MotoPlus 2018/10
interview MOTOPLUS 95 Asfalt of zand, geef Marquez een motor en hij gaat hard rond. Een onderonsje met Marc Marquez in of rond een MotoGP? Vergeet het maar! De agenda van de goedlachse MotoGP-coureur is tijdens raceweekenden helemaal volgestouwd met promopraatjes, meet-and-greets en andere afspraken. En daarnaast moet hij natuurlijk ook nog races winnen. Maar als het gaat over motocross, maakt hij toch tijd vrij in zijn drukke agenda. Dan is zijn interesse gewekt en wordt zijn toch al kenmerkende glimlach nóg een stukje breder. We treffen hem bij het Rufea MX-circuit iets boven Barcelona. Zijn anonieme bus is niet bestickerd, maar van binnen wel keurig inge- richt. Ook privé is de familie Marquez blijkbaar heel georganiseerd en hun enorme liefde voor de sport straalt er vanaf. Het circuit is vlak en goed onderhouden en heeft direct aan- palend een goed verlichte dirttrack-oval. Het is ook de plaats waar de jonge Marc Marquez opgroeide, heel veel fantasie heb je er dus niet voor nodig om zijn passie voor het terrein- rijden te begrijpen. Marquez’ gedrevenheid, of het nu op zijn Honda RC123V MotoGP-racer of op een cross- motor is, kent geen grenzen. Hem wordt vaak verweten dat hij altijd de grens opzoekt, zelfs wanneer daar voor de neutrale buitenstaan- der gevoelsmatig helemaal geen reden toe is. Voor onze fotosessie bijvoorbeeld hebben we een mooie, gelijkmatige kombocht uitgekozen. Marquez komt echter met een dermate hoog enthousiasme op de camera afgevlogen, dat hij bijna ten val komt. Hij is wel opvallend snel, responsief en heeft een houding die – nou ja – anders oogt dan die van de overige rijders. Niet verwonderlijk natuurlijk, gezien zijn achtergrond. Tijdens een van de pauzes, die unaniem beginnen met het begroeten van verschillende clubleden die even komen buurten, duiken we de keet in voor een interview. Brandende houtblokken knetteren op de achtergrond en zorgen voor wat warmte op deze frisse voor- jaarsdag, terwijl Marquez zich met opvallende gretigheid op het onderwerp motocross stort. Alsof hij aan z’n eerste interview van het jaar begint en niet zijn driehonderdste… ? Wat zijn je eerste herinneringen aan het motocrossen? ! “Nou, ik ben opgegroeid – en woon nog altijd – in de perfecte regio voor deze sport. Ik woon dicht bij Bellpuig (waar van 2000 t/m 2007 de Spaanse Grand Prix werd verreden, red.) en naast deze baan in Rufea zijn hier nog veel andere trainingscircuits in de regio. In de winter kan het hier ook slecht weer zijn, met veel mist, en dan is het perfect om op de crossbaan je conditie en skills bij te houden. Mijn ouders waren beide vrijwilligers bij Moto Club Segre, dat wedstrijden in deze regio organiseerde. Al van heel jongs af aan was ik er dus bij betrokken. Ik weet nog dat ik ooit op mijn verlanglijstje voor kerst ‘een motor om mee te springen’ heb gevraagd. Eén van mijn allereerste echte herinneringen is toen ik in 2001 Stefan Everts en Mickael Pichon zag rijden op Bellpuig. Pichon reed toen met de nummer 2 Suzuki, weet ik nog. Soms onthoud je bepaalde rijders om bepaalde redenen, waarvan je eigenlijk niet kunt verklaren waarom precies. Dat heb ik met deze twee, ik weet het gewoon. Tot mijn achtste draaide het actieve rijden altijd alleen maar om motocross en als het aan mezelf had gelegen, was dat ook zo gebleven. Ik had talent, was al Cata- laans kampioen en wilde verder in het Spaans kampioenschap. In die jaren mocht ik op een lokaal racecircuit ook een rondje op een weg- racer rijden. Maar daar was ik helemaal niet zo enthousiast over. De motor was te groot, ik te klein. Alleen bleek ik ook daarvoor best talent te hebben, want blijkbaar reed ik direct snelle rondjes. Vrij snel daarna kreeg ik al een uitnodiging om voor een team te gaan rijden. Gratis! Het racen zou ons dus niets kosten! Dat gaf de doorslag…” ? Het crossen begon dus feitelijk als familie-activiteit, zoals zo vaak het geval? ! “Ja, het was simpelweg een manier om het weekend samen door te brengen. Boven- dien was het heel toegankelijk. Heel anders dan de wegrace bijvoorbeeld. Bij crossen kom je aan, laadt de motor uit, gooit er benzine in, controleert de ketting en het filter en weg ben je. Wanneer je valt, vervang je indien nodig een hendeltje en hup, daar ga je weer. Weg- racen is technisch volledig anders. Daar komt veel meer bij kijken, denk aan verschillende ECU-settings, veringinstellingen, banden, bandenspanning en noem maar op. Dat is niet te vergelijken!” ? Waardoor pakte het crossen je zo? ! “Door het springen! Wow! Ik weet nog mijn eerste keer op een 125. Die eerste sprong, die vergeet je nooit meer. En nog altijd hè! Onlangs was ik op Bellpuig, waar ik eigenlijk nooit meer rij, en pakte daar de grote tafel bij de tunnel in één keer. Alsof mijn maag in mijn keel kwam. Maar zo gaaf!” ? Voel je zelfs met zes wegrace-wereld- titels nog altijd diezelfde sensatie op een crosscircuit? ! “Ja, al ligt het wel enigszins aan het cir- cuit. In de MotoGP heb ik trouwens hetzelfde, hoor. Het einde van het rechte stuk van Mugel- lo bijvoorbeeld: ieder jaar weer denk ik tijdens de eerste vijf rondjes ‘wow’. Met crossen heb ik dat gevoel altijd wanneer ik een nieuwe sprong doe. Wanneer ik alleen rijd, dan voel ik me voor de echte grote jumps niet altijd even >
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3