waar nu exact de meerprijs in zit. Want eerlijk is eerlijk, goedkoop is het stukje maatwerk bepaald niet. De standaard Kyalami is met € 1.799,00 al redelijk aan de prijs, iets dat zich overigens makkelijk laat verantwoorden. Een standaard pak bestaat gemiddeld uit tussen de 180 en 200 losse delen (inclusief binnen- voering, ritsen etc.) en het in elkaar zetten neemt zo’n twee volledige werkdagen in beslag. Bovendien is de Kyalami gemaakt van kangoeroeleer, dat Dainese uit Madagaskar en Australië haalt. Voor het vervaardigen van een pak van rundleer (dat betrekt de firma exclusief uit Brazilië) heb je ongeveer vier vierkante meter leer nodig, wat overeenkomt met één koehuid. Een kangoeroehuid echter meet slechts 0,5 vierkante meter, voor één pak heb je daarom tussen de acht en tien huiden nodig, wat natuurlijk een stuk arbeids- intensiever is. Zo moet bijvoorbeeld iedere huid worden gecontroleerd op onregelmatig- heden, die met een stift gemarkeerd worden, zodat de snijplotter weet dat dat bewuste stuk leer niet verwerkt mag worden. Extra hande- lingen, extra materiaal (én restmateriaal), dus begrijpelijkerwijs ook duurder. Kies je daarnaast zowel voor de Custom Fit- als Custom Design-optie, dan moet je bij de basisprijs respectievelijk € 599,95 en € 499,95 optellen, waardoor de totaalprijs van ons pak akelig dicht richting de drie mille kruipt. Hoe je het ook wendt of keert, dat is rijkelijk veel voor een pak (een op maat gemaakte rundleren eendeler is er overigens al vanaf € 1.699,90). Het meerwerk is daaren- tegen ook aanzienlijk. Ondanks dat ook een maatwerkpak uit 180 tot 200 losse onder- delen bestaat, is de productietijd, enigszins afhankelijk van de complexiteit van het design, rond de vier dagen. Ongeveer twee keer zo lang als een regulier pak dus. De verschil- lende delen (logo’s en andere design-details nog buiten beschouwing gelaten) wijken qua maat immers af van de standaard en worden dus enkel voor het betreffende pak gedigita- liseerd en geproduceerd. En dan moet alles nog door een paar vakkundige handen tot één geheel worden gesmeed. Of beter gezegd, door diverse paren vakkundige handen. In het atelier zitten rond de dertig naaisters, elk met haar eigen specialisatie. Het is dus niet zo dat één naaister ongeveer vier dagen met één en hetzelfde pak bezig is, zie het meer als een soort productielijn. Alle losse onderdelen lig- gen op een karretje, dat verschillende stations passeert. Welke precies, hangt natuurlijk af van design en complexiteit van het pak. Ver- schillende delen overlappen elkaar, de juiste routing langs de verschillende naaistations is daarom een hele uitdaging. Voorbeeld: een logo op de rug kan over drie verschillende leerstukken lopen. Die drie moeten daarom al aan elkaar gestikt zijn voor het logo kan wor- den aangebracht. En zo zijn er legio andere zaken waar in het productieproces rekening mee moet worden gehouden. Voor een bui- tenstaander is het zelfs één grote logistieke nachtmerrie, die hele routing. De vele rekken met daaraan diverse handmade pakken tonen echter dat de medewerkers het kunstje aardig in de vingers hebben. Saillant detail, in één en hetzelfde atelier worden alle voorkomende werkzaam- heden gedaan. Van reparaties tot de productie van de custom-made pakken en het in elkaar zetten van de racepakken van de gesponsorde coureurs. En dan kan het dus zomaar gebeu- ren dat je je eigen pak vindt, hangend achter dat van ene V. Rossi, ‘doctor’ van beroep naar het schijnt. Alleen al daarvan word je toch wel een beetje blij. En het uiteindelijke resultaat? Dat mag er zijn, perfecte pasvorm en het ziet er ook nog eens bijzonder prettig uit. Waar- bij onder meer een ingenaaid label met de tekst ‘Handmade with care and passion for Twan van Hulshof’ blijk geeft van het indivi- duele maatwerk. Dat de naam eigenlijk Twan Hulshof luidt, ach, dat nemen we maar voor lief. Broekspijpen die tot aan het eind van de benen reiken, dat is veel meer waard! < MUSEUM In juni van dit jaar opende Dainese tegen- over het hoofdkantoor in Vicenze het DAR, ofwel Dainese Archivio. In dit museum vind je een uitgebreide tentoonstelling over de volledige, inmiddels 46-jarige historie van het Italiaanse merk. Hoe het allemaal begon, welke innovaties het merk gemaakt hebben tot wat het nu is en ook andere, minder bekende ‘takken van sport’ waarin Dainese actief is komen voorbij. Ooit geweten bijvoorbeeld dat de Italianen actief zijn in de skisport en het mountainbiken? En uiteraard is er ook een belangrijke rol weggelegd voor alle bekende coureurs die zich aan het merk hebben gelieerd. Het museum is geopend op zaterdag en zondag, de toegang is gratis. Info: www.dainesearchivio.com De medewerksters van het leeratelier doen alles op het gebied van maatwerk, van repara- ties tot volledige pakken ‘assembleren’. En dan vind je zomaar je eigen pak naast dat van Rossi en Antobelli (rechts), die nét iets kleiner zijn dan uw verslaggever... En past het een beetje? Broekspijpen tot onderaan de benen, wat een luxe... Voor- en achterkant aan elkaar naaien en klaar is Kees? Nou nee, een gemid- deld racepak bestaat uit zo’n 200 losse onderdelen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3