MotoPlus 2018/09

98 MOTOPLUS interview INTERVIEW KERVIN BOS Net toen Ronald ten Kate een beetje duidelijk had dat hij een andere rol zou gaan vervullen binnen het familiebedrijf, stond er een hevig stuiterende Kervin Bos aan zijn bureau met de mededeling dat hij maar wat graag teammanager van het Red Bull Honda World Super- bike Team wilde worden. Een week later was de kogel door de kerk. Zónder dat de oud- motorcoureur precies wist in wat voor avontuur hij stapte. | Tekst: Wout Dusseldorp; Foto’s: Ad de Graaf | Het had altijd slechter gekund, maar een raceweekend als een paar weken geleden op het TT Circuit in Assen hoopt de kersverse teammanager van het Red Bull Honda World Superbike Team niet meer mee te maken. Met het uitvallen van zowel Leon Camier als Jake Gagne had het door Ten Kate gerunde team niemand aan de start van de ‘thuis- wedstrijd’ staan. “Dat is in al die jaren nog nooit voorgekomen, dus ik heb al een record op m’n naam staan”, laat Kervin Bos aan de telefoon weten. Opvallend genoeg klinkt de Staphorster daarbij even strijdvaardig als de vrijdag voor de race toen we hem inter- viewden over zijn nieuwe baan. “Dat hoort bij Ten Kate. Niet te lang stilstaan bij dat wat gebeurd is, maar er lering uit trekken en vooruitkijken”, vertelt Kervin. Die instelling is aan de 31-jarige teammanager wel toever- trouwd en dat was ook voorganger Ronald ten Kate al opgevallen. Toch had de oud- teammanager niet direct een naam paraat toen duidelijk werd dat hij een andere functie zou gaan bekleden binnen het bedrijf. Ook Kervin zag zijn nieuw verworven positie niet aankomen. “Ik heb regelmatig in de kantine geroepen dat ik graag bij het team wilde werken. Dan werd er steevast gelachen en de vraag gesteld wat ik dan zou moeten doen. Klopt ook wel een beetje, want ik ben wel technisch, maar geen engineer. En toen kwam ineens de plek als teammanager vrij. Ik ben meteen naar Ronald gelopen, die mij op zijn beurt direct uitnodigde voor een gesprek. Een week later was de beslissing genomen. Gerrit zag het zitten, Ronald vond het top, Honda ging akkoord en klaar. Ik had een nieu- we baan. Wat daar allemaal precies bij kwam kijken? ‘Dat is lastig uit te leggen’, liet Ronald weten. Ik zou het wel leren tijdens mijn snuf- felstage in Qatar. Dus heb ik tijdens de race in het Arabische land letterlijk en figuurlijk een weekend lang met Ronald meegelopen. Dan lijkt het allemaal heel goed te handlen en zou je haast het idee krijgen dat het allemaal wel meevalt. Niet gek natuurlijk, want Ronald doet het uitermate geroutineerd.” “Na die korte stage was het in november met de wintertest mijn beurt. Nou, dat weet ik echt nog als de dag van gisteren. Ineens was het moment daar. Dan heb je zoiets van: oké, we gaan. En toen: holy shit, moet ik dit allemaal doen? Echt iedereen had vragen. Kervin, hoe zit dit? Hoe zit dat? Hoe zit het met de brandstof? En met de banden? Je moet zo veel regelen. Ronald had me al gewaarschuwd dat het onmogelijk zou zijn om altijd iedereen honderd procent tevreden te stellen. Je moet beslissingen nemen en die pakken niet voor iedereen even goed uit. Ja, dat zijn wel leermomentjes. Gelukkig ben ik een aanpakker die niet zomaar wegloopt en beschik ik over een heel goed vangnet. Zowel Ronald als Gerrit kan ik 24 uur, zeven dagen per week bellen. Daarnaast ben ik geen vreemde binnen het wereldje. Zo was ik in 2013 en 2014 actief als motorcoureur voor Ten Kate en heb ik vervolgens vier jaar bij Ten Kate Racing Products gewerkt, de commerciële afdeling van het raceteam. Want alles waar wij mee racen, dat verkopen we ook. Daardoor heb ik al een best netwerk op weten te bouwen binnen de racerij. Een gezonde basis dus. Denk overigens niet dat ik dit als een vrijbrief zie. De komende jaren zal ik nog een hoop ‘credits’ moeten verdienen. Kijk maar eens rond met hoeveel organisa- ties je alleen al op het circuit te maken hebt. Dat is ook de reden dat Ronald nog heel nauw betrokken is bij het team. Het is geen aan/uit-schakelaar. Ik krijgt echt niet in één keer alle deuren open, daar is soms een krui- wagen voor nodig. In mijn geval is dat Ronald. Sta ik tegen een deur te schoppen en gaat-ie op een kiertje, dan vraag ik Ronald even dat laatste zetje te geven. Maar ik probeer hem “HOLY SHIT, MOET IK DIT ALLEMAAL DOEN?”

RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3