MotoPlus 2018/12

70 MOTOPLUS reizen REIZEN MADAGASKAR Het plan was zo simpel. De motoren overvliegen naar Madagaskar, er zelf achter- aan wanneer de motoren er al zijn, deze ophalen en hup, rijden maar. Dat was het plan… Maar nu wachten we al twaalf dagen op onze motoren, wegens stakingen bij Air France en andere douaneperikelen voor de tijdelijke invoer in Madagaskar. Eindelijk komt dan een bus voorrijden bij het hotel met daarin een krat met onze Suzuki’s. Nog dezelfde avond zetten we in het donker de motoren in elkaar, zodat we de volgende ochtend direct op weg kunnen. We zoeken ons een weg door het drukke stadsverkeer van Antananarivo. Dit gaat op onze motoren makkelijk, na een half uur zijn we de stad uit en wordt het rustig op de weg. Route National 1 is tot Tsiroahomandidy nog asfalt, maar maakt dan plaats voor een rode lateriet piste. De weg slingert omhoog, met soms steile stukken. Het is erg warm en het zweet loopt onder onze helmen vandaan. We stoppen even om water te drinken. Wanneer we weer verder gaan, begint het zachtjes te regenen. Na slechts een aantal kilometer begint Harald te slingeren, daarbij dikke spo- ren door de ondergrond trekkend. De piste is veranderd in een spekgladde ijsbaan. De klei blijft aan de banden plakken, die al snel twee keer zo dik lijken. Met de voeten van de stepjes schuifelen we stapvoets voort. We glibberen nog een uur verder, alle grip is weg en als de weg omhoog gaat, komen we tot stilstand. Wat nu? We besluiten om tegen de regen te schuilen door het grondzeil van de tent over de motoren te spannen. Wanneer de zon doorbreekt is de piste nog steeds te glad om te rijden. We duwen de motoren een stuk omhoog tot een vlak stuk naast de weg, om daar de tent voor de nacht op te zetten. De volgende ochtend drapeert een waterig zonnetje een oranje gloed over het nevelige regenwoud. Met een kop koffie in de hand loop ik naar de weg om te zien hoe een vrachtwagen over de gladde klei naar bene- den rijdt. De chauffeur stopt, alle passagiers stappen uit en gaan te voet verder. De chauf- feur volgt de aanwijzingen van zijn bijrijder en glijdt langzaam maar gecontroleerd de steile heuvel af. De weg is dus nog glad. Toch gaan we direct na het ontbijt op weg. Het is zonnig, waardoor de track gelukkig snel opdroogt. Wat gisteren nog een mooie vlakke piste was, lijkt nu meer op een motorcross- baan. Diep uitgesleten sporen, af en toe onderbroken door een flink moddergat. In een klein dorpje stoppen we voor de lunch. Op de grond ligt een kleedje met tomaten en bananen uitgestald. We kopen een paar bana- nen bij een jongen. In een klein restaurantje, waar nog gekookt wordt op een houtskool- vuurtje, drinken we een warme cola, koel- kasten hebben ze hier niet. Wij zijn blijkbaar een bezienswaardigheid, jong en oud komt ons bekijken. En wij hen. Sommige vrouwen smeren een gele crème, gemaakt van boom- schors, op hun gezicht als zonnebrandcrème. Het ziet er grappig uit. Hoe arm de mensen hier ook zijn, ze lachen allemaal en vinden het leuk als wij ze op de foto zetten. Wanneer we verder rijden valt het pas op dat het landschap erg kaal is. Slechts heel sporadisch zie je nog wat afgekapte boom- stronken of wat struikjes tussen het verder dorre grasland. Iedereen in Madagaskar kookt op houtskoolvuurtjes en ze kappen de bossen weg voor brandstof. Plots begint mijn DRZ in te houden. De motor sputtert een beetje en slaat dan af. Harald komt aangere- den en vraagt wat er is. Ik vermoed iets met de benzinetoevoer. Dus controleren we het benzinefilter en checken of er benzine naar de carburateur loopt. Alles okay. Ik start de motor en rij verder. Dat gaat een tijdje goed, maar dan valt de motor weer stil. We zitten in de ‘middle of nowhere’ en het lijkt ons geen goed plan om hier naar de oorzaak te zoeken. Dus rij ik met een stotterende motor verder, die na een tijdje vervolgens opnieuw afslaat. Even wachten, starten en weer verder. Het is al na vieren en in de wetenschap dat de duisternis al om zes uur invalt, zoeken we een plek om te overnachten. Even later zien we een paar hutjes. Onder een gigantische mangoboom zit een familie in de schaduw. De vrouwen stampen rijst in een houten kom en een van de mannen maakt stukjes aanmaakhout met een kapmes. Een andere jonge man vlecht een touw in elkaar. We mogen bij hen plaatsnemen op een boom- stam. Ik pak de benzinebrander en maak een kopje instantsoep. Ze kijken hun ogen uit, dit hebben ze nog nooit gezien. We hebben binnen tien minuten een pan kokend water, terwijl zij uren bezig zijn op een houtskool- vuurtje. We laten ze wat van onze currysoep proeven, maar dat valt niet in de smaak. Deze mensen spreken alleen Malagasi en als we proberen duidelijk te maken of we hier onze tent op mogen zetten, snappen ze het niet. Dan pakt Harald de tent uit en kijken de mensen bewonderend toe hoe in vijf minuten ons ‘huis’ staat. Nu snappen ze het, en het is goed. Een zelfopblazend matje en slaapzak worden uitgerold. We nodigen ze uit om in de Lateriet pistes met de kenmerkende rode kleur vind je overal in Madagaskar.

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3