MotoPlus 2018/07
28 MOTOPLUS eerste test EERSTE TEST DUCATI SCRAMBLER 1100 SPECIAL gasklephuizen vervangen door een enkel 55-mm-gasklephuis met dubbele injectoren en zijn de uitlaatbochten dunner uitgevoerd (wel dikker dan die van de 800). Die ingre- pen hebben uiteraard ook hun uitwerking gehad op het vermogen van de twin, want dat bedraagt nu 86 pk bij 7.500 toeren in plaats van de oorspronkelijke 100 pk bij datzelfde toerental. Een bewuste keuze van Ducati, waar met name het koppel van profiteert, of beter gezegd het koppelverloop. Het maximum kop- pel is met 88 Nm weliswaar ook lager dan de 103 Nm van de Monster 1100 EVO, maar het is al beschikbaar bij een lage 4.750 toeren en bovendien is dat koppel als een kamerbreed tapijt uitgesmeerd, want tussen pakweg 4.500 en 6.500 toeren heb je continu de beschikking over die 88 Nm of een waarde die daar dicht tegenaan schurkt. Dat gemak van een lekker breed uitgesmeerd koppel is uiteraard waar het bij een machine als deze Scrambler 1100 om draait, niet om een opgefokte paardenstal. En vergeleken met de Scrambler 800 heb je toch 13 extra paarden in de stal staan en 22 Nm extra koppel, dat bovendien over een véél breder toerengebied beschikbaar is. Tel uit je winst… Bovendien is de 1100 de eerste Scrambler met een zeer uitgebreid elektronicapakket, dat je normaal gesproken alleen maar tegenkomt op dikke toerfietsen of superbikes. Zo is de 1100 voorzien van ride-by-wire met daaraan gekoppeld drie verschillende motormappings: Active, Journey en City (in plaats van het bij Ducati gangbare Sport, Touring en Urban). In Active en Journey heb je de beschikking over de volle 86 pk vermogen, maar in Active is de gasrespons net even wat directer. In de City- modus wordt het vermogen beknot tot 75 pk (ongeveer het vermogen van de Scrambler 800 dus) en is de gasrespons nog vloeiender. Daarnaast heeft iedere rijmodus een eigen specifieke setting voor de tractiecontrole, die je naar wens ook nog zelf kunt instellen (4 levels) en eventueel uitschakelen. Dat laatste kan dan weer niet met het ABS, maar dat werkt door het gebruik van een Inertial Measurement Unit (IMU) wel hellingshoek- afhankelijk. En als klap op de elektronische vuurpijl heeft de Scrambler 1100 ook rich- tingaanwijzers die door de IMU automatisch worden uitgeschakeld. De L-twin hangt – uiteraard – in een stalen vakwerkframe, Ducati’s handelsmerk, dat zo minimalistisch mogelijk is gehouden om de vele fraaie details van de Scrambler 1100 er zo veel mogelijk uit te laten springen. En dat zijn er nogal wat, wat ervoor zorgt dat de 1100 oogt als om door een ringetje te halen, onberispelijk dus. Alles ademt kwaliteit, mede ook door het royale gebruik van aluminium. De zijpanelen van de tank, de radiateurcovers en sierdeksels op het blok; overal waar je met je vingers op tikt klinkt het hoogwaardige geluid van metaal als antwoord. De Scrambler 1100 telt, volgens Ducati, zelfs maar vijf kunststof onderdelen. Bij de 1100 Special, die wij rijden, zijn dat er nog eens twee minder, want bij deze uitvoering zijn ook de spatborden van aluminium. Bijzonder geslaagd is trouwens ook de ronde koplamp, waar een metalen ‘X’ in is ver- werkt als subtiele verwijzing naar offroads uit de jaren zeventig, waarvan de koplamp ter bescherming met tape werd verstevigd. De koplamp zelf wordt nog conventioneel verlicht, maar de dagrijverlichting, die fraai in een ring rond de koplamp loopt, is wel in LED uitgevoerd en hetzelfde geldt voor het achterlicht en de knipperlichten. Uitgesproken volwassen in alle opzichten dus en dat geldt uiteraard ook voor het algehele voorkomen van de Scrambler 1100, die op alle vlakken groter en forser is dan zijn kleinere broer. Een knipoog naar vroeger: de X in de koplamp. Afgezien van de koplamp zelf is alle verlichting LED. De luchtgekoelde L-twin is prachtig gedetailleerd uitgevoerd. De uitlaat- bochten van de Special zijn verchroomd. Krachtige dubbelloops achterzijde met een lekker breed en prachtig afgewerkt bruin zadel. De nieuwe Ducati Scrambler 1100 staat met ingang van deze maand in drie vari- anten bij de dealer. De basisversie, die er in het geel en zwart is en € 15.290,- gaat kosten, en daarnaast nog twee extra varianten: de door ons gereden 1100 Special (€ 16.790,-) en de 1100 Sport, die € 17.890,- kost. Zowel de Special als de Sport hebben hun eigen specifieke kleu- renschema (‘Custom grey’ voor de Special en ‘Viper black’ voor de Sport) en hebben een lager aluminium stuur en hun eigen zadel. Daarnaast heeft de Special onder andere fraaie spaakwielen en verchroom- de uitlaatbochten. Naast de andere kleurstelling onderscheidt de Sport zich met name door de andere vering, want waar het standaard model en de Sport een combinatie van een Marzocchi-voor- vork en een Kayaba-achterschokdemper hebben, is de Sport voorzien van Öhlins- vering voor en achter. SCRAMBLER 1100 IN DRIE VARIANTEN
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NjAzODY3